De Nationale Opera
Tannhäuser
(Richard Wagner, 1813-1883)
Daniel Kirch, Tannhäuser
Stephen Milling, Hermann, Landgraf von Thüringen
Björn Bürger, Wolfram von Eschenbach
Ekaterina Gubanova, Venus
Svetlana Aksenova, Elisabeth
Christof Loy (regie), Johannes Leiacker (decor)
Ursula Renzenbrink (kostuums), Olaf Winter (licht)
Klaus Bertisch (dramaturgie)
Koor van De Nationale Opera
Marc Albrecht, Nederlands Philharmonisch Orkest
Nationale Opera & Ballet, Amsterdam
De relatief weinig opgevoerde opera Tannhäuser van Richard Wagner maakt indruk in de nieuwe productie van De Nationale Opera. De sobere enscenering van Christof Loy staat in markant contrast tot de liederlijke en lyrische orgie die de uitvoering kenmerkt. De gouden combinatie van Marc Albrecht en het Nederlands Philharmonisch Orkest toont zich wederom een Wagner Walhalla.
De ouverture van Tannhäuser is wellicht bekender dan de opera zelf. Hoewel de opera's van Richard Wagner (1813-1883) bepaald niet de stiefkinderen van de operawereld zijn, is Tannhäuser - van zijn 'volwassen' opera's althans - één van de minst uitgevoerde. Voor De Nationale Opera - toen nog De Nederlandse Opera - is het twaalf jaar geleden dat Tannhäuser voor het laatst werd geprogrammeerd. Ook qua aantal verschillende opnames bungelt de opera tussen Der Fliegende Holländer en Lohengrin onderaan de ranglijstjes. De prachtige ouverture daarentegen kent vele opnames en is met enige regelmaat een fijne opwarmer voor concerten. Het betreft overigens een relatieve onbekendheid waar menig operacomponist een moord voor zou plegen. Het is en blijft immers een werk van Wagner en kan én mag daarom automatisch op aandacht rekenen. Helemaal vreemd is dit alles niet aangezien het de enige opera van Wagner's hand is die vele versies kent. Ook Der Fliegende Holländer kent meerdere versies, maar staat in de schaduw van de elf (!) versies die van Tannhäuser in omloop zijn. Van deze elf versies zijn de Dresden-versie (1845), de Parijs-versie (1861) en de Weense versie (1875) de bekendste. Marc Albrecht, Chef-dirigent van De Nationale Opera en het Nederlands Philharmonisch Orkest | Nederlands Kamerorkest, is duidelijk in zijn voorkeur voor de laatste en in zijn ogen meest pure Weense versie. In een interview voor het magazine van De Nationale Opera:
“We vinden het belangrijk om nu eens heel helder en puur de laatste Weense variant op de planken te zetten. Het is de meest rijpe partituur en ook de rijkste, met toegevoegde instrumenten waaronder vier harpen in de orkestbak en vier trombones op het toneel. Maar liever nog hadden we de twaalfde versie uitgevoerd, de versie die Wagner ons vlak voor zijn dood nog had beloofd.”
Het premièrepubliek van gisteravond is het ongetwijfeld zeer eens met Albrecht gezien het enthousiaste en (iets te) langdurige applaus dat de uitvoering ten deel viel. Meer dan terecht omdat deze nieuwe productie van Tannhäuser op eigenlijk alle fronten 'werkt' en daarom een succes is. Nog los van de uitmuntende muzikale prestaties die Albrecht aan het Nederlands Philharmonisch Orkest weet te ontlokken.
Een muzikale én letterlijke orgie
Een sober doch classicistisch stadspaleis is de plaats van handeling van Tannhäuser in de regie van Christof Loy die eerder bij ondergetekende al indruk maakte met zijn regie voor De Nationale Opera van Arabella van Richard Strauss. De (prachtige!) soberheid wordt doorgezet in de kostuums waar de mannen gekleed gaan in white tie en black tie en de vrouwen in avondjurken. De enscenering ademt een ouderwetse sfeer uit van de elite die samenkomt. Bijzonder passend omdat Tannhäuser - ook bekend onder de volledige titel Tannhäuser und der Sängerkrieg auf Wartburg - is gebaseerd op de legende uit de Duitse Middeleeuwen rondom het kasteel Wartburg en een zangtoernooi aldaar. Een omgeving waar het geloof (de kruistochten) en ridderlijk gedrag centraal staan. Deze wereld van religie en orde staat in schril contrast tot de wereld van Venus, een wereld van liefde en liederlijkheid. Heinrich von Offerdingen, de ridder die bekend staat als Tannhäuser, was een groot zanger en gewaardeerd lid van de elite tot hij zich bekeerde tot de liefde voor Venus en sindsdien het aardse voor de Venusberg heeft verruild. Deze twee werelden botsen - via Tannhäuser - continu met elkaar. In de enscenering van Loy is het stadspaleis de plek dat deze twee uitersten huist. Deze zelfde strijd is ook te horen in de hoofdthema's die tot volle wasdom komen in de prachtige en meeslepende ouverture. Een ouverture die gepaard gaat met een blik op de Venusberg waar Tannhäuser zich als een componist wijdt aan zijn muziek. De Venusberg die steeds voller wordt met liefhebbers van de liefde waardoor gaandeweg de uitvoering van de ouverture de enscenering overgaat in een full blown orgie. Zoals Floris Don, programmeur van het Rotterdams Philharmonisch Orkest, vlak na afloop van de opera op Twitter deze terecht typeerde als de meest overtuigende orgie in de geschiedenis van de opera. Deze twee kanten van de medaille komen telkens terug. De geordende en zinnelijke wereld van Wartburg valt in het ongerede door Tannhäuser die de verleidingen van Venus terzijde heeft gesteld en terugkeert naar zijn broeders en deelneemt aan het zangtoernooi. Een toernooi waar de liefde wordt bezongen, maar hij met zijn vrije opvattingen over de liefde de goegemeente in verwarring stort. Het dwingt hem de gang naar Rome te maken om vergiffenis te vragen aan de Paus. Zijn grote liefde Elisabeth - de nicht van de machtige Landgraaf van Thüringen - geeft uiteindelijk haar leven voor zijn zielerust. En zo eindigt Tannhäuser een bepaald niet duidelijke overwinning voor de kamp van het liefde dan wel het kamp van het betamelijke.
Een sublieme uitvoering
Het verhaal van Tannhäuser is van alle Wagner-opera's wellicht de meest vreemde, maar dat laat onverlet dat wanneer - zoals in dit geval - een passende enscenering is gevonden het een geweldig feest kan opleveren. Zeker vanwege de sublieme uitvoering die het publiek van Tannhäuser gisteravond ten deel viel. De door De Nationale Opera aangetrokken solisten waren allen van hoog niveau met bijzondere vermeldingen voor Stephen Milling (Hermann, Landgraf von Thüringen), Björn Bürger (Wolfram von Eschenbach), Ekaterina Gubanova (Venus) en Svetlana Aksenova (Elisabeth). Ook Daniel Kirch die als Tannhäuser zijn DNO-debuut maakt, was bepaald niet verkeerd, maar viel in vergelijking met de rest wat tegen, mede door een (licht) gebrek aan volume. Los van de goede solisten zijn de ware muzikale helden van deze productie het Koor van De Nationale Opera en het Nederlands Philharmonisch Orkest. Niet alleen weet het Koor van De Nationale Opera de inmiddels verwachte hoge kwaliteit waar te maken, maar is het een integraal onderdeel van de enscenering als de groep die de massascènes variërend van de orgie tot het publiek voor het zangtoernooi met overtuiging waar maakt. De prachtige muziek van Wagner wordt ten slotte door een uitmuntend spelend Nederlands Philharmonisch Orkest volledig recht gedaan. Niet in de laatste plaats door de bevlogen directie van Marc Albrecht die liet horen dat dit de Wagner-opera is die hij in zijn carrière het vaakst gedirigeerd heeft. Telkens weer wordt zo bevestigd dat Marc Albrecht en De Nationale Opera een gouden combinatie zijn. Vorig jaar kwam het bericht dat Marc Albercht halverwege 2020 De Nationale Opera en het Nederlands Philharmonisch Orkest | Nederlands Kamerorkest verlaat om zich - na een verbintenis van tien jaar - te richten op zijn internationale carrière. Doodzonde, want de verdiensten van Albrecht - met name in de opera's van Richard Strauss en Richard Wagner - zijn groot. Als zwanenzang volgt volgend jaar Wagner's Die Walküre in de inmiddels legendarische regie van Pierre Audi waar Albrecht het stokje overneemt van Hartmut Haenchen. Niet te missen, net zoals deze liederlijke en lyrische Tannhäuser.
Van 6 april t/m 17 mei 2019 voert De Nationale Opera 'Tannhäuser' van Richard Wagner uit. Deze recensie is op basis van de première op zaterdag 6 april 2019. Meer informatie en kaarten hier.
Reacties
Een reactie posten