Concert 10 februari 2017: Mozart's Requiem à la Verdi


Schubert: Symfonie Nr. 4 'Tragische'
Mozart: Requiem

Renate Arends, sopraan
Maria Fiselier, alt
Marcel Reijans, tenor
André Morsch, bas

Laurens Collegium Rotterdam
Jan Willem de Vriend, Residentie Orkest
Zuiderstrandtheater, Den Haag

In de zoektocht naar nieuw publiek experimenteert het Residentie Orkest met allerhande nieuwe vormen om muziek en liefhebbers bij elkaar te brengen. Van Lazy Sunday-concerten tot een Vijfde van Beethoven waar het orkest tussen het publiek zit, het Residentie Orkest staat er voor open. Ook voor het Requiem van Mozart wordt een nieuwe aanpak getest, maar evenzo goed trekt een "klassieke" uitvoering ook nog een volle zaal. Het ene doen en het andere niet laten is het gelukkige devies van het Haagse orkest. 

Het Residentie Orkest, lange het tijd na het Koninklijk Concertgebouworkest het onbetwiste tweede orkest van Nederland, heeft lastige jaren achter de rug. Niet alleen omdat - gelijk andere orkesten - de toekomst alleen zonnig kan zijn wanneer nieuw publiek wordt getrokken, maar vooral ook omdat door de bezuinigingen en tekorten vooral dit orkest een flinke tik heeft gekregen. Met een kleinere formatie, het aantrekken van nieuwe vaste dirigenten (Nicholas Collon en Jan Willem de Vriend) en het doorzetten van de zoektocht naar nieuwe vormen van het bij elkaar brengen van muziek en (nieuwe) liefhebbers werpen langzamerhand hun vruchten af. Recent introduceerde het Residentie Orkest het geslaagde Lazy Sunday-concert terwijl vorige week in de Stadsgehoorzaal in Leiden geëxperimenteerd werd met Close to Classics waarbij orkest en publiek door elkaar heen zitten rondom de dirigent en zo een compleet andere ervaring van Beethoven's Vijfde Symfonie mogelijk maakte. Afgelopen dagen stond Jan Willem de Vriend weer voor het orkest met het in Nederland nog altijd ongekend populaire Requiem van Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791). Ook deze Dodenmis van het muzikale wonderkind is onderwerp van een nieuwe presentatievorm: Masterclassics. Deze variant gaat uit van een kort en krachtig concert gecentreerd rondom één werk waarbij een uitgebreide duiding - inclusief gespeelde fragmenten - eerst plaats vindt waarna het werk in zijn geheel volgt. Doel is om op een laagdrempelige manier (potentiële) liefhebbers in aanraking te brengen met meesterwerken, maar deze ook van een context te voorzien. Het Rotterdams Philharmonisch Orkest (Core Classics) en het Koninklijk Concertgebouworkest (Essentials) kennen een gelijksoortige aanpak. Het Residentie Orkest verdient veel lof voor deze initiatieven, maar ook omdat dit niet betekent dat het "klassieke" concert zijn langste tijd heeft gehad. Het is een kwestie van 'en' in plaats van 'of'. De volle zaal die Jan Willem de Vriend en het Residentie Orkest op vrijdag 10 februari konden aanschouwen, maakte dat zonneklaar.

Een Tragische Schubert met pit
Want hoewel het Requiem op 11 februari als eerste van de Masterclassics-serie in het  Haagse Zuiderstrandtheater werd gepresenteerd, was de uitvoering de avond ervoor (en overigens ook vandaag in TivoliVredenburg) een reguliere uitvoering waarbij het Requiem gezelschap kreeg van de Vierde Symfonie van Franz Schubert (1797-1828). Een uitstekende combinatie aangezien Schubert deze symfonie, die hij al op negentienjarige leeftijd schreef, zelf de bijnaam 'Tragische' meegaf. Een wellicht wat sombere, maar wel zeer passende combinatie met Mozart's Dodenmis. Overigens wil dat in het geheel niet zeggen dat je als bezoeker met zwaar gemoed de winterkou weer in ging. Zowel Schubert's Symfonie als het Requiem van Mozart zijn bovenal prachtige muziek waarbij de tragiek zeker niet allesomvattend is. Zeker niet met Jan Willem de Vriend op de bok die - zeker bij dit kernrepertoire - houdt van een dynamische en energieke interpretatie. Bij de uitvoering van de Vierde Symfonie van Schubert werkte dit uitstekend. Het commentaar dat Schubert door de vele herhalingen wat langdradig aandoet, heeft in de uitvoering door De Vriend weinig waarde. Sowieso zijn de symfonieën van Schubert wel aan enige herwaardering toe. Het is dan misschien geen Beethoven of Brahms, maar zijn symfonieën kennen een buitengewoon eigen geluid en charme. Een charme die uitstekend naar boven werd gebracht door het soepel en met plezier spelende Residentie Orkest. 

Het Requiem van Verdi als inspiratie?
Maar het Requiem van Mozart dat na de pauze plaats vond, was natuurlijk hetgeen waar de uitverkochte zaal voor gekomen was. Het Requiem heeft natuurlijk als voordeel dat het niet alleen prachtige muziek bevat, maar tegelijkertijd een onstaansgeschiedenis kent die alleen maar meer kleur geeft. Niet in de laatste plaats overigens door Amadeus, de fictieve verfilming van het leven van Mozart van regisseur Milos Forman met een onnavolgbare F. Murray Abraham als Mozart's snode rivaal Salieri. Maar wanneer je dit allemaal laat voor wat het is, resteert hemelse muziek waarvan het niet verwonderlijk is dat het na ruim drie eeuwen nog steeds zo populair is. Opvallend bij de uitvoering door het Residentie Orkest aangevuurd door De Vriend was niet zozeer de te verwachten dynamiek en energie, maar vooral het daardoor ietwat gewijzigde karakter van het Requiem. Want De Vriend leek zich qua uitvoering meer te richten op het Requiem van Verdi dan van Mozart. Van het Requiem van Verdi is het meest kenmerkende dat hoewel het in naam een Dodenmis is, het in de praktijk toch vooral een opera. Memorabel is de kwalificatie die dirigent Hans von Bülow (1830-1894) eraan gaf: "Oper im Kirchengewande". Mozart's Dodenmis is dat nadrukkelijk niet, maar de uitvoering in handen van De Vriend deed daad zonder meer aan denken en was eigenlijk wel verfrissend. Ook hier gold dat De Vriend kon rekenen op niet alleen een uitstekend spelend Residentie Orkest, maar ook het fijne Laurens Collegium Rotterdam én vier goede solisten. Zo liet het Residentie Orkest horen waarom er nog altijd "muziek" zit in het tijdloze klassiekers zoals het Requiem, maar het evenzo belangrijk is om het oog op de toekomst te houden. 


Op 10, 11 en 12 februari 2017 voert het Residentie Orkest onder leiding van Jan Willem de Vriend de Vierde Symfonie van Schubert en het Requiem van Mozart. De uitvoering op 11 februari is de eerste  in de reeks Masterclassics waar alleen het Requiem centraal staat dat - met behulp van diverse fragmenten - geduid wordt voordat het Requiem als geheel wordt uitgevoerd. 

Reacties