Michael Schønwandt en Alexander Gavrylyuk in repetitie (foto: Koninklijk Concertgebouworkest) |
Sibelius: Pohjola's dochter
Rachmaninoff: Pianoconcert Nr. 2
Nielsen: Symfonie Nr. 4 "Het onuitblusbare"
Alexander Gavrylyuk (piano)
Michael Schønwandt, Koninklijk Concertgebouworkest
Het Concertgebouw, Amsterdam
De Oekraïense pianist Alexander Gavrylyuk (1984) is niet van het meanderende type. Vol vuur werpt hij zich (bijna letterlijk) in zijn piano en laat de klanken van zijn instrument immer intens klinken. Het lyrische en technisch lastige Tweede Pianoconcert van Sergej Rachmaninoff (1873-1943) is daarom zonder meer zijn cup of tea. Dit hoewel een eerdere ontmoeting tussen Gavrylyuk en Rachmaninoff wat minder verliep. In maart 2013 was Gavrylyuk ook al te gast bij het Koninklijk Concertgebouworkest (KCO), maar toen met Vladimir Jurowski op de bok. Het overenthousiaste en bij tijd en wijle te harde spel en met name een verkeerde balans tussen orkest en solist zorgden voor een massieve muur van muziek die niet meteen naar meer deed smaken. De combinatie met Michael Schønwandt (1953) ligt de technisch begaafde Gavrylyuk een stuk beter. Schønwandt benadrukte in het Concertgebouw gisteravond het lyrische van Rachmaninoff en gaf tegelijkertijd alle ruimte aan de solist. Slechts op enkele punten, met name in het soeverein openende eerste deel, was de balans wat zoek en was Gavrylyuk zichtbaar hard aan het werk zonder dat het echt hoorbaar was. De neiging om de uitvoering wat trager te nemen waardoor de moeilijkheidsgraad wat afneemt, werd bewust nagelaten. En natuurlijk was daar ook het beroemde en meest lyrische deel van het pianoconcert: het tweede deel dat tevens befaamd dienst doet als soundtrack voor de Britse filmklassieker Brief Encounter (1945) van David Lean. Het publiek van het Concertgebouw werd daarom een stuk beter bediend door de combinatie Gavrylyuk/Rachmaninoff dan de vorige brief encounter en kon Gavrylyuk het grote applaus nu met recht in ontvangst nemen.
Een Scandinavisch feestje
En hoewel bij een dergelijk programma de klassieker van Rachmaninoff in de regel het (bedoelde) hoogtepunt is, viel er ditmaal 'aan de rafelranden' wel heel erg veel te genieten. En dat heeft alles te maken met Schønwandt. De Deen Schønwandt heeft zijn vak in Denemarken geleerd, maar was tot de opheffing ervan in 2013 ook chef-dirigent van de Radio Kamer Filharmonie. In 2010 viel hij bij het KCO succesvol in toen de Rus Temirkanov uitviel en dat smaakte naar meer. En wie de lange en imposante Schønwandt op de bok met zichtbaar plezier ziet dartelen, zal dat zonder meer begrijpen. Want met de keuze voor de Fin Sibelius en de Deen Nielsen maakt Schønwandt er een Scandinavisch feestje van. Een feestje dat extreem goed uit de startblokken kwam door een werkelijk geweldige uitvoering van Pohjola's dochter van Jean Sibelius (1865-1957). Dit toondicht gebaseerd op het Finse epos Kalevala waarbij een oude man taken uitvoert voor 'de dochter van het Noorden (Pohjola)' maar daar uiteindelijk in faalt en zijn weg daarom alleen moet vervolgen. Het knappe aan Schønwandt is dat hij het aanwezige lyrische vermogen van de KCO-spelers verder modelleert zich eigen maakt. Met groot oog voor de diverse stemmen in het orkest weet hij in werken zoals dit toondicht een prachtige balans te vinden en op het goede moment de juiste orkestrale nadruk te laten horen. Een nadruk die zorgvuldig wordt opgebouwd waardoor solopartijen of orkestrale secties doorklinken in een lyrische mist van muzikale schoonheid.
De wil tot leven
Schønwandt toont zijn roots door de Vierde Symfonie van zijn landgenoot Carl Nielsen (1865-1931) ten gehore te brengen. De symfonie heeft als bijnaam 'Het Onuitblusbare' gekregen en is voor Nielsen de muzikale vertaling van de wil tot leven die in zijn ogen net als muziek onuitblusbaar is. Wie de vier delen van dit spetterende werk naadloos in elkaar hoort overgaan, zal dat zonder meer met de componist eens zijn. Nielsen is voor deze recensent een wat onbekende componist, maar de wervelende uitvoering door het Koninklijk Concertgebouworkest onder Schønwandt doet smaken naar meer. Ook hier wist Schønwandt continu de goede balans vinden in het orkest, maar ook tussen lyriek en dynamiek wat zorgde voor een opwindende uitvoering. En wie de slagwerkers van het KCO aan weerszijden van het podium bezig zagen in een soort muzikale strijd in het laatste deel van deze symfonie zal dat gevoel alleen nog meer hebben gehad. Een groots applaus viel Schønwandt daarom terecht ten deel. Laten we hopen dat we Michael Schønwandt nog veelvuldig bij in Nederland en bij het Koninklijk Concertgebouworkest terug zien.
Mijn eerdere recensie van Alexander Gavrylyuk's uitvoering van Rachmaninoff's Derde Pianoconcert is hier terug te lezen.
Schønwandt in actie bij de Radio Kamer Filharmonie met de 'Karelia-suite' van Sibelius:
Onder leiding van Michael Schønberg en met medewerking van pianist Alexander Gavrylyuk voert het Koninklijk Concertgebouworkest op 2 en 3 oktober 2014 een programma van Sibelius, Rachmaninoff en Nielsen uit. Kaarten bestellen kan hier. Deze recensie is op basis van de uitvoering van 2 oktober.
Reacties
Een reactie posten