Concert 22 oktober 2015: Aards én Rotterdams genot met Yannick


Beethoven: Symfonie Nr. 6
Mahler: Das Lied von der Erde

Sarah Connoly, sopraan
Robert Dean Smith, tenor

Yannick Nézet-Séguin
Rotterdams Philharmonisch Orkest
De Doelen, Rotterdam

Met “aardse” werken van Beethoven en Mahler beweegt de immer vrolijke Yannick Nézet-Séguin het Rotterdams Philharmonisch Orkest wederom tot muzikale prestaties van lyrische schoonheid. Yannick bevestigt hiermee de recente en terechte toekenning van de titel Musician of the year 2016 van het Amerikaanse blad Musical America. 

In tegenstelling tot zijn (bijna-)generatiegenoot Gustavo Dudamel bouwt het muzikale succes van de Canadese Yannick Nézet-Séguin zich langzaam, maar zeer gestaag op. De inmiddels veertigjarige Yannick wiens voornaam bekender – en vooral makkelijker uit te spreken – is dan zijn achternaam heeft de afgelopen jaren laten zien dat hij het beste haalt uit de door hem geleide orkesten. Of dat nu “zijn” orkesten zijn zoals het Rotterdams Philharmonisch Orkest en het eminente Philadelphia Orchestra of gastdirecties bij onder andere de Metropolitan Opera van New York maakt daarbij niet uit. Niet voor niets gaat zijn naam al rond als mogelijke opvolger van James Levine bij de Met en is het – gelijk zijn voorganger Gergjev – altijd de vraag hoe lang “Rotterdam” deze in lengte kleine maar in muzikaliteit grootse maestro aan zich kan blijven binden. Met de toekenning door Musical America van de Musician of the year 2016 is bevestigd wat velen al weten die Yannick in actie hebben gezien (en vooral gehoord): hij is in staat om orkesten te verleiden tot buitengewone muzikale prestaties. Het woord ‘verleiden’ is daarbij geen slip of the tongue, want wie het plezier ziet waarmee Yannick voor het orkest staat en zo orkest én publiek mee neemt op zijn muzikale reis kan dat niet anders dan verleiden noemen. Overigens heeft ook Yannick weleens mindere dagen en moet hij oppassen dat hij niet teveel hooi op zijn vork neemt wat juist afbreuk doet aan de kwaliteit en spontaniteit van zijn dirigeerstijl. Om het te vertalen naar het politieke landschap van zijn vaderland: hij moet meer een vrolijke en springerige Justin Trudeau zijn dan een te serieuze Stephen Harper. Of dat qua politieke voorkeur ook geldt, is wellicht een heel ander verhaal…

Volle bak met Yannick
Met een vol programma waarin werken van publiekslievelingen Beethoven en Mahler samengebracht zijn, zal het niet verbazen dat de grote zaal van De Doelen bijna volledig gevuld was. Toch waren nog een kleine 100 stoelen vacant, waarop iemand terecht opmerkte dat toeristen de concertzaal vooralsnog minder goed weten te vinden. Daarentegen was het wel weer opvallend dat Yannick schijnbaar ook jongere concertgangers aan zich weet te binden al was het gekuch en het geknisper van Anta Flu-papiertjes niet van de lucht. Met de Zesde Symfonie bracht het orkest - enthousiast aangespoord door Yannick - Beethoven’s ode aan de natuur in volle glorie. Want hoewel de Pastorale net als de Vijfde Symfonie in 1808 is geschreven, is de Pastorale een doorkijk naar de toondichten van een latere muzikale generatie. Beethoven schildert een prachtig landschappelijk en “aards” muzikaal beeld waardoor je de kalme beekjes voelt stromen en het onweer bijna “ziet” naderen. Zeker in de handen van Yannick en het uitstekend spelende Rotterdams Philharmonisch heeft deze symfonie een bijna betoverende werking op het publiek. 

Missend volume
Diezelfde muzikale kwaliteit maar ook “aardsheid” kwam ook terug in de uitvoering van Das Lied von der Erde van Gustav Mahler. In deze symfonische cyclus van zes liederen gebaseerd op Chinese gedichten zijn leven, dood en afscheid onlosmakelijk met elkaar verbonden, waardoor vrolijkheid wordt afgewisseld met berusting en smart. Mahler trachtte de vloek van de negende symfonie waarbij componisten zoals Beethoven en Bruckner stierven tijdens het schrijven of na het afronden van de negende symfonie te ontlopen door Das Lied een plek te geven in zijn symfonische cyclus. Uiteindelijk zou Mahler zijn Tiende Symfonie niet voltooien en gelijk Beethoven en Bruckner op zijn sterfbed slechts negen symfonieën nalaten. Maar niet zonder volmaakt tevreden te kunnen zijn over zijn muzikale prestaties. Want Das Lied is zonder meer prachtig, zeker in de handen van Yannick en met name sopraan Sarah Connolly wiens breekbare maar desalniettemin stevige stemgeluid de show stal. Helaas gold dit in mindere mate voor tenor Robert Dean Smith. Net als bij een eerdere uitvoering van dit werk maar dan met het Koninklijk Concertgebouworkest onder Fabio Luisi in 2011 mist deze tenor volume. Daarbij wel de aantekening dat de plaatsing schuin achter hem dan niet hielp, maar het effect daarvan op Connolly was minder groot. Wellicht heeft het ook te maken met het feit dat de orkestratie in de liederen voor de tenor nogal groots is en de balans daardoor al snel zoek is. Dit rechtvaardigt misschien ook wel de conclusie dat studio-opnames van Das Lied – zeker op dit punt – live-uitvoeringen in de schaduw stellen. Dit is overigens klein leed tijdens een concert waarin Yannick wederom zijn kwaliteiten en die van het Rotterdams Philharmonisch toonde en het “aardse” werk van Beethoven en Mahler een hemels randje gaf. 

Oordeel FerdiBlog: ****½

Op 22 en 23 oktober brengt het Rotterdams Philharmonisch Orkest onder Yannick Nézet-Séguin werken van Beethoven en Mahler. Deze recensie is op basis van het concert van 22 oktober.

Reacties