Opera 28 november 2017: De Nationale Opera verbindt de uitersten van Puccini en Zemlinksy


De Nationale Opera
Eine florentinische Tragödie / Gianni Schicchi
(Alexander von Zemlinsky / Giacomo Puccini)

Eine florentinische Tragödie

John Lundgren, Simone
Nikolai Schukoff, Guido Bardi
Ausrine Stundyte, Bianca

Gianni Schicchi

Massimo Cavalletti, Gianni Schicchi
Mariangela Sicilia, Lauretta
Enkelejda Shkosa, Zita
Alessandro Scotto di Luzio, Rinuccio

Jan Philipp Gloger (regie)
Raimund Orfeo Voigt (decor), Karin Jud (kostuums)

Marc Albrecht, Nederlands Philharmonisch Orkest
Nationale Opera & Ballet, Amsterdam

Twee voor de prijs van één moet De Nationale Opera hebben gedacht met een dubbelproductie van éénakters van Zemlinsky en Puccini. Zowel Eine florentinische Tragödie als Gianni Schicchi spelen zich af in Florence, maar dit gegeven lijkt meteen het enige dat beide opera's bindt. Muziek, verhaal en decor verschillen als dag en nacht, maar toch werkt deze dubbelproductie van uitersten.

Geschreven tijdens de Eerste Wereldoorlog en binnen twee jaar van elkaar in première gegaan (januari 1917 en december 1918), verschillen Eine florentinische Tragödie en Gianni Schicchi van elkaar als dag en nacht. Het muzikale idioom misschien nog wel het meeste. De muziek van de Oostenrijkse Alexander von Zemslinky (1871-1942) is zwaar en dramatisch op de hand en zijn muzikale stijl is een mix van Mahler,  Korngold en Richard Strauss. De veertien jaar oudere Italiaan  Giacomo Puccini (1858-1924) nam het leven in ieder geval minder serieus en dat is in zijn heerlijk melodieuze muziek ook goed te horen. Zijn Gianni Schicchi is één en al vrolijkheid terwijl Eine florentinische Tragödie de donkere diepten van de menselijke psyche opzoekt. Toch werkt de dubbelproductie goed hoewel Gianni Schicchi zonder twijfel de publiekslieveling is en waarschijnlijk ook de belangrijkste reden om deze productie te zien. 

Oprecht grappig
De reden dat Gianni Schicchi in deze enscenering onder regie van Jan Philipp Gloger zo goed werkt, is dat de productie oprecht grappig is. De dood van Buoso Donati is het startschot voor zijn familie om zich te storten op zijn (omvangrijke) erfenis. Het leidt tot een doldrieste zoektocht naar zijn testament die meteen op de lachspieren werkt. Helaas voor de familie blijkt uit het testament dat de enige 'winnaar' niet de familie is, maar de de kerk. De familie zit in zak en as en ook dat levert - met in de hoofdrol Zita (een geweldige rol van Enkelejda Shkosa) - de nodige hilariteit op. Maar niet getreurd want neef Rinuccio heeft de oplossing: het inschakelen van zijn aanstaande schoonvader Gianni Schicchi. Een man die door de rest van de familie te min wordt gevonden omdat Lauretta van haar vader geen bruidsschat mee krijgt. Maar zodra Schicchi ten tonele komt en het plan heeft om het het feit dat de dood van Buoso Donati niet bekend is te benutten voor een doortrapt plan om diens laatste wil te wijzigen, verdwijnen de bezwaren tegen hem als sneeuw voor de zon. De familie, op het liefdespaar Rinuccio en Lauretta na, krijgt hier spijt van wanneer Schicchi - vermomd als Buoso - het zo regelt dat de erfenis naar hemzelf en zijn dochter en schoonzoon gaat. Weliswaar een schurkenstreek, maar één waar Schicchi - met enig recht van spreken - rechtstreeks begrip voor vraagt aan het publiek en dat ook krijgt. Zeker omdat deze productie van De Nationale Opera op alle niveaus werkt: er wordt goed gezongen, nog beter geacteerd (inclusief uitstekende komische timing) en de enscenering - een typisch Italiaanse woning - klopt. Tel daarbij een fijn spelend Nederlands Philharmonisch Orkest onder leiding van Marc Albrecht op en je hebt een klein feestje. Zeker omdat de muziek van Puccini aanstekelijk is, niet in de laatste plaats vanwege de bekende aria 'O mio babbino caro'. Eén van de redenen waarom Gianni Schicchi van Puccini's drieluik Il trittico de meest uitgevoerde is. 

Broeierig maar... 
Het aparte daarbij is dat zodra na de pauze het doek voor Gianni Schicchi opent je - alleen al op grond van de techniek - niet begrijpt waarom deze producties zijn samengevoegd. Want waar Gianni Schicchi zich afspeelt in een klassiek decor, moeten de drie solisten van Eine florentinische Tragödie het doen met een zwevend decor dat continu in beweging is en geen enkele opsmuk kent. De broeierige ouverture - uitstekend gespeeld door het Nederlands Philharmonisch Orkest met in Marc Albrecht een dirigent die het idioom van Zemlinsky zonder meer snapt - is het toneel van een heftige vrijpartij tussen Bianca en Guido, de zoon van de Hertog van Florence. De thuiskomst van Bianca's man Simone - zeer goed gezongen door John Lundgren die daarmee zijn mede-solisten een beetje in de schaduw stelt - verstoort hun samenzijn, maar verraadt hen nog (net) niet. Simone is onder de indruk van de hoge afkomst van de bezoeker en benut zijn afwezigheid om zijn (dure) stoffen aan de man te brengen. De sfeer wordt langzamerhand steeds naargeestiger en eindigt uiteindelijk in een duel waarbij - onverwacht - Guido het onderspit delft en sterft. Bizar genoeg doet deze daad de liefde van Bianca voor Simone weer ontbranden en leidt het tot een soort happy end. 

Eine florentinische Tragödie is zonder meer fascinerend en het decor - alleen al door de originaliteit - levert daar zeker een bijdrage aan. Of het helemaal werkt is wel een klein beetje de vraag. Het bijzondere is dat het gevaarte na de pauze niet gebruikt wordt, behalve (letterlijk) als basis voor het traditionele decor van Gianni Schicchi. Dat beide opera's in Florence spelen en zowel Buoso Donatie als Guido Bardi dezelfde kamerjas afgelegd worden maar ook in beide opera's een (mannelijk) karakter met de naam Simone voorkomt, zijn eigenlijk de enige echte overeenkomsten. Totdat Gianni Schicchi het woord richt aan het publiek. Het decor schiet omhoog en laat het gevaarte uit Eine florentinische Tragödie zien. Zo wordt in één klap duidelijk gemaakt dat beide verhalen niet alleen in Florence spelen, maar in het daadwerkelijke zelfde Florence. Een beetje een gimmick, maar zo kwamen de uitersten toch nog een beetje bij elkaar.

Foto's: De Nationale Opera


De dubbelproductie van Zemlinsky's Eine florentinische Tragödie en Gianni Schicchi van Puccini werd van 11 t/m 28 november 2017 opgevoerd door De Nationale Opera. Deze is recensie is op basis van de laatste uitvoering op 28 november.

Reacties