© Concertgebouw
Henze: Elogium Musicum
Mendelssohn: Tweede Symfonie 'Lobgesang'
Genia Kühmeier, sopraan
Bernarda Fink, alt
Michael Schade, tenor
Erwin Wiersema, orgel
Groot Omroepkoor
Riccardo Chailly, Koninklijk Concertgebouworkest
Concertgebouw, Amsterdam
Riccardo Chailly keert succesvol terug bij het Koninklijk Concertgebouworkest met een concert waarbij hij zijn muzikale heden en verleden samenbrengt.
Naast het feit dat de chef-dirigenten van het Koninklijk Concertgebouworkest (KCO) een illuster gezelschap vormen, moet worden vastgesteld dat het einde van hun betrekking een stuk minder succesvol verloopt. Ga maar na: Willem Mengelberg werd het dirigeren ontzegd door zijn optreden – letterlijk – tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zijn opvolger Eduard van Beinum stierf in het harnas tijdens een repetitie voor de Eerste Symfonie van Brahms. En de twee meest recente voormalig chef-dirigenten, Bernard Haitink en diens opvolger Riccardo Chailly, vertrokken allebei in onmin uit Amsterdam.
Na het vertrek van Haitink bij het KCO in 1988 duurde het zeven jaar voordat hij het orkest weer zou leiden, om vervolgens benoemd te worden tot eredirigent. Chailly liet zelfs nog langer op zich wachten. Na zijn vertrek in 2004 was hij pas afgelopen woensdag terug als emeritus chef-dirigent bij het KCO. Blijkbaar duurt het in het muzikale leven een behoorlijk aantal jaren voordat wonden geheeld zijn.
De verhouding is meteen wel dermate hersteld dat de terugkeer van Chailly niet een enkeltje is, maar een concertreeks van bijna twee weken. Deze reeks werd afgetrapt met een Henze/Mendelssohn-programma dat perfect het muzikale verleden en heden van Chailly als dirigent symboliseert. Niet alleen gaf hij het KCO Italiaanse vitaliteit, maar hij zette het orkest er tevens toe aan om, naast het heilige repertoire van Mahler en Bruckner, het werk van moderne componisten in de armen te sluiten. Het is daarom niet verwonderlijk dat de terugkeer van Chailly begon met een terugblik op de muzikale vernieuwing van zijn KCO-jaren met de Nederlandse première van Elogium Musicum (2008) van Hans Werner Henze (1926-2012).
En dat was toch wel een beetje slikken voor het Concertgebouwpubliek. Dit werk uit de nadagen van Henze – hij was ruim in de tachtig (!) toen hij deze muzikale elegie voor zijn overleden levensgezel Fausto Moroni componeerde – is niet het meest toegankelijke werk. De traditionele elegie is door Henze als dissonant gecomponeerd waarbij alle emoties die optreden bij verlies aan bod komen. Henze stelde het als ‘een soort in memoriam, vol van herinnering, getuigenis, verdriet, verlies en klacht’. Het publiek applaudisseerde van harte na afloop, maar dit leek toch vooral ter onderstreping van de terugkeer van Chailly en niet zozeer uit enthousiasme voor het werk van Henze.
Het hoogtepunt van het concert, zoals van tevoren ook verwacht mocht worden, was zonder twijfel de weinig uitgevoerde Tweede Symfonie (1840) van Felix Mendelssohn-Bartholdy (1809-1847). Deze Lobgesang, omschreven door Mendelssohn als Eine Symphonie-Kantate nach Worten der Heiligen Schrift, is een prachtige samensmelting van koor, solisten en orkest. Mendelssohn schreef het stuk destijds ter ere van de festiviteiten rond het vierhonderdjarige bestaan van de drukpers. Het muziekstuk is ook een perfecte vertegenwoordiging van de hedendaagse Chailly. Sinds zijn vertrek bij het KCO zwaait hij immers de scepter over het eminente en alom gerespecteerde Gewandhausorchester Leipzig, een orkest met een lange en diepe band met Mendelssohn, niet alleen vanwege diens muziek maar ook doordat Mendelssohn de eerste Kapellmeister was van het Gewandhausorchester. Sinds zijn aantreden bij het orkest uit Leipzig maakte Chailly furore met diverse uitvoeringen van zijn verre voorganger Mendelssohn. Met diens Tweede Symfonie waarmee hij ooit zijn inauguratieconcert in Leipzig inwijdde, markeert Chailly zijn terugkeer in Amsterdam.
Chailly liet horen dat hij het dirigeren van het KCO nog lang niet is verleerd. Met zijn kenmerkende Italiaanse vitaliteit, ondersteund door uitstekende solisten (sopraan Genia Kühmeier, alt Bernarda Fink en tenor Michael Schade) en het altijd indrukwekkende Groot Omroepkoor, zette Chailly een energieke en prachtig gespeelde uitvoering van deze hymne voor de drukpers neer.
Na afloop van het concert kon daarom alleen maar geconstateerd worden dat de verwijdering tussen het KCO en Chailly veel te lang heeft geduurd en dat er nog altijd sprake is van een winning team.
In de periode van 17 tot en met 29 april 2013 is Riccardo Chailly te gast bij het Koninklijk Concertgebouworkest. Naast zijn officiële terugkeer bij het KCO met de Tweede Symfonie van Mendelssohn leidt hij tevens het Koninginnenachtconcert op 29 april en treedt hij, samen met pianist Stefano Bollani, op in de AAA-serie onder het motto ‘Jazz it up’ op 26 en 27 april. Het Henze/Mendelssohn-programma is op 17, 18, 19 en 21 april te beluisteren in het Concertgebouw. Deze recensie op basis van het concert van 19 april.
Deze recensie is ook gepubliceerd op Het Goede Leven, het culturele katern van De Dagelijkse Standaard. Naast mijn eigen FerdiBlog recenseer ik regelmatig o.a. boeken en concerten op Het Goede Leven en geef ik mijn opinie over actuele (cultuur)politiek.
Reacties
Een reactie posten