De dagboeken van koninklijke kokkin Michelle Mastenbroek inspireerden Fleur Jurgens tot het schrijven van Drakensteyn, Droomkasteel. Een goed geschreven roman waar feit en fictie - soms onhandig - door elkaar heen lopen en subtiele sensatie het devies is. Wie probleemloos fake news van de waarheid kan onderscheiden én een voorkeur heeft voor koningsdrama kan het slechter treffen.
In enkele besprekingen van de nieuwste roman van Fleur Jurgens (1972) wordt bezwaar gemaakt tegen het feit dat feit en fictie door elkaar lopen en zo mogelijk een beeld van de allesbehalve fictieve koninklijke hoofdpersonen ontstaat dat afbreuk doet aan de waarheid. Nu is het genre waar feit en fictie door elkaar heen lopen bepaald niet nieuw. Het bekendste Nederlandse voorbeeld is Tomas Ross die op basis van verifieerbare feiten fantasierijke thrillers schrijft. Maar het is een genre van alle tijden en landen. Een andere mooi én internationaal voorbeeld zijn de historische doch (deels) fictieve romans van Robert Graves (1895-1985). Zijn vermaarde I, Claudius, Count Belisarius en King Jesus nemen respectievelijk de Romeinse keizer Claudius, de Byzantijnse generaal Belisarius en Jesus Christus als uitgangspunt. Is het allemaal waar wat Graves schrijft? Vast niet, maar geen haan die er naar kraait. Bijzonder is dat wanneer een dergelijke fantasierijke literaire behandeling het Koningshuis betreft de bezwaren zich eerder lijken voor te doen. Zoals altijd wordt al het nieuws rondom ons Koningshuis, maar ook die in de rest van de wereld met graagte verslonden en ontstaat er tegelijkertijd een bepaalde preutsheid of er geen schade wordt veroorzaakt aan dit eerbiedwaardige instituut. Waarschijnlijk ook mede ingegeven door het feit dat Koningshuizen zich moeilijker kunnen verdedigen. Al valt daar - zeker gezien de uitgebreide communicatiemogelijkheden en dito legers aan voorlichters - het nodige op af te dingen. Hoe het ook zij: lezers van Drakensteyn, Droomkasteel vallen hoogstwaarschijnlijk in twee categorieën uiteen. Zij die een dergelijke fictieve vertelling bepaald niet waarderen dan wel door het genre heen kunnen kijken en de roman op de eigen merites beoordelen. Voor de koninklijke wakers onder u: deze lezer valt onder de tweede categorie.
Een onuitstaanbare Prins Claus
Lezers uit de eerste categorie gaan ongetwijfeld vallen over het feit dat Drakensteyn, Droomkasteel een allesbehalve vleiend beeld schetst van (toenmalig) Prinses Beatrix, maar vooral Prins Claus. Die laatste wordt gepresenteerd als een tiran die allesbehalve gemütlich is in de omgang met het personeel van kasteel Drakensteyn en dan met name Minnie de kok en Anton de butler. Hoewel fictief heeft Fleur Jurgens zich gebaseerd op de dagboeken van de bepaald niet fictieve Michelle Mastenbroek die in de jaren zestig kokkin van Drakensteyn was. In haar verantwoording licht Jurgens dit uitgebreid toe en kan de goede lezer opmaken dat de echte kokkin geen fan was van het (toen nog) net verloofde paar, maar dat het gezichtspunt van de kokkin niet objectief is. Hoe het ook zij: de dagboeken hebben de basis gelegd voor prima roman die goed geschreven is en lekker weg leest. Het verhaal van de (van oorsprong Britse) Minnie en haar Nederlandse man Anton wordt gelardeerd door tal van historische gebeurtenissen waaronder de verloving en het huwelijk van Claus von Amsberg met Prinses Beatrix. Deze gebeurtenissen zijn echter ondersteunend aan verteller Minnie die afwisselt tussen haar heden (2002) en haar periode op Drakensteyn (het grootste deel van de jaren zestig). Ze dacht haar geluk gevonden te hebben met haar tweede man Anton, maar deze schuinsmarcheerder en dronkenlap is zeker niet de brenger van geluk in haar leven. Dit geldt evenmin voor de werkgevers van het echtpaar. Een situatie die bij het intrekken in Drakensteyn totaal anders is en zorgt voor een fijne periode ten dienste van de vrijgezelle Beatrix. Pas wanneer Claus zijn opwachting maakt en intrekt in Drakensteyn begint de ellende voor het dienende echtpaar.
Subtiele sensatie
Opvallend daarbij is dat Jurgens ten aanzien van met name Claus een ander beeld schetst dan algemeen bekend is. Blijkbaar is zijn omgang met personeel op feiten gebaseerd, maar een aantal suggesties die Jurgens in het boek doet, zijn dat - voor zover deze lezer althans weet - niet. Daar betreedt Jurgens het toneel van de fantasie en weet ze een verhaallijn te creëren waar behoorlijk sensationele suggesties de revue passeren - van homoseksualiteit tot een vermeende aanslag - maar wordt deze sensatie dermate subtiel gebracht dat je er bijkans overheen leest. Het zal zeker niet alle lezers bekoren, maar dat lijkt op voorhand ook niet de bedoeling van Jurgens. Drakensteyn, Droomkasteel is vooral een koningsdrama, het drama van een prins die zich moet voegen naar de roeping van zijn vrouw in een tijdperk waar de man normaliter bepaalt en dominant is. Maar ook het alledaagse drama van een echtpaar in een niet-alledaagse context. Een drama dat geloofwaardig is, hoewel de perikelen rondom de kinderen van Minnie het minst geslaagd zijn en niet helemaal uit de verf komen. Maar dat laat onverlet dat Drakensteyn, Droomkasteel heerlijk weg leest en voldoet aan de doelstelling die Jurgens in de verantwoording stelt: de dramatische eisen van de romanvorm. Daarmee plaatst Jurgens zichzelf in ieder geval in de voetsporen van met name Tomas Ross. Je kan het slechter treffen. Dat geldt zowel voor Jurgens als de lezer.
'Drakensteyn, Droomkasteel' van Fleur Jurgens is afgelopen maand bij Prometheus verschenen. Het boek is als paperback en eBook beschikbaar.
Reacties
Een reactie posten