Een bananenrepubliek voor een bananenproducent. 'Bittere Tijden' van Mario Vargas Llosa

 

De liefhebbers van het werk van Mario Vargas Llosa in het algemeen en diens Het Feest van de Bok in het bijzonder worden bepaald niet teleurgesteld met zijn nieuwe roman Bittere Tijden. Via de kenmerkende stijl van elkaar aflossende perspectieven schetst Vargas Llosa de ondergang van de democratie in het kleine Guatemala in de jaren vijftig. Een ondergang in gang gezet door de Verenigde Staten ten behoeve van de United Fruit Company. En als bonus passeren voor de liefhebber van Het Feest van de Bok enkele oude bekenden de revue. 

Het is inmiddels tien jaar geleden dat Mario Vargas Llosa de Nobelprijs voor de Literatuur toegekend kreeg, maar het weerhoudt de inmiddels 84-jarige schrijver er niet van om zijn pen op te nemen. Sinds die Nobelprijs hebben diverse boeken van zijn hand het licht gezien. Vorig jaar was daar Tiempos Recios dat afgelopen maand in de Nederlandse vertaling als Bittere Tijden is verschenen. Een boek dat liefhebbers van de Peruaanse schrijver zonder meer zal aanspreken, maar met name de liefhebbers van zijn meesterlijke Het Feest van de Bok dat in 2000 verscheen en op zeer aansprekende wijze de nabije geschiedenis van de Dominicaanse Republiek schetst via de moordaanslag op de gevreesde dictator Rafael Trujillo (1891-1961). In Bittere Tijden staat een ander Zuid-Amerikaans land centraal: het kleine en nietige Guatemala dat slechts 3 miljoen inwoners telt. Een land dat vlak voor het einde van de Tweede Wereldoorlog een periode van democratisering betrad om vanaf 1954 na een staatsgreep terug te vallen naar militaire dictatuur. De twee presidenten - Arévalo en Árbenz - die symbool stonden voor een nieuwe verlichte periode zouden uiteindelijk het onderspit delven tegen krachten waar ze niet tegen opgewassen waren: de Verenigde Staten en de United Fruit Company. In zijn kenmerkende stijl en met een mix van feit en fictie heeft Mario Vargas Llosa een meeslepende én schrijnende roman geschreven die een pendant vormt voor de literaire klassieker die Het Feest van de Bok inmiddels is geworden.

Er waart een spook door Zuid-Amerika

De verhouding tussen Zuid-Amerika en de Verenigde Staten is altijd een bijzondere geweest. Al snel na de oprichting van de Verenigde Staten is het 'andere Amerika' de feitelijke achtertuin van de machtige noorderbuur. Een speech in 1823 van de toenmalige Amerikaanse president James Monroe bevatte een beleidsvoornemen dat sindsdien bekend staat als de Monroedoctrine. In die speech stelde hij iedere Europese bemoeienis met het Westelijk halfrond, op de bestaande kolonies na, buiten de orde. De Monroedoctrine werd daarmee feitelijke de vaststelling voor de Verenigde Staten dat Zuid-Amerika tot de invloedssfeer behoorde. Wie de geschiedenis van Zuid-Amerika van de twintigste eeuw in ogenschouw neemt, moet constateren dat de Monroedoctrine bepaald niet aan kracht heeft ingeboet. Met name tijdens de Koude Oorlog en daarmee de mondiale strijd tussen het (democratisch) kapitalisme en het communisme werd Zuid-Amerika een battleground. Zeker in de periode van het McCarthyisme en de jacht op communisme, maar ook nog daarna (denk aan Kennedy en Cuba) was het beleid van de Verenigde Staten erop gericht om het communisme in Zuid-Amerika uit te roeien. In de praktijk leidde dit maar al te vaak tot militaire dictaturen al dan niet openlijk gesteund door de Verenigde Staten. In deze epische strijd is uiteindelijk ook Guatemala klem komen te zitten. Nadat het vlak voor het einde van de Tweede Wereldoorlog de militaire dictatuur van zich af had geschud zou een cocktail van anticommunisme en kapitalisme fataal blijken voor de opkomende democratie. Bittere Tijden van Vargas Llosa start met de ontmoeting van reclameman Edward L. Bernays en United Fruit Company-topman Sam Zemurray die samen het plan opvatten om de (belastingvrije) privileges van de bananenproducent veilig te stellen. Privileges die beter gedijen in een bananenrepubliek dan in een volwaardig functionerende democratie. Een voornemen dat koren op de molen is van het toenmalige Amerikaanse beleid om communisme waar mogelijk met wortel en tak uit te roeien. Het leidt tot ongemeen bittere tijden voor de drie miljoen inwoners van Guatemala. 

Wisselend perspectief

Vaste lezers van het werk van Vargas Llosa in het algemeen en Het Feest van de Bok in het bijzonder weten dat de Nobelprijswinnaar graag de verschillende verhaallijnen afwisselt om zo langzamerhand het complete beeld te geven. In ruim 340 pagina's schetst Vargas Llosa het Guatemala van de jaren veertig en vooral de jaren vijftig. Een land dat onder leiding van de opeenvolgende presidenten Arévelo (1945-1951) en Árbenz (1951-1954) de stap naar democratisering maakt en via landbouwhervormingen grootgrondbezitters, maar vooral de United Fruit Company de gordijnen in jaagt. En dat hadden ze beter niet kunnen doen. Hoewel de United Fruit Company na de eerste kennismaking bij het begin van het boek eigenlijk uit beeld verdwijnt, is het evident dat Vargas Llosa in de bananenproducent een belangrijke speler ziet bij de teloorgang van de democratie in Guatemala. Maar zoals we van Vargas Llosa gewend zijn, vertalen de gebeurtenissen zich op macroniveau naar tragiek en persoonlijke geschiedenissen op microniveau. Daarbij laat hij zich - bewust - in de eigen kaarten kijken met zijn epiloog waarin een schrijver die niemand anders dan hijzelf kan zijn op bezoek gaat bij één van de hoofdrolspelers. Hiermee verruilt Vargas Llosa de pet van de schrijver met die van maatschappijcriticus en maakt hij expliciet wat de ruim driehonderd pagina's ervoor al expliciet duidelijk maakten: het bewind in Guatemala was verre van communistisch terwijl de beïnvloeding van de Verenigde Staten juist dat in Zuid-Amerika heeft bespoedigd wat ze trachtte te voorkomen. Feitelijk stelt Vargas Llosa dat de democratisering van Zuid-Amerika onder andere door de Guatemala-episode een fatale slag is toegebracht. De geschiedenis is de geschiedenis en hoe het anders had kunnen lopen, is onmogelijk te bepalen, maar de gang van zaken is op z'n zachtst gezegd ironisch en laakbaar. Los van de moraal die als een rode draad door het boek loopt, heeft Vargas Llosa nog de ruimte gevonden om twee oude bekenden een kleine rol te geven in het boek: Rafael Truijillo en Johnny Abbes Garciá, de dictator van de Domincaanse Republiek en diens veiligheidschef die één van de hoofdrollen speelden in Het Feest van de Bok. Het maakte de leeservaring helemaal af en laat zien dat Vargas Llosa op hoge leeftijd het schrijven allesbehalve verleerd is. 

'Bittere Tijden' is de Nederlandse vertaling door Eugenie Schoolderman en Arie van der Wal van 'Tiempos Recios' (2019) van Mario Vargas Llosa. De vertaling is vorige maand verschenen bij Meulenoff. 

Reacties