Bach: Matthäus-Passion
Carolyn Sampson - Sopraan
Sanne van Zandwijk - Mezzosopraan
Werner Gura - Tenor (Evangelist)
Robin Tritschler - Tenor (aria's)
Christian Immler - Bas (Christus)
Markus Werba - Bas (aria's)
Cappella Amsterdam, Jongenskoor Rivierenland
Daniel Reuss, Rotterdams Philharmonisch Orkest
De Doelen, Rotterdam
Gelijk half Nederland maak ook ik elk jaar, in al mijn ontkerkelijking, de gang naar een kerk of een concertzaal om me mee te laten voeren door het prachtwerk van Johann Sebastian Bach (1685-1750): de Matthäus-Passion. Dit jaar had ik eigenlijk kaartjes voor de uitvoering op Goede Vrijdag door het Residentie Orkest onder Jan Willem de Vriend. Een stedentrip naar Wenen, waarvan de culturele uitkomsten al op deze blog te lezen waren en de reden dat deze recensie qua timing een beetje mosterd na de maaltijd is, gooide roet in het eten. Een jaar zonder Matthäus-Passion was geen optie dus toog ik op Witte Donderdag naar De Doelen voor de uitvoering door het Rotterdams Philharmonisch Orkest (RPhO).
Nu keek ik erg uit naar de uitvoering door Jan Willem de Vriend. Ik heb De Vriend en zijn passie voor muziek hoog zitten en hoorde hem al eerder, maar dan in de Johannes-Passion van Bach (zie voor die recensie hier). Een Passie die ik overigens net zo hoog aansla als de Matthäus-Passion en het liefst ook eens per jaar 'live' hoor hoewel het er dit jaar niet van gekomen is. De uitvoering in Rotterdam door het RPhO onder leiding van Daniel Reuss was daarmee toch een beetje tweede keus.
Maar die (persoonlijke) tweede keus bleek volslagen ongegrond. Wat volgde op 28 maart in de Doelen was een prachtig uitgevoerde en doorvoelde Matthäus-Passion waar ik, en velen met mij in De Doelen, volop van genoten. Hoewel de aangekondigde mezzosopraan, Christine Rice, vanwege ziekte verstek moest laten gaan, was er van vervanging niets te merken. Sanne van Zandwijk (sic?) paste volledig in het rijtje van solisten die met doorvoelde vertolkingen invulling gaven aan het lijden van Christus. Met name Werner Gura als Evangelist was uitmuntend. Alleen Markus Werba viel een beetje uit de toon, maar dat heb je al snel met Bassen want aan zijn zangkwaliteiten lag het zeker niet.
Wat deze uitvoering vooral zo sterk maakte, was het vermogen van dirigent Daniel Reus om solisten, koren en orkest tot één geheel te smeden en daarmee de Passie op overtuigende wijze over het voetlicht te brengen. Daarbij lijkt het Reus zeer geholpen te hebben dan hij vooral een koordirigent is. Sinds 1990 is Reuss de artistiek leider van Cappella Amsterdam en heeft hij daarnaast vele andere koren geleid. Dit merk in zijn uitmuntende begeleiding van koor en solisten waarbij hij de focus op hun rol nimmer tussen wal en schip van het orkest laat belanden. Tegelijkertijd negeerde hij het orkest ook niet, een orkest dat overigens liet zien dat Rotterdam toch ook één van de beste orkesten van Nederland is en eigenlijk alleen het Koninklijk Concertgebouworkest voor zich hoeft te dulden. Daarbij overigens dient bij deze uitvoering van de Matthäus-Passion concertmeester Igor Gruppman uitgelicht te worden: met een enorme pathos en gevoel voor het werk van Bach zette hij een prachtige solo én begeleiding neer in het emotionele hart van de Matthäus: Erbarme Dich.
Bij het wegsterven van de laatste noot bleek overigens wederom dat de traditie om na de Matthäus in stilte richting huis c.q. bar ('Zo die hangt weer!') te gaan volledig in onbruik is geraakt. Een groot applaus viel dirigent, orkest, solisten en koor ten deel. En dat was natuurlijk verdiend, maar toch voelt het altijd wat dubbel om bij deze muzikale vertaling van het lijden van Christus te applaudisseren. Een gevoel dat je her en der in De Doelen herkende.
Wanneer men in Rotterdam jaarlijkse zo de Matthäus neerzet, is het zonder meer de moeite waard om volgend jaar bij de selectie van de Matthäus-Passion Rotterdam bij nadruk mee te nemen in de keuzemogelijkheden.
Reacties
Een reactie posten