Concert 22 april 2013: Music fit for a King - Purcell's 'Dido and Aeneas' door The King's Consort

© Concertgebouw

Purcell:
'Why are all the Muses mute?' 
(Welcome Song for King James, 1685)

'Dido and Aeneas' 

Carolyn Sampson, sopraan - Dido
Roderick Williams, bariton - Aeneas
Robin Blaze, countertenor - Sorceress
Grace Davidson, sopraan - Belinda
Rebecca Outram, sopraan - Second Woman, Witch
Susan Gilmour-Bailey, sopraan - Witch
Charles Daniels, tenor - Sailor

The Choir of The King's Consort
Robert King, The King's Consort
Dr. Anton Philipszaal, Den Haag

The King's Consort brengt met toewijding een waar Koningslied ten gehore en toont het muzikale genie van Henry Purcell. 

De controverse van de afgelopen dagen zou tot andere gedachten kunnen leiden, maar het componeren van muziek ter ere van de monarch is al een eeuwenlange bezigheid. De kwaliteit van de geleverde muziek in het verdere verleden behoort, op z'n zachtst gezegd, echter tot een compleet ander muzikaal universum.

Hoewel het Verenigd Koninkrijk kan bogen op een overdaad aan grote componisten zoals Benjamin Britten, Ralph Vaughan Williams en Edward Elgar restte de muzikale hoop van Engeland eeuwenlang op de schouders van Henry Purcell (1659-1695). Nu is dat gezien de prachtige barokke muziek van zijn hand voorwaar geen straf. Muziek die overigens vaker wel dan niet ten dienste stond ter meerdere eer en glorie van de monarch. Purcell's ode Why are all the Muses mute? en in mindere mate zijn enige complete opera Dido and Aeneas zijn het resultaat van de muzikale verering van de Britse monarchie. 

Het is daarom niet meer dan passend dat het door Robert King opgerichte The King's Consort in de (weinig stemmige) Dr. Anton Philipszaal te Den Haag deze beide werken van Purcell met veel toewijding en liefde ten gehore bracht. De ietwat jolige Robert King maakte van de gelegenheid gebruik om voordat een noot was gespeeld het publiek mee te nemen in de muzikale wereld van Purcell en zijn tijdgenoten. Een wereld die afhankelijk was van de largesse van de zittende macht. Na de onthoofding van Charles I en het tijdelijke einde van de monarchie braken onder Lord Protector Oliver Cromwell muzikale tijden aan. Met de restauratie van de monarchie en de installatie van Charles II begon ook de muziek aan het hof haar renaissance. Een tijdperk van overdaad in de meest brede zin van het woord die voor een deel weer teniet zou worden gedaan door de (natuurlijke) dood van Charles II en de opvolging door diens (openlijk katholieke!) broer James die als koning James II zou regeren en door de Glorious Revolution van Stadhouder Willem III en diens vrouw Mary ten val zou komen.

In het begin van het koningschap van James II moet de ode Why are all the Muses mute? geplaatst worden: een eerste welkomstlied voor de nieuwe koning door Henry Purcell. In deze ode, prachtig uitgevoerd door de mannen en vrouwen van Robert King, brengt Purcell zijn barokke compositie perfect samen met de teksten ter meerdere eer en glorie van James II. Dat is nog eens wat anders dan een tweedehands compositie met erbarmelijke teksten vol taalfouten en afgetopt met een affreus stukje rap.

Na deze ode was het na de pauze de beurt aan Purcell's beroemdste werk: zijn opera gebaseerd op het mythologische liefdesverhaal van Dido van Carthago en Aeneas van Troje. In iets minder dan een uur tijd weet Purcell liefde, verdriet, humor, angst en het kwaad moeiteloos muzikaal de revue te laten passeren. Zodanig dat bij de laatste, en terecht wereldberoemde, aria van Dido When I am laid in earth de gemiddelde luisteraar niet anders dan geroerd kan zijn. En dat is ook niet zo gek omdat deze aria het tergende verdriet van een koningin verbeeldt die door de wil van de Goden de dood moet verkiezen boven de liefde van Aeneas die gedwongen is Carthago te verlaten omdat hij voorbestemd is de kiem te leggen voor Rome en daarmee het Romeinse Rijk. 

Met dezelfde toewijding en overduidelijk liefde voor de muziek van Purcell gaf The King's Consort een prachtige uitvoering te berde waarbij de uitstekende vertolking van Dido door Carolyn Sampson (foto) zonder meer genoemd moet worden. Maar eigenlijk gold dit voor alle solisten en met name ook voor The Choir of The King's Consort. Daarbij hielp het overigens ook zeer dat gekozen was voor een licht geënsceneerde uitvoering waarbij de dramatiek, maar ook de humor van de muziek van Purcell ten volle werd benut. Daarbij had Robert King nog een verrassing in petto door de gesproken epiloog van Tom D'Urfey in ere te herstellen. Met het wegsterven van het laatste woord van deze epiloog was slechts één conclusie mogelijk: Music fit for a King!

The King's Consort voert deze week dit Purcell-programma uit op diverse podia in Nederland waaronder op 24 april in het Concertgebouw.  

Reacties