Bart-Jan Kazemier levert met De
Man in het Midden een vlot geschreven en vermakelijke thriller af, maar
laat her en der wat steken vallen.
De relatie tussen politiek en
media is een dankbaar onderwerp voor discussies variërend van borrelpraat tot
dissertatie en alles wat er tussen in ligt. De houdgreep waarin “de” politiek
en “de” media zich bevinden levert een grijs gebied op waar desgewenst een
ieder naar hartenlust samenzweringen kan ontdekken die de bijl aan de wortel
van onze democratie vormen. Het is daarom niet verwonderlijk dat Bart-Jan
Kazemier (1979) met De Man in het Midden
kiest voor een klassieke conspiracy-thriller
over juist de bij voorbaat smoezelige relatie tussen media en politiek.
John de Mol met een Napoleon-complex
De Man in het Midden, niet te verwarren met het gelijknamige boek van J. Bernlef, draait
om de advocaat Max Metzer. Ooit voorbestemd voor de absolute top van de
strafrechtadvocatuur, maar door het lekken van een naam van een kroongetuige op
een zijspoor terecht gekomen. Een zijspoor dat telkens uitzicht biedt op het
afvoerputje ware het niet dat zijn leermeester en goede vriend Pieter Heijnen
hem het hand boven het hoofd houdt en in zijn advocatenkantoor nog altijd
ruimte heeft voor Metzer. Juist deze aan lager wal geraakte en met
alcoholproblemen kampende Metzer wordt door een speling (?) van het lot als
advocaat in piketdienst toegewezen aan de zoon van mediamagnaat Michael van
Leer die wat crimineels op zijn kerfstok heeft. Blijkbaar kan onze Metzer nog
wat, want hij krijgt de jonge Van Leer vrij zonder dat zijn identiteit bekend
wordt en zonder dat een aanklacht volgt. De dank van vader Michael is groot en
levert Metzer een nieuwe carrière op bij VLM waar hij stukje bij beetje wordt
meegezogen in een samenzwering van groteske proporties. Want deze Michael van
Leer is directeur/eigenaar van de Van Leer Mediagroep (VLM) een soort variant
op steroïden van het (oude en toen nog onafhankelijke) Endemol. Aangezien De Man in het Midden in Nederland
speelt, komt de vergelijking met John de Mol (en diens zoon Johnny) op. De
reikwijdte van VLM zou John de Mol nog als compliment kunnen opvatten, maar Van
Leer heeft vanaf de eerste ontmoeting met Metzer overduidelijk het beste met
zijn VLM voor ten koste van Nederland en is daarmee meer een John de Mol met
een Napoleon-complex gemixt met een toefje Willem Holleeder.
Een leerling van Dan Brown
Het aardige aan dit debuut van Kazemier
is dat eenmaal begonnen in De Man in het
Midden je, zeker de eerste helft van het boek, maar blijft lezen. In dat
perspectief lijkt hij de kunst van de pageturner
van Dan Brown goed te hebben afgekeken. Daarbij raast hij gelijk Brown door
zijn plot heen waardoor gaten in logica en plot er minder toe doen en al snel
vergeten zijn. Net als Brown (en vele thrillerschrijvers) injecteert Kazemier
herkenbare elementen uit de (politieke) actualiteit om zijn verhaal
overtuigingskracht mee te geven. Het is daarom niet gek dat een
tweepartijencoalitie (die na de Provinciale Statenverkiezingen wel beschikken
over een meerderheid in de Eerste Kamer) wordt geleid door een premier die heel
erg in de verte is gemodelleerd naar onze huidige premier. Maar in de wereld
van Kazemier is deze premier een studiegenoot van Metzer en een pion in de
queeste van Van Leer om zijn VLM de dominante kracht in de Benelux te maken
inclusief het politieke bestel van diezelfde Benelux. Een voornemen waardoor
hij de steeds meer door (politieke) vrienden verlaten premier hard nodig heeft.
En om zijn plan te laten slagen is de inbreng van Metzer onmisbaar. Zoals het
een goede thriller betaamt is Metzer daar in beginsel niet van op de hoogte,
maar ontrafelt hij beetje bij beetje de samenzwering waarin hij vuistdiep in
verzeild is geraakt. Hoe het precies zit, wordt hier natuurlijk niet uit de
doeken gedaan, maar een citaat uit De Donkere
Kamer van Damokles van W.F. Hermans die de titelpagina siert, is een
duidelijke clou.
Geen vlekkeloos debuut
Hoewel De Man in het Midden lekker weg leest, laat Kazemier wel de nodige
steken vallen bij dit debuut. Hoewel Kazemier een vlotte pen heeft, wordt zijn
stijl nogal eens ontsierd door onnodige en overtrokken beschrijvingen zoals
“het geluid van de wekker, snerpend als een cirkelzaag op plaatijzer” en “als
kalme golven rolden de dagen voorbij, Metzer meevoerend op hun leegheid”. Ook
hadden de personages wat minder eendimensionaal mogen zijn en gaat het verhaal
net wat te snel en teveel in de conspiracy-hoek
om de lovende woorden van (medeuitgever!) Tomas Ross - “de Man
in het Midden geeft een realistisch en schrikwekkend beeld van de al te innige
relatie tussen politiek en media” - oprecht gestand te doen. Een minder
daverend verhaal zou geloofwaardiger zijn en daarmee meer te zeggen hebben over
de bestaande relatie tussen politiek en media in Nederland.
Dit alles laat onverlet dat
Kazemier – in de wereld van de conspiracy-thrillers
– een aardig debuut heeft geschreven dat, met het oog op de komende
zomermaanden, zondertwijfel door velen met plezier op het strand of in het
vliegtuig kan worden gelezen.
‘De Man in het Midden’ van Bart-Jan Kazemier is in mei door Cargo/De
Bezige Bij uitgegeven. Bestellen kan hier.
Deze recensie is ook gepubliceerd op Het Goede Leven, het culturele katern van De Dagelijkse Standaard. Naast mijn eigen FerdiBlog recenseer ik regelmatig o.a. boeken en concerten op Het Goede Leven en geef ik mijn opinie over actuele cultuurpolitiek.
Reacties
Een reactie posten