Simenon in het nieuw. 'Maigret en het dode meisje' & 'De trein' van Georges Simenon



De Bezige Bij verkeert op dit moment in zwaar weer door het omstreden voornemen een pamflet van Abou Jahjah te willen uitgeven. Het besluit om een deel van het werk van Georges Simenon opnieuw uit te geven in een nieuwe vertaling is allesbehalve omstreden. Het realisme en de vertelkracht van Simenon hebben aan kracht nog niet ingeboet en ook deze nieuwe reeks van heruitgaven bevestigt de statuur van de inmiddels al meer dan kwarteeuw overleden bedenker van commissaris Maigret. 

Nu zowel Tommy Wieringa en Jessica Durlacher, al dan niet tijdelijk, hebben besloten uitgever De Bezige Bij de rug toe te keren, bevindt één van grootste uitgevers van Nederland zich in een crisis. Aanleiding voor het vertrek van deze twee auteurs en grote onvrede bij de resterende auteurs is het besluit om na de zomer een pamflet van de Belgische activist van Libanese afkomst Abou Jajah uit te geven. Deze oprichter en voorman van de Arabisch-Europese Liga is – op z’n zachtst gezegd – omstreden en de mededeling dat zijn pamflet een pleidooi voor radicalisering zal zijn, voorspelt weinig goeds. In september wordt duidelijk of Wieringa en Durlacher terecht zijn opgestapt en of de schade voor de uitgever beperkt dan wel vergroot is. Eén auteur zal zijn biezen bij De Bezige Bij in ieder geval niet pakken, maar dat komt omdat hij al meer dan 25 jaar geleden is overleden: Georges Simenon (1903-1989). Deze Franstalige Belg wordt gezien als één van de grootste schrijvers van de twintigste eeuw. Zijn beroemdste karakter, de humeurige commissaris Maigret, is nog altijd een begrip en van zijn grote oeuvre zijn wereldwijd meer dan een half miljard exemplaren verkocht. 

Nieuwe uitgave én nieuwe vertaling
Het is daarom zowel vanuit literair als commercieel oogpunt niet verwonderlijk dat De Bezig Bij eind 2014 is gestart met een reeks van nieuwe uitgaven van het werk van Simenon. Inmiddels telt de catalogus zestien heruitgaven die zich niet alleen kenmerken door een frisse styling, maar veel belangrijker door de nieuwe vertaling het werk van Simenon met glans de tand des tijds hebben doen doorstaan. Uiteraard heeft het basismateriaal daar zelf de grootste rol in aangezien het donkere realisme van Simenon nog altijd aanspreekt, maar de eigentijdse vertaling is de spreekwoordelijke kers op de slagroom. Gelijk vorige uitgaven houdt ook deze nieuwe serie van vier boeken, vorige maand verschenen, een balans tussen Maigret-mysteries (Maigret en het dode meisje en De kop van een man) en stand alone-werken (De trein en De weduwe Couderc).

Inspecteur Izegrim
In Maigret en het dode meisje (1954) wordt commissaris Maigret door de vondst van het lichaam van de jonge Louise Laboine in een wereld getrokken die weinig met de glamour van hoofdstedelijk Parijs van doen heeft. Deze jonge vrouw – gevonden in een gehuurde avondjurk – kwam in Parijs haar geluk beproeven, maar vond daar slechts haar dood. Zoals altijd in de verhalen over Maigret is de kenschets van het Franse leven evenzo belangrijk als de speurtocht naar de dader. De onnavolgbare en immer ietwat humeurige Maigret houdt van een klein drankje en – een teken des tijds die door geen enkele vertaling weggenomen kan worden – laat ieder gesprek in een kroeg of bij iemand thuis hier dan ook graag vergezeld van gaan. De oplossing is zoals altijd vindingrijk en in dit geval toch behoorlijk onverwacht. Extra dimensie die Simenon aan dit verhaal geeft is de (ongelijke) broederstrijd tussen commissaris Maigret en de ondergeschikte inspecteur Lognon onder wiens jurisdictie deze moord valt. Maigret en Lognon (door Maigret omgedoopt tot ‘inspecteur Izegrim’) hebben een lastige verhouding sinds een vorige moordzaak die Maigret spectaculair en vooral ten koste van Lognon wist op te lossen. Met deze nieuwe zaak lijkt de geschiedenis zich te herhalen en is het niet alleen het verhaal van Louise Laboine, maar ook zeker de wedijver tussen Maigret en Lognon om als eerste de waarheid rondom haar dood te achterhalen. Zonder meer een fijne toevoeging aan deze serie van heruitgaven in een mooie vertaling door Rokus Hofstede.

In liefde en oorlog is alles geoorloofd 
Zo anders is De trein die zeven jaar na Maigret en het dode meisje is verschenen. Niet alleen is Maigret in geen velden of wegen te bekennen, ook de toon en opzet is compleet anders. En toont daarmee de veelzijdigheid van Simenon aan. Want De trein (1961) – in de vertaling door Peter Verstegen – handelt over de eerste weken na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog en de inval in België en Frankrijk. Het vlak bij de grens met België gelegen Franse dorpje Fumay is het dorp van Marcel Féron, zijn zwangere vrouw Jeanne en zijn dochtertje Sophie. Door de inval worden zij gedwongen te vluchten. Een vlucht die via de trein gaat en hen door grote delen van Frankrijk voert, maar tegelijkertijd ook Marcel scheidt van zijn vrouw en dochter zonder dat ze van elkaar weten waar ze gebleven zijn. In de periode dat Marcel zijn gezien kwijt is, ondergaat hij – nogal gelaten – het gemis van zijn familie, maar ook de gevolgen van de oorlog. Tijdens zijn reis ontmoet hij ene Anna die in dat korte tijdsbestek dat zijn vlucht duurt een bijzondere plek in zijn leven zal innemen. De trein is niet zonder reden vanuit het perspectief van Marcel geschreven en is een poging van hem om zijn herinneringen aan die vreemde tijd een plek te geven. Een roman met een volledig andere beleving dan de Maigret-verhalen en ondanks de gelaten en afstandelijke houding en toon van Marcel – een mooi voorbeeld van het schrijftalent van Georges Simenon. 

Daar waar De Bezige Bij nog eens goed moet nadenken of ze types als Abou Jahjah een podium moeten willen geven, is dat bij het werk van Georges Simenon volstrekt evident: continuez svp!

De Bezige Bij heeft recent wederom een viertal boeken van Georges Simenon opnieuw vertaald en uitgegeven: ‘ De trein’ , ‘ De weduw Couderc’ en twee Maigret-mysteries ‘Maigret en het dode meisje’ en ‘De kop van een man’. Sinds eind 2014 zijn daarmee 16 titels van Simenon opnieuw uitgebracht.

Reacties