From Persia with love: 'Teheran, Een Zwanezang' van F. Springer



Nu Iran – naast zo veel andere brandhaarden in die regio – volop in het nieuws is vanwege het akkoord over het nucleaire programma, is een duik in de geschiedenis van Iran niet onhandig. Want nog geen veertig jaar geleden was Iran nog een trouwe bondgenoot van het Westen. In Teheran, Een Zwanezang duikt F. Springer in de bizarre periode toen Iran voor het Westen verloren ging en de Islamitische Republiek een realiteit werd. 

Carel Jan Schneider (1932-2011) had de gave om als diplomaat zich veelal te begeven in landen waar historische gebeurtenissen zich voltrokken. Het is daarom niet verwonderlijk dat hij daar volop gebruik van maakte in zijn romans die onder zijn pseudoniem F. Springer verschenen en niet zelden een groot autobiografisch karakter kennen. Deze avonturen combineert F. Springer met een studentikoze en vooral tongue in cheek-toon die mij altijd enorm heeft aangesproken. Het zal daarom niet verbazen dat veel van zijn werk door mij gelezen met als favoriet – als sinds de middelbare school – het en in Angola zich afspelende Quissama. Dit laat onverlet dat F. Springer hoewel altijd vermakelijk schrijft, niet altijd een succesvolle roman wist af te leveren. Tegenover toppers als Bougainville, Bandoeng-Bandung en Bangkok, Een Elegie staan ook mindere werken zoals Quadriga. En hoewel bij het lezen het er lang op lijkt dat het indertijd behoorlijk goed ontvangen Teheran, Een Zwanezang behoort tot de eerste groep, moet het uiteindelijk tot de minder geslaagde tweede groep gerekend worden. Hoe vermakelijk en spannend de avonturen in Iran ook zijn. 

Een vleiend portret van de Sjah
Precies rondom de omwenteling in Iran waarbij de Sjah van Perzië ten val kwam en onder leiding van Ayatollah Khomeini de Islamitische Republiek tot stand kwam – waar we nu nog steeds zo ontzettend veel lol van hebben – was Schneider in Iran gepost. De hoofdpersoon in Teheran, Een Zwanezang is echter allesbehalve een diplomaat, maar een schrijver van pulpbiografieën. Onder het pseudoniem Toby Harrison reist de verder niet bij naam genoemde hoofdpersoon de wereld rond op zoek naar amusante feiten om zijn “boeken” te schrijven. Een opdracht vanuit Iran om een biografie te schrijven over de Pahlavi-clan leidt Harrison naar Teheran. Via die opdracht is hij kind aan huis in de hoogste regeringskringen en zal hij de Sjah – vlak voor diens vlucht naar Egypte – ontmoeten. Hierdoor krijg je als lezer een beeld van het Iran onder de Sjah. Een weinig vleiend beeld aangezien het enige vleiende de wijze is waarop de Sjah door jaknikkers wordt bejegend en hij niet inziet dat zijn beleid van corruptie en zijn gevreesde inlichtingendienst SAVAK de wegbereiding vormen voor de komst van Khomeini. 

Te lang en te studentikoos
Natuurlijk is dit niet het enige waar de lezer van Iran in de fantasie van F. Springer over leest. Harrison is in gezelschap van een Haagse jeugdvriend die inmiddels in Zwitserland woont. Een nogal kinderachtig spel waarbij aan een jeugdliefde van deze vriend – Yvonne – continu wordt gerefereerd, moet zorgen voor wat afleiding. En natuurlijk als aanloop voor een liefdesverhaal tussen Harrison en de Iraanse vrouw die zijn vreselijke proza moet typen: Pat Jahanbari. En dan is er ook nog de Nederlandse diplomaat ter plaatse, de wel erg eendimensionale en karikaturale Bill Turfjager die desondanks enige heldhaftigheid niet onthouden kan worden. F. Springer staat bekend om zijn wat studentikoze schrijfstijl doorspekt met BuZa-jargon en wat James Bond-achtige sfeer, maar in dit boek maakt hij het wel erg bont. Juist dat wel erg flauwe toontje en de meanderende stukken over de Nederlandse gemeenschap in Teheran leiden op een gegeven moment tot verveling. Dit terwijl de context van het verhaal natuurlijk buitengewoon interessant is. Dat bewijzen de in een paar pagina's aan het einde van het boek opgenomen Aantekeningen waar een aantal gruwelijke details van de regime change worden weergegeven. In een nogal markant contrast met de rest van het boek. Misschien juist zo bedoeld, maar die wat meer serieuze toon had her en der niet misstaan.Het aparte is dat met 285 pagina’s Teheran, Een Zwanezang niet bijzonder lang is, maar juist door de aanpak langer lijkt dan nodig. En dat is jammer, want in dit boek zit een prachtig verhaal over een omwenteling in één van de belangrijkste landen van de regio. Het etiket ‘een gemiste kans’ doet dan weer geen recht aan dit boek, maar er had meer in gezeten. 

Oordeel FerdiBlog: ***

‘Teheran, Een Zwanezang’ van F. Springer (pseudoniem van Carel Jan Schneider) is in 1991 door Querido voor het eerst uitgegeven en op dit moment alleen als eBook verkrijgbaar. Tevens is het opgenomen in het eveneens door Querido uitgegeven ‘Verzameld Werk’ van F. Springer. Bestellen kan hier

Reacties