Pervers genot in een waanzinnige Salome


De Nationale Opera
Salome
(Richard Strauss, 1864-1949)

Malin Byström, Salome
Evgeny Nikitin, Jochanaan
Lance Ryan, Herodes
Doris Soffel, Herodias
Peter Sonn, Narraboth

Ivo van Hove (regie), Jan Versweyveld (decor en licht) 
An D'Huys (kostuums), Tal Yarden (video)

Daniele Gatti, Koninklijk Concertgebouworkest
Nationale Opera & Ballet, Amsterdam

De Nationale Opera sluit het seizoen af met een in alle opzichten waanzinnige nieuwe productie van Richard Strauss’ Salome. Een door Daniele Gatti aangejaagd Koninklijk Concertgebouworkest laat de prachtige en sensuele  muziek van Strauss stralen als nooit tevoren. Terwijl een spaarzame maar hoogst effectieve enscenering van Ivo van Hove maximaal ruimte geeft aan het perverse genot van Salome die door Malin Byström in volle waanzin ongenaakbaar tot leven wordt gebracht. Een geweldige productie die zonder twijfel het muzikale hoogtepunt van dit seizoen is en nu al een klassieker.

Voor de derde maal in vijftien jaar voert De Nationale Opera de omstreden opera Salome (1905) van Richard Strauss uit. Gebaseerd op het gelijknamige toneelstuk van Oscar Wilde schreef Strauss een eenakter waar Salome, de perverse stiefdochter van koning Herodes, haar stiefvader via haar sensuele dans van de zeven sluiers overreedt om de door hem gevangen genomen Johannes de Doper (Jochanaan) te onthoofden. Dit slechts vanwege het feit dat Jochanaan de verliefde Salome durft af te wijzen en weigert haar te kussen. Geslaagd in haar moorddadige voornemen, kust zij het levenloze hoofd van Jochanaan. Tot afgrijzen van haar stiefvader die haar dood beveelt. Zowel bij de première van het toneelstuk van Oscar Wilde als de opera van Richard Strauss was het schandaal niet van de lucht. Een schandaal dat Strauss bepaald geen windeieren heeft gelegd aangezien Salome een zeer populair onderdeel is geworden van de operacanon en de componist later deed opmerken dat zijn villa in Garmisch betaald is met de inkomsten van deze opera.   

Kupfer, Konwitschny en Van Hove
In 2002 stofte de toenmalige De Nederlandse Opera de niet onverdienstelijke enscenering van Harry Kupfer uit 1988 nog eens af om deze onder muzikale leiding van Edo de Waart uit te voeren. In 2009 volgde een volledig nieuwe productie in een enscenering van Peter Konwitschny. Een nogal onbegrijpelijke en abstracte enscenering gecentreerd rondom een eettafel met monsterlijke figuren waarbij het boegeroep na afloop – terecht - niet van de lucht was. Daar waar Kupfer de natuurlijke kracht van de muziek en het libretto via de enscenering ondersteunde, was hier sprake van een parallelle wereld die alleen maar afleidde. Het is daarom weinig verwonderlijk dat – in markant contrast met de Kupfer-enscenering – dit decor achterwege is gelaten en gekozen is voor een nieuwe productie onder regie van Ivo van Hove als onderdeel van het Holland Festival. 

Voor de muzikale begeleiding werd ditmaal het Koninklijk Concertgebouworkest (KCO) onder leiding van de eigen chef-dirigent Daniele Gatti bereid gevonden. De laatste keer dat het KCO onder Gatti in de orkestbak van Nationale Opera & Ballet kon worden teruggevonden, was in 2014 met een geweldige productie van Verdi’s Falstaff. En hoewel dit positief stemt, heeft Gatti pas één keer eerder kortstondig Salome gedirigeerd en heeft het orkest – althans in de huidige bezetting – nog geen enkele keer deze opera zich meester gemaakt. Toch waren de voortekenen voor deze productie zeer gunstig. Want, zoals elders ook opgemerkt, bij het debuut van Gatti in 2004 bij het Koninklijk Concertgebouworkest stond Salome’s Dans van de Zeven Sluiers op de lessenaar. Een prachtig concert dat deze Salome-liefhebber net als de twee eerdere DNO-producties van Salome heeft bijgewoond.

Het orkest in de hoofdrol
Hoewel de rol van Salome door de omvang en zwaarte zeer bepalend is voor het succes van deze opera is de uiteindelijke hoofdrol toebedeeld aan de muziek en daarmee het orkest. Zeker wanneer het orkest de muziek van Strauss zo overtuigend en sensueel laat klinken als het KCO. Muziek die op het lijf geschreven is van Gatti aangezien pathos en bezieling leidend zijn voor een echt goede uitvoering. Het knappe hierbij is dat de waanzin die langzamerhand van Salome bezit neemt in haar queeste om Jochanaan te kussen hand in hand gaat met de ontwikkeling van de muziek. Momenten van pure schoonheid wisselen onnavolgbaar af met uitbarstingen van extase en toorn. De bedrieglijk eenvoudige enscenering van Van Hove die feitelijk niet meer is dan een steeds kleiner wordende doorkijk naar het paleis van Herodes afgezet tegen een kaal en zwart decor gedomineerd door een almaar veranderende maan weet puntgaaf de dramatiek van het libretto te ondersteunen. Een dramatiek die tot perfectie wordt geboetseerd door Malin Byström die een bijzonder geloofwaardige Salome neerzet en de sterren van de hemel zingt, maar ook de Dans van de Zeven Sluiers verdienstelijk en ongebruikelijk zelf danst. Een dans waar de rest van cast als het ware gehypnotiseerd in op gaat. De bonkige en volop getatoeëerde Jochanaan van Evgeny Nikitin lijkt op het eerste gezicht in niets op een man waar een prinses als Salome door verrukt zou kunnen raken, maar juist in die stoere ongenaakbaarheid wordt het des te geloofwaardiger. Sowieso is er een overvloed aan talent in de rolbezetting, hoe klein de rol ook. Herodes is door Lance Ryan ontdaan van de overbekende karikatuur terwijl Doris Soffel een zeer koninklijke Herodias neer zet die niet alleen haar dochter aanspoort tot heiligschennis, maar naast Byström de meest overtuigende vertolking neerzet. 

De producties van De Nationale Opera vallen zelden tegen, maar deze productie van Salome neemt een wel heel bijzondere plaats in. De ruim één uur en drie kwartier die deze eenakter duurt, vliegen voorbij en bereikte door de hoge kwaliteit een intensiteit waardoor het publiek ademloos – er was werkelijk waar geen kuch te horen – in de greep was van het muzikale genie van Richard Strauss. Een genie dat tot volle wasdom komt door een ultieme samensmelting van orkest, dirigent, solisten en enscenering. Zonder twijfel het muzikale hoogtepunt van dit seizoen en één van de pareltjes uit de trotse geschiedenis van de Nationale Opera. Halverwege zegt Jochanaan met 'Du bist verflucht!’ Salome de wacht aan en tekent tegelijkertijd zijn eigen doodvonnis. Dat geldt allesbehalve voor deze magistrale uitvoering waarbij je pas vervloekt bent wanneer je niet de kans grijpt om deze muzikale hoogmis te ondergaan.  

Foto: Nationale Opera & Ballet


Op 9 juni 2017  is een nieuwe productie van ‘Salome’ van Richard Strauss bij De Nationale Opera in première gegaan. Tot en met 5 juli wordt ‘Salome’ bij Nationale Opera & Ballet in Amsterdam opgevoerd. Deze recensie is op basis van de uitvoering van maandag 12 juni. 


Reacties