© De Nederlandse Opera
De Nederlandse Opera:
De Nederlandse Opera:
Wagner: Siegfried
Stephen Gould, Siegfried
Wolfgang Ablinger-Sperrhacke, Mime
Thomas Johannes Mayer, Der Wanderer
Werner van Mechelen, Alberich
Jan-Hendrik Rootering, Fafner
Marina Prudenskaja, Erda
Catherine Naglestad, Brünnhilde
Hartmut Haenchen, Nederlands Philharmonisch Orkest
Het Muziektheater, Amsterdam
Met Siegfried is De Nederlandse Opera (DNO) is gestart met het voorlaatste deel uit Richard Wagner's monumentale Der Ring des Nibelungen. En nog steeds doet de voortreffelijke DNO-productie uit 1997 van Pierre Audi (regie), George Tsypin (decor) en Hartmut Haenchen (muzikale leiding) dienst in het Muziektheater. In november wordt Götterdämmerung opgevoerd en komt langzaam een einde aan deze productie. Het einde van deze productie en het feit dat het dit jaar 200 jaar geleden is dat Richard Wagner (1813-1883) geboren is voor DNO aanleiding om in januari en februari de gehele Ring achtereenvolgens uit te voeren. Na het wegsterven van de laatste noot zal het decor hetzelfde lot ondergaan als het goddelijke Walhalla: totale vernietiging.
Het zegt veel over de kwaliteit van DNO dat een productie met zoveel succes al zolang meegaat. Want gelijk de eerdere reprises van Das Rheingold en Die Walküre is Siegfried in de visie van Pierre Audi en Hartmut Haenchen een genot om naar te kijken en te luisteren. En misschien is Siegfried wel het hoogtepunt van de hele Ring. Dat zou je op het eerste gezicht niet zeggen aangezien de bekende bleeding chunks uit Wagner's magnum opus toch vooral lijken te komen uit de de drie andere delen van Der Ring. Daarbij komt ook nog eens het opmerkelijke feit dat Richard Wagner halverwege de Ring door gebrek aan geld en creativiteit juist bij Siegfried zijn werk staakte. Pas na het financiële infuus van de Beierse koning Ludwig II en creatieve impuls door Tristan und Isolde en Die Meistersinger von Nürnberg hervatte Wagner Siegfried en daarmee Der Ring. Deze cesuur is in de muziek ook goed te horen door het verschil tussen enerzijds de eerste twee aktes en anderzijds de derde akte van Siegfried. In de laatste akte van Siegfried is bijvoorbeeld in het slotduet van Siegfried en Brünnhilde de invloed van Tristan und Isolde goed te horen. En toch is er voor ondergetekende - zeker in de uitvoering door DNO - zeker een mogelijkheid dat Siegfried aanspraak kan maken op de titel eerste onder diens gelijken binnen de Ring.
Op de een of andere manier lijkt het verhaal, maar vooral ook de emoties waar het verhaal voor staat meer aan te spreken en in balans dan in de andere delen. In Siegfried ontmoeten we de held (en oorspronkelijke inspiratiebron voor de gehele Ring) Siegfried wiens moeder Sieglinde aan het einde van Die Walküre onder bescherming van Wotan's dochter Brünnhilde het woud in vlucht. In dit woud wordt Siegfried geboren als vrucht van de incest tussen broer Siegmund en zus Sieglinde. Sieglinde sterft bij de bevalling waarna Siegfried wordt opgevangen en opgevoed door Mime, ook bekend als kolderieke broer van de gemene Alberich die in Das Rheingold het goud uit de Rijn omsmelt tot de machtige Ring die de bron van alle ellende is. De moeizame relatie tussen Mime en Siegfried is onderwerp van de eerste akte terwijl in de tweede akte Siegfried - die geen angst kent - de strijd aangaat met de draak Fafner die - wederom als gevolg van Das Rheingold - beschikt over de Ring. Dit aangejaagd door de alom op de achtergrond aanwezige Wanderer (Wotan!) en Mime die Siegfried wil misbruiken om zelf de Ring te bemachtigen. Een doel dat zijn in een kleine rol opduikende broer Alberich (wederom) probeert na te streven. Mime wordt doorzien door Siegfried en vindt daarmee zijn dood. Daarmee heeft Siegfried echter nog geen angst gevonden. In derde akte gaat hij op zoek naar Brünnhilde op wiens bestaan hij door de Waldvogel is gewezen. Hij treft echter eerst de Wanderer (thans zijn grootvader Wotan). Wat volgt is een strijd tussen de generaties waarbij de speer van Wotan het onderspit delft en daarmee definitief het einde van de goden wordt ingeleid. Siegfried treft zijn bruid en via een prachtig duet bezingen ze elkaar's liefde niet wetende dat een Götterdämmerung in het verschiet ligt.
Wagner weet dit verhaal en de emoties op prachtige wijze op muziek te zetten waarbij de diverse leitmotiven op steeds ingenieuzere wijze in de muziek verwerkt worden. Hartmut Haenchen laat het Nederlands Philharmonisch Orkest daarbij schitteren, maar moet - sans rancune - zijn meerdere erkennen in de werkelijk fantastische wijze waarop Stephen Gould (begonnen bij de Amerikaanse versie van The Phantom of the Opera!) Siegfried gestalte geeft. Wat een stemgeluid en een beheersing. Een goede tweede is overigens de Mime van Ablinger-Sperrhacke die op koddige maar doortrapte wijze zich uitleeft in zijn rol. Deze zlefde Ablinger-Sperrhacke deed ook al als Mime mee in Das Rheingold. Het mooie aan deze DNO-productie is dat het qua solisten een feest van herkenning is: Der Wanderer/Wotan, Alberich, Fafner en Erda herhalen hun rol uit de eerdere delen van de Ring. Alleen de Brünnhilde van Catherine Naglestad is nieuw (geen straf!). Daarbij mag de Wotan van Thomas Johannes Mayer niet onvermeld blijven. Met een goddelijke waardigheid en vereenzelvigd met naderende einde van de macht van de goden domineert hij op de achtergrond.
Voor de liefhebber van opera in het algemeen en het werk van Richard Wagner in het bijzonder is de DNO-productie van Der Ring een must-see en deze Siegfried is daarbij wellicht het absolute hoogtepunt.
De uitvoeringen van de vier delen van 'Der Ring des Nibelungen' maken deel uit van een bredere uitvoering van de opera's van Wagner door De Nederlandse Opera die ook uitvoeringen omvatte van Parsifal en Die Meistersinger von Nürnberg.
Reacties
Een reactie posten