Derk Jan Eppink
vervolgt zijn avonturen achter de Europese schermen en schildert met humor een bij
vlagen ontluisterend beeld van het Europees Parlement. Helaas dreunen zijn
persoonlijke antipathieën soms hinderlijk door waardoor de kracht van zijn waarnemingen afneemt.
Love him or hate
him maar Derk Jan Eppink heeft de
bijzondere gave om onderwerpen die de meeste mensen amper interesseren voor een
breed lezerspubliek aantrekkelijk te maken. Want het is een ongetwijfeld een
gave wanneer je het werk van de Europese
Commissie tot onderwerp van een buitengewoon scherp, analytisch en humoristisch
boek kunt maken. Maar Eppink deed het in 2007 met Europese Mandarijnen waarin hij een kijkje achter de schermen gaf
als voormalig medewerker van de Europese Commissie in de kabinet van
achtereenvolgens Frits Bolkestein (1999-2004) en Siim Kallas (2004-2007). Voor
iedereen enigszins geïnteresseerd in politiek in het algemeen en Europa in het
bijzonder een absolute must read. Het
zal daarom niet verbazen dat naar een
gelijksoortig boek maar dan over Eppink’s periode als lid van het Europees
Parlement reikhalzend zal zijn
uitgekeken. En hoewel Eppink in Het Rijk
der Kleine Koningen wederom zich van zijn meest humoristische kant laat
zien en een fijn lezende avontuur in een Europees Wonderland schetst, wordt de
kracht van zijn verhaal met enige regelmaat overschaduwd door zijn (blijkbaar
diepgewortelde) afkeer van een aantal Europese politici met stip op één zijn
Nemesis ALDE-fractievoorzitter en voormalig Belgisch premier Guy Verhofstadt.
Enige subtiliteit had zijn boek zoveel sterker gemaakt…
Een Nederbelg in
het Europees Parlement
Het aardige aan Het
Rijk der Kleine Koningen is dat Eppink met gevoel voor zelfspot en
relativering – kwaliteiten die nou niet automatisch met de meeste Europese
politici worden geassocieerd (ja, we hebben het over jou Martin Schulz!) – zijn
belevenissen vertelt als nieuwbakken Europarlementariër voor de Vlaamse Lijst
Dedecker. En dat is natuurlijk wat vreemd aangezien Derk Jan Eppink (1958)
gewoon in Doetinchem is geboren en de Nederlandse nationaliteit heeft. Maar
gezien het transnationale karakter van het Europees Parlement kon Eppink op de
lijst staan voor Lijst Dedecker (LDD), het vehikel van de uit de liberale
(inmiddels Open) VLD opgestapte
Jean-Marie Dedecker. Voor de liberaal Eppink geen al te grote stap die hij
graag uit de doeken doet. Wanneer LDD uiteindelijk in 2009 slechts één zetel
haalt en Eppink korte tijd in het ongerede wordt gelaten of lijstaanvoerder
Dedecker alsnog de aan Eppink beloofde zetel inneemt. Uiteindelijk houdt
Dedecker zich aan zijn woord en begint Eppink’s vijf jaar durende avontuur in
het Wonderland van het Europees Parlement.
Guy Verhofstadt, the man Eppink loves to hate
Het meest fascinerende en relevante deel van Het Rijk der Kleine Koningen is de
beschrijving van het grote belang van partijvorming binnen het Europees
Parlement en de totstandkoming van de Europese Conservatieven en Hervormers
(ECR). Een partij die alleen maar tot stand kon komen omdat de Conservatieven
van David Cameron – door diens belofte tijdens de leiderschapsverkiezingen van
de Tories om de stevig pro-Europese
EVP te verlaten – een nieuwe partij moesten vormen en daarvoor minimaal
EP-leden uit zeven landen moesten samensmelten tot een nieuwe politieke kracht.
De uiteenzetting door Eppink van dit proces en sowieso het licht werpen op de
rol en werking van de pan-Europese partijen in het Europees Parlement is één
van de hoofdredenen om dit boek te lezen . Opvallend daarbij is dat de ECR in
de huidige periode echt volwassen is geworden en de liberale ALDE verstoren
heeft als derde kracht – na de Europese Volkspartij (EVP) en de Europese
Socialisten (PES) – in het Europees
Parlement. Diezelfde ALDE waar Eppink – als lijstduwer voor de VVD – kandidaat
voor was in 2014. Ook zijn conclusie dat het Europees Parlement – of althans
delen daarvan – in een soort schijnwereld leven en meer oog zouden moeten
hebben voor het belang van nationale parlementen en ‘meer Europa’ niet automatisch ‘een beter Europa’ betekent,
is zeker geen vreemde gevolgtrekking. Jammer genoeg wordt het boek – in
tegenstelling tot Europese Mandarijnen –
teveel overschaduwd door een bijtend sarcasme in de richting van zijn bête noir: zijn afkeer voor bepaalde
politici met als absoluut hoogtepunt Guy Verhofstadt. Er valt veel over
Verhofstadt te zeggen en zeker niet louter goede dingen, maar Eppink lezende is
de man de verpersoonlijking van de Europese duivel en dat is ook gewoon too much. Een subtielere en
gekwalificeerde terechtwijzing van enkele Europese politici die het draagvlak
voor Europa onder een groot deel van de bevolking nou niet echt versterken, zou
zoveel effectiever zijn. Juist op dit momenten laat de humor van Eppink hem in
de steek en is de zuurgraad te hoog. En
dat doet helaas behoorlijk afbreuk aan een verder zeer lezenswaardig boek dat –
hoe je het wendt of keert – meer inzicht geeft in het Wonderland dat het
Europees Parlement is.
Oordeel FerdiBlog: ***½
‘Het Rijk der Kleine Koningen’ van Derk Jan Eppink is sinds maart 2015
verkrijgbaar en wordt uitgegeven door Pelckmans. Bestellen kan hier.
Deze recensie is eerder verschenen op Jalta, het online nieuwsmagazine. Met enige regelmaat zullen recensies op het gebied van Kunst & Cultuur ook daar gepubliceerd worden.
Reacties
Een reactie posten