De Nederlands Opera
Richard Wagner: Das Rheingold
Götter
Thomas Johannes Mayer - Wotan
Vladimir Baykov - Donner
Marcel Reijans - Froh
Stefan Margita - Loge
Nibelungen
Werner van Mechelen - Alberich
Wolfgang Ablinger-Sperrhacke
Riesen
Stephen Milling - Fasolt
Jan-Hendrik Rootering - Fafner
Göttinnen
Doris Soffel - Fricka
Anna Gabler - Freia
Marina Prudenskaja - Erda
Rheintöchter
Lisette Bolle - Barbara Senator - Bettina Ranch
Hartmut Haenchen, Nederlands Philharmonisch Orkest
Het Muziektheater, Amsterdam
Wagner voor de opera is als Mahler voor de concertzaal: een gegarandeerde publiekstrekker. Dit geldt des te meer nu 2013 zal markeren dat het 200 jaar geleden is dat Richard Wagner is geboren. De Nederlandse Opera zet dit kracht bij door in de periode 2012-2014 de complete Ring des Nibelungen wederom in de reprise te doen met de beroemde DNO-productie onder regie van Pierre Audi, met het decor van George Tsypin en de muzikale leiding in handen van Hartmut Haenchen.
Vorig jaar werden de Nederlandse Wagnerfans al bediend met een nieuwe productie van Parsifal terwijl in 2013 ook Die Meistersinger von Nürnberg in het nieuw wordt gestoken. De vier delen die samen Der Ring vormen (Das Rheingold, Die Walküre, Siegfried en Götterdämmerung) moeten het doen met de productie die in 1997 al in première ging. Gevaar van het voor de zoveelste maal inzetten van een dergelijk ‘oud gebakje’ is natuurlijk dat de frisheid uit 1997 niet veel meer is dan gestolde moderniteit vijftien jaar later. Dat geldt bijvoorbeeld voor de spectaculaire Barenboim/Kupfer-Ring uit 1991 die bij terugkijken op DVD met een gedateerde lasershow de tand des tijds niet goed doorstaan heeft.
De start van de DNO-Ring met Das Rheingold maakt met die vrees korte metten. De postindustriële enscenering waarbij de strakke schoonheid van de Goden en Rijndochters in schril contrast staat met de onbehouwen lelijkheid van de Reuzen en de Nibelungen maakt indruk. Het helpt daarbij ook dat de scènewisselingen via ingenieuze hydrauliek, maar ook het gebruik van video, vuur en ‘special effects’ (waaronder de verbeelding van een levensgrote slang) ten dienste staan van de muziek en het verhaal en daarmee laten zien wat Wagner bedoelde met Gesamtkunstwerk: muziek, zang, verhaal en decor die volstrekt samen komen.
Hartmut Haenchen staat, samen met het Nederlands Philharmonisch Orkest, garant voor een wat meer gedragen, maar intense uitvoering van ‘Das Rheingold’. Na een wat aarzelend begin ontstond een prachtige klankkleur waarbij op de juiste momenten een muzikaal hoogtepunt werd geforceerd. Ook op de zang valt weinig aan te merken waarbij de vertolkingen van Loge (Stefan Margita), Alberich (Werner van Mechelen) en Erda (Marina Prudenskaja) als hoogtepunt golden. De kracht van de Loge’s vertolking is dat hij het enige personage is dat het allemaal niet zo serieus neemt en deze karaktertrek wordt met volle overtuiging ingevuld door Stefan Margrita. Nu is Wagner niet bepaald een lachebekje in zijn opera’s en zijn de verhaallijnen, in alle betekenissen van het woord, fantastisch.
Kern van ‘Das Rheingold’ is dat oppergod Wotan zijn schoonzus Freia ‘in bruikleen’ heeft gegeven aan de reuzen Fasolt en Fafner als betaling voor de bouw van zijn burcht Walhalla. Freia kan alleen naar huis terugkeren in ruil voor al het goud van de verderfelijke Nibelung Alberich. Goud dat Alberich heeft verkregen door het afzweren van de liefde en daarmee het verkrijgen van het Rijngoud dat hij smeedt tot een ring die hem almacht oplevert. De legende van deze ring, ook de basis voor J.R.R. Tolkien’s The Lord of the Rings, is de rode draad in Wagner’s volledige Der Ring des Nibelungen en zaait dood en verderf.
Zonder twijfel is het een goede keuze van De Nederlandse Opera om deze productie nog één keer in de reprise te doen. Wagner zelf zou van deze productie wellicht minder geporteerd zijn aangezien de première van de Ring gepaard ging met een Germaans decor waar een Vikinghelm bon ton was. Al zou de hedendaagse verschijning van de Rijndochters hem vast meer plezieren dan zijn eigen Rijndochters die aantonen dat in de 19e eeuw het begrip vrouwelijkheid zeer ruim opgevat werd.
Deze recensie is ook gepubliceerd op Het Goede Leven, het culturele katern van De Dagelijkse Standaard. Naast mijn eigen FerdiBlog recenseer ik regelmatig boeken en concerten op Het Goede Leven en geef ik mijn opinie over actuele (cultuur)politiek.
Reacties
Een reactie posten