Robeco SummerNights 2018
Wagner: Ouverture Der fliegende Holländer
Brahms: Vioolconcert
De Sarasate: Zigeunerweisen (toegift)
Sibelius: Symfonie Nr. 5
Grieg: Åses dod uit Peer Gynt (toegift)
James Ehnes (viool)
Edward Gardner, Bergen Philharmonisch Orkest
Concertgebouw Amsterdam
De combinatie van eminent dirigent Edward Gardner en topviolist James Ehnes is zonder meer reden om de zomerprogrammering in het Amsterdamse Concertgebouw in het kader van de Robeco SummerNights 2018 te bezoeken. Een zeer gebalanceerde en uitstekende gespeeld Vioolconcert van Brahms was het gevolg.
Sinds mensenheugenis vormen de Robeco Zomerconcerten in het Concertgebouw - sinds een aantal jaar lekker hip and happening Robeco SummerNights geheten - het muzikale hart van de zomerprogrammering van het Concertgebouw. Aan die traditie komt, net wanneer deze zomertraditie het zesde lustrum viert, deze zomer een eind. Afgelopen mei maakten Robeco en het Concertgebouw bekend dat Robeco met ingang van 2019 afhaakt als sponsor voor de zomerprogrammering van het Concertgebouw en de aandacht verlegt van cultuur naar educatie. Het Concertgebouw is op zoek naar een nieuwe hoofdsponsor waardoor het vertrek van Robeco in beginsel niet betekent dat het in de zomer muzikaal afzien wordt. Dat zou ook jammer zijn aangezien de zomerprogrammering al jaren lang een mooie muzikale mix biedt dit het bezoeken meer dan waard is. Ondergetekende bezoekt de Robeco SummerNights al jaren met veel plezier mede vanwege het feit dat een keur aan interessante orkesten, dirigenten en solisten in een vaak plezierig programma voorbij trekt. Daarbij is ook ruimte voor cross-over waarbij de live-begeleiding door het Antwerp Symphony Orchestra van Star Wars: A New Hope als start van de zomerprogrammering dit jaar een heerlijk hoogtepunt was. De iconische muziek van John Williams met tegelijkertijd de film waarmee het inmiddels alom aanwezige Start Wars-universum werd afgetrapt, past uitstekend bij de doelstelling van de Robeco SummerNights: een programmering die muziek omvat van klassiek tot modern en van akoestisch tot elektronisch (dixit Robeco en het Concertgebouw). Hoe die programmering er volgend jaar uitziet, is nog de vraag, maar één ding is zeker: het Residentie Orkest staat reeds klaar om in juli 2019 Star Wars: The Empire Strikes Back live te begeleiden. Robeco verdient een groot compliment dat het jarenlang deze programmering heeft ondersteund. De aanstaande hoofdsponsor treedt in een prachtige traditie. Zeker gezien de kwaliteit die - net als het spel- en luisterplezier - in de regel hoog is. Het concert van gisteravond was daar weer een mooi voorbeeld van.
Lekker 'lush'
Een concert met een voor de Robeco SummerNights typisch programma van redelijk gangbare topwerken uit de geschiedenis van de klassieke muziek: Wagner, Brahms en Sibelius. Door twee toegiften kwamen daar nog eens Grieg en De Sarasate bij. De aftrap - hoe kan het ook anders met Wagner - was zoals het hoort: een heerlijke uitvoering van de ouverture uit Richard Wagner's eerst (volwassen) opera Der fliegende Holländer. In alles kon je merken dat Edward Gardner lange tijd Music Director van de English National Opera (ENO) is geweest. Met dank aan het Bergen Philharmonisch Orkest waar Gardner sinds 2015 de scepter zwaait dat zich overtuigend liet leiden door Gardner en de kolkende zee en daarmee de legende van de Hollander gedoemd om de zeeën te bevaren totdat liefde hem ontdoet van zijn vloek beeldend tot leven wist te wekken. Gardner nam daarbij aan het begin van het concert kort het woord om alle die avond te spelen werken kort in te leiden. Bij deze ouverture gaf hij aan dat gebruik werd gemaakt van een latere partituur toen Wagner Tristan und Isolde had geschreven en dat zich dit heeft vertaald in een versie die - met name tegen het slot - door Gardner als 'lush' werd getypeerd. En verdraaid: met deze toelichting in het achterhoofd hoorde je in deze vroege Wagner het muzikale idioom van de latere Wagner. Bijzonder aan de avond was dat de gespeelde werken allemaal een tussenpoos van 37 jaar hadden: 1841 (Wagner), 1878 (Brahms) en Sibelius (1915). Die laatste betrof de Vijfde Symfonie die de Finse componist Jean Sibelius in 1915 ter gelegenheid van zijn vijftigste verjaardag in première bracht (doch pas vier jaar later zijn definitieve vorm kreeg). Een werk dat op het eerste gehoor minder goed te doorgronden was toch redelijk voorbeeldig door het orkest ten gehore werd gebracht. Dit alles werd afgerond met een toegift van - hoe kan het ook anders met een orkest uit Noorwegen met als thuisbasis de Griegzaal in Bergen - Edvard Grieg. Åses dod uit Peer Gynt is bepaald niet vrolijk, maar wel buitengemeen mooi.
Perfect in balans
Maar het echte hoogtepunt van de avond was zonder twijfel het grootste en meeslepende Vioolconcert van Brahms. Diezelfde Brahms die lang onder de schaduw van Beethoven leed, niet in de laatste plaats bij het componeren van zijn prachtige reeks van vier symfonieën waarvan de vierde symfonie een persoonlijke favoriet is. Het Vioolconcert van Brahms is zeker schatplichtig aan Beethoven, niet in de laatste plaats door een lange introductie door het orkest terwijl de solist in afwachting in van een glorieuze intrede. Dat gezegd hebbende heeft het Vioolconcert duidelijk een eigen klankwereld en wordt niet onterecht gerekend tot de grote vioolconcerten. Voor de uitvoering van dit bekende werk had Gardner de fijne violist James Ehnes meegenomen. Gardner (1974) en Ehnes (1976) zijn generatiegenoten die voortkomen uit het Gemenebest: Canada (Ehnes) en het Verenigd Koninkrijk (Gardner). Ehnes is allesbehalve een showpony, maar wel een verdomd goede violist. Voor het eerst hoorde ik hem in de Scottish Fantasy van Bruch in het Meyerson Symphony Center in Dallas waar het Dallas Symphony Orchestra onder leiding van gastdirigent Claus Peter Flor (een geweldige dirigent die het moest afleggen tegen onze eigen Jaap van Zweden als nieuwe chef van het Dallas Symphony Orchestra). In Nederland was hij onder andere te horen in het Vioolconcert van Beethoven (met wederom Flor en ditmaal het Residentie Orkest) en het Vioolconcert van Korngold (het Rotterdams Philharmonisch Orkest onder Jakub Hruša). Ehnes heeft de gave om zowel nauwgezet als lyrisch te spelen. Niet voor niets worden zijn opnames in de regel geroemd. Dat was gisteravond niet anders. Mede door het feit dat de generatiegenoten blijkbaar ook muzikaal veel met elkaar gemeen hebben. De balans tussen orkest en solist was meer dan uitmuntend en zorgde voor een synergie die het overbekende Vioolconcert zeer ten goede kwam. Om het zigeunerachtige karakter van het slot van het Vioolconcert én de virtuositeit van Ehnes te benadrukken volgde een heerlijke toegift: de Zigeunerweisen van Pablo de Sarasate.
In het kader van de Robeco SummerNights 2018 trad het Bergen Philharmonisch Orkest onder leiding van chef-dirigent Edward Gardner en met medewerking van violist James Ehnes op 19 augustus 2018 op in het Amsterdamse Concertgebouw.
Reacties
Een reactie posten