Jongensboek van een gentleman: 'Uit de doeken' van Frits Duparc

Foto: Mauritshuis

Frits Duparc doet in Uit de doeken een boekje open over het mooiste kleine museum ter wereld en de aankopen die tot de dag van vandaag de collectie van het Mauritshuis tot iets bijzonders maken. Maar verwacht geen vuige roddels, Duparc is en blijft een gentleman.

In de wereld van de musea lijkt – na het drama rond de verbouwing van het Stedelijk – een nieuwe fase aangebroken: die van de succesvolle renovatie waarna de sterk toegenomen bezoekersaantallen een nieuwe uitbreiding al bijna weer noodzakelijk maakt. Na de grootschalige en buiten Nederland aandachtig gadegeslagen heropening van het Rijksmuseum, deed het Haagse Mauritshuis haar heropening vorig jaar zomer op een bescheidener schaal. Een schaal die past bij de bonbondoos onder de musea. Waar het Rijks – gedwongen door de imposante en grootschalige collectie in dito behuizing – het groots aanpakt, zoekt het Mauritshuis bewust de kleinschaligheid op. Een bezoek aan het Mauritshuis is altijd een feestje gezien de overzichtelijke collectie - die als geen ander de Gouden Eeuw van de Nederlandse en Vlaamse schilderkunst verbeeldt - naadloos past in het voormalige stadspaleis van graaf Johan Maurits van Nassau-Siegen (1604-1679). Door de (deels ondergrondse uitbreiding) is het Mauritshuis nu verbonden met het pand aan Plein 26 waar voorheen Kluwer gehuisvest was. De ruimte die dit geeft, wordt – zeer verstandig – gebruikt om de kerncollectie te ontlasten. Een ruimere entree en de mogelijkheid van aanvullende exposities in de Plein-annex zorgen ervoor dat de charme van het Mauritshuis en de collectie die er onlosmakelijk mee verbonden is, onaangetast blijft. Juist deze heropening geeft voormalig directeur van het Mauritshuis Frits Duparc (1948) de gelegenheid om in zijn net verschenen Uit de doeken een inkijkje te geven in hoe een dergelijk museum wordt gerund, maar vooral hoe de collectie tot stand komt en uitgebreid wordt. Tussen de regels door vindt de oplettende lezers sappige details, maar nergens gaat Duparc zijn boekje te buiten. Dat is niet zijn stijl. 

Keurig binnen de lijntjes
Frits Duparc
Aan de hand van vijftien aankopen door het Mauritshuis, waarvan een groot aantal in de periode 1991-2008 toen de schrijver nog zelf de scepter zwaaide, schetst Duparc een beeld van het reilen en zeilen van het Mauritshuis. Rode draad daarbij is geld, of beter gezegd het gebrek daaraan. In de inleiding van Uit de doeken staat Duparc daarom niet alleen stil bij de historie van het Mauritshuis, maar ook de relatie tussen musea en geld. Pas eind 19e eeuw, met dank aan rijksreferendaris voor kunsten en wetenschappen Victor de Stuers – die zijn functie te danken had aan een artikel waarin hij de laksheid van de regering ten aanzien van de kunsten aan de kaak stelde – beschikken musea als het Mauritshuis over (bescheiden) aankoopbudgetten. Een budget dat in de jaren negentig zo’n 150.000 gulden (!) per jaar beliep. Het zal dus niet verbazen dat Duparc en zijn voorgangers creatief moesten zijn om kunstwerken aan de collectie toe te voegen. Soms verliep dit via legaten van welgestelde kunstminnaars zoals Arnoldus Andries des Tombe (1818-1902) die op instigatie van toenmalig directeur Abraham Bredius twaalf schilderijen, waaronder Meisje met de Parel van Johannes Vermeer naliet aan het Mauritshuis. Dit beroemdste schilderij van het Mauritshuis was door Des Tombe op een veiling aangekocht voor het luttele bedrag van 2 gulden en 30 cent. Het schilderij waar Des Tombe door de eerder gememoreerde De Stuers op werd gewezen en die tevens aangaf dan ook niet te zullen bieden. Deze (lichte) verstoring van de markt is een ander thema dat in de verhalen van Duparc terug komt. Bij andere (grote) aankopen komt dit fenomeen terug: wanneer het Mauritshuis een bepaalde schilderij graag wil hebben, wordt dit via de in opdracht van het museum biedende kunsthandelaars aan deze en gene gemeld wat nog wel eens positief uitpakt voor de uiteindelijke prijs. Een prijs die overigens alleen maar bij elkaar kan worden gebracht door gulle bijdragen van de diverse stichtingen die aan het Mauritshuis zijn gelieerd, maar ook individuen die om hen moverende redenen een forse bijdrage doen. Zo vertelt – immer keurig en nimmer roddelend – Duparc het verhaal van de aankoop van het Dubbelportret van Constantijn Huygens en Suzanna van Baerle door Jacob van Campen waar een last minute gift - overhandigd door een tussenpersoon bij een motel in Arnhem - Duparc de benodigde fondsen gaf had om zijn slag te slaan. Duparc geeft daarbij aan dat het moment nog niet gekomen is om deze anonieme weldoenster bekend te maken, maar het zou mij niet verbazen wanneer het onze eigen prinses Beatrix is. 

Keurig buiten de lijntjes
Maar ook een beetje buiten de lijntjes kleuren ter meerdere eer en glorie van het Mauritshuis was Duparc niet vreemd. Het beroemde Boslandschap met boerenhoeven van Meindert Hobbema werd – met hulp van het rijk via de minister van Financiën en de president van de Nederlansche Bank – aangekocht. Hoe vond Duparc de immer weinig vrijgevige overheid daartoe bereid? Door ze te wijzen op de ereschuld die men inzake het Mauritshuis nog moest inlossen. Want diezelfde overheid had in de jaren vijftig een ander werk van Hobbema – aangekocht door het Mauritshuis met particuliere gelden – als gift gegeven aan Canada als dank voor de heldhaftigheid van Canada in de Tweede Wereldoorlog en haar rol in de bevrijding van Nederland. Typisch voor de overheid: iets weggeven wat helemaal niet in eigendom is. Met deze vondst van Duparc is dat echter helemaal goed gemaakt. Zelfs wanneer Duparc een nogal dubieuze poging van Haagse kunsthandelaar John Hoogsteder om het Mauritshuis een poot uit te draaien met een schilderij van Jacob van Ruisdael memoreert, blijft hij één en al charme, maar tussen de regels door is haarfijn duidelijk wat daar aan de hand was. 

Geen biografie, wel fragmentarisch
Duparc heeft met Uit de doeken een heerlijk boek geschreven dat alle liefhebbers van kunst en musea en het Mauritshuis in het bijzonder zeer zal bekoren. Het zal die lezers dan ook niet echt interesseren dat de ondertitel Een biografie van het Mauritshuis eigenlijk helemaal niet klopt. Natuurlijk komt de geschiedenis van het Mauritshuis naar voren, maar de kracht van het boek zit in de – overigens ietwat fragmentarische – verzameling van verhalen rondom de vijftien kunstwerken. Enige storende daarbij is dat het soms lijkt alsof de verschillende hoofdstukken als losstaande bijdragen zijn geschreven aangezien bijvoorbeeld het feit dat het Mauritshuis maar beschikt over een beperkt aankoopbudget (de inmiddels fameuze 150.000 gulden) in net te veel verhalen terug komt. Het boek telt slechts 160 pagina’s wat neerkomt op ongeveer 10 pagina’s per jaar dat Duparc directeur was. Wat dat betreft zit er – althans in de ogen van deze lezer – nog wel een uitgebreider boek over het Mauritshuis in het vat. En dat is voor niemand een straf.

Oordeel FerdiBlog: ****

‘Uit de doeken. Een biografie van het Mauritshuis’ van voormalig directeur van het Mauritshuis Frits Duparc is in maart door Balans uitgegeven. Bestellen kan hier

Deze recensie is eerder verschenen op Jalta, het online nieuwsmagazine. Met enige regelmaat zullen recensies op het gebied van Kunst & Cultuur ook daar gepubliceerd worden.

Reacties