De oermoeder van Stephen King en Neil Gaiman: 'The Haunting of Hill House' van Shirley Jackson


Een goed horrorverhaal schrijven is weinigen gegeven. Een literair horrorverhaal is nog zeldzamer. The Haunting of Hill House van Shirley Jackson valt in die laatste categorie. Een verhaal dat een halve eeuw later niet aan kracht heeft ingeboet. Het is daarom niet vreemd dat Shirley Jackson een belangrijke inspiratie is voor schrijvers zoals Stephen King en Neil Gaiman. 

Wanneer schrijvers als Stephen King (o.a. It, Carrie, The Shining) en Neil Gaiman (American Gods) je als inspiratiebron noemen, dan kan je niet anders dan het lezen waard zijn. En hoewel de naam Shirley Jackson (1916-1965) niet meteen veel mensen wat zal zeggen, is haar meest invloedrijke werk The Haunting of Hill House zonder twijfel bekend. Alleen al vanwege de verfilmingen onder de titel The Haunting uit 1963 en 1999. Zeker voor Nederlanders is die laatste film niet onbekend aangezien Jan de Bont de regisseur is. Helaas viel de film – met in de hoofdrollen Liam Neeson en Catharina Zeta-Jones – behoorlijk tegen en week deze ook flink af van het oorspronkelijke verhaal. Heel vreemd aangezien het boek uit 1959 tijdloos is en je nog altijd een bepaald gevoel van ongemak geeft. Essentieel voor een geslaagd horrorverhaal. Jackson is bekend geworden door het sinistere korte verhaal The Lottery (1948) maar haar naam is echt gevestigd door The Haunting of Hill House. Een verhaal over een spookhuis dat dermate subtiel dat het boek volstrekt niet aan kracht heeft ingeboet. 

Ongemak
Het bijzondere aan The Haunting of Hill House dat je een verhaal over een (vermeend) spookhuis automatisch situeert in de shires van Engeland waar tal van huizen een passend decor vormen voor een horrorverhaal. Shirley Jackson laat één van de beste literaire spookverhalen plaats vinden in het Verenigde Staten van de jaren vijftig. Het huis in kwestie – Hill House – is een huis met een verleden. In een heerlijke omschrijving stelt Jackson het huis voor aan de lezer en maakt duidelijk dat het huis reeds tachtig jaar bestaat en waarschijnlijk nog minimaal net zoveel jaar zal voortbestaan. Gebouwd door Hugo Crain is het een huis dat veel verdriet en onverklaarbare fenomenen met zich mee torst. Na de ongelukkige familiegeschiedenis van Crain, zijn diverse vrouwen en twee dochters valt het eigendom uiteindelijk buiten de familie Crain. De nieuwe eigenaren kunnen er maar weinig van genieten aangezien nieuwe bewoners na enkele dagen weer vertrekken. Een uitgelezen kans voor Dr. Montagu om wetenschappelijk te bewijzen dat het bovennatuurlijke bestaat. Daartoe nodigt hij een drietal proefkonijnen uit om samen met hem enkele nachten door te brengen in het huis en te bezien in hoeverre de verhalen kloppen. Naast een Luke Sanderson, familielid van de huidige eigenaar nemen aan dit experiment Eleanor Vance en Theodora deel. Met name Eleanor is een bijzonder geval. Lange tijd is zij mantelzorger geweest van haar zieke moeder. Net overleden blijkt dat Eleanor na de zorg voor haar moeder eigenlijk geen leven heeft en al helemaal geen bezit. Mede met dank aan haar vervelende zus en diens man. Ze is diep ongelukkig en ziet in dit experiment een kans om zich hieraan te onttrekken. 

Bovennatuurlijk?
Eleanor treft een huis aan dat in het nabijgelegen dorp wordt gemeden als de pest. Daarbovenop wordt ze geconfronteerd met het echtpaar de heer en mevrouw Dudley die als huisbewaarders optreden en aan wie hartelijkheid niet bepaald besteed is. Duidelijk is dat er iets mis met het huis is, maar of het bovennatuurlijk is? Jackson weet haarscherp dit vreemde huis tot leven te brengen, maar ook de bijzondere relatie die ontstaat tussen vier vreemden die samen worden gebracht in het experiment dat Hill House is. Een relatie die  wordt opgeschud door de onverwachte komst van de nogal bazige mevrouw Montagu en een vriend van haar de rechtlijnige Arthur Parker. Het knappe is dat Jackson de spanning subtiel opbouwt, maar ook het bovennatuurlijke karakter van Hill House fijn in het midden laat. Ze verlaagt zich niet tot effectbejag en de schrikmomenten die er zijn (en nog altijd zeer effectief uitpakken) komen voort uit het kleine. De reden wellicht waarom de Jan de Bont-versie van The Haunting – die verre van trouw aan het boek is – zo weinig geslaagd is. In de handen van Jackson is een platgetreden pad als een spookhuis een literair hoogtepunt in het genre. Een hoogtepunt dat je doet blijven gissen naar het echte verhaal van Hill House maar volstrekt duidelijk maakt waarom Jackson schrijver als Stephen King en Neil Gaiman terecht heeft geïnspireerd. 

‘The Haunting of Hill House’ van Shirley Jackson is voor het eerst in 1959 verschenen. Een Nederlandse vertaling is verschenen, maar de laatste versie hiervan was een filmeditie ter gelegenheid van ‘The Haunting’. Deze editie is alleen tweedehands verkrijgbaar. Deze recensie is eerder verschenen bij online nieuwsmagazine Jalta.

Reacties