Marie Kondo avant la lettre: Madama Butterfly van De Nationale Opera



De Nationale Opera
Madama Butterfly
(Giacomo Puccini, 1858-1924)

Elena Stikhina, Madama Butterfly
Sergio Escobar, B.F. Pinkerton
Brian Mulligan, Sharpless
Enkelejda Shkosa, Suzuki
Saverio Fiore, Goro
Anneleen Bijnen, Kate Pinkerton

Robert Wilson (regie, decor, licht)
Frida Parmeggiani (kostuums)

Koor van De Nationale Opera
Jader Bignamini, Residentie Orkest
Nationale Opera & Ballet, Amsterdam

Met de minimalistische enscenering van Robert Wilson herneemt De Nationale Opera de productie van Madama Butterfly uit 2002. Een tijdloos gesamtkunstwerk van regie, decor, licht en kostuums waarbij de tradities van het oude Japan in markant contrast tot de moderne setting staan. Daarmee sluit Robert Wilson's vertaling van het bekendste werk van Puccini naadloos aan bij het tragische verhaal van de Amerikaanse marine-luitenant en zijn Japanse geliefde. Met een ontegenzeggelijke hoofdrol voor Elena Stikhina en het Residentie Orkest onder leiding van Jader Bignamini. 

Met Madama Butterfly (1904) schreef Giacomo Puccini één van zijn bekendste werken en een opera die zonder twijfel behoort tot het kernrepertoire. Het verhaal - hoe kan het ook anders - is een tragisch liefdesverhaal tegen de achtergrond van het (toenmalige) hedendaagse Japan. Een land dat eeuwenlang isolationisme als sneeuw voor de zon zag verdwijnen door de komst van de Amerikaanse Commodore Matthew Perry die met een vloot schepen Japan dwong om de moderniteit te omarmen en de rest van de wereld - met de Verengde Staten voorop - toegang gaf tot het Land van de Rijzende Zon. De kettingreactie die Perry in 1853 in gang zette leidde in 1868 tot de zogenoemde Meiji-restauratie waarbij de eeuwenoude macht van de Shogun terug vloeide naar de Japanse keizer. In het (behoorlijk stereotype) Japan van Puccini is deze ontwikkeling op microniveau terug te zien. De onsympathieke Amerikaanse marineofficier Pinkerton verleidt de jonge Madama Butterfly (Cio-Cio-San) met dromen van huisje-boompje-beestje in Nagasaki. Voor de liefde geeft ze haar geloof en daarmee haar familie op en trouwt ze met Pinkerton. Nadat hij zijn gerief met haar heeft gehad, vertrekt hij naar de Verenigde Staten met de belofte spoedig terug te keren. Drie lange jaren later terwijl Butterfly - zonder zijn medeweten - is bevallen van een zoon keert Pinkerton met zijn Amerikaanse vrouw terug. Een confrontatie tussen Kate Pinkerton en Butterfly volgt waarbij ze het bestaan van haar zoon kenbaar maakt en hem alleen meegeeft wanneer Pinkerton de confrontatie aangaat. Vlak voordat Pinkerton zijn opwachting maakt, pleegt Butterfly zelfmoord en komt haar korte leven tot een tragische einde. 


Minimalisme met maximaal effect
Alle ingrediënten voor een sappige opera zijn present en Puccini stelt bepaald niet teleur door een opera rijk aan melodieën waarbij emotie boven ratio gaat. Dat Puccini de melodie aan zijn kont heeft hangen, was genoegzaam bekend, maar bleek met Madama Butterfly andermaal bevestigd. Een prettig realistische enscenering is daarbij bepaald geen gek idee, maar dat is buiten het genie van Robert Wilson (1941) gerekend. Wilson is theatermaker én beeldend kunstenaar en is er niet vies van om naast de regie ook het decor en het licht voor zijn rekening te nemen. Daarbij ondersteund door Frida Parmeggiani die tekent voor de kostuums maakt hij van Madama Butterfly een gesamtkunstwerk dat in 2002 als zijn première beleefde bij de toenmalige De Nederlandse Opera. Een visie gestoeld op het minimalisme dat in alle facetten van de productie is doorgevoerd. Van de spaarzame decorstukken tot het effectief gebruik van lichteffecten en stijlvolle doch bepaald niet overdadige door Japan geïnspireerde kostuums in donkere en lichte (pastel)tinten. Door een 'stramme' en gestileerde choreografie eveneens geïnspireerd door Japan wordt het minimalisme tot in de kleinste bewegingen doorgevoerd. In de verkeerde handen zou dit kunnen leiden tot een steriele en afstandelijke productie, maar niets is minder waar. Juist de tegenstelling van de emotie van de muziek en de distantie van de enscenering versterken de kracht van de muziek en wordt het cliché overtuigend tegengegaan. Resultaat: een tijdloze en opgeruimde productie waarbij het minimalisme van Wilson leidt tot maximaal effect. Wat dat betreft wist Robert Wilson in 2002 al welk heilzaam effect opgeruimdheid heeft. Een Marie Kondo avant la lettre, maar dan zonder de hysterie waarmee opgeruimdheid tegenwoordig gepaard moet gaan.

Een energiek spelend Residentie Orkest en twee droomdebuten 
Maar hoe goed (of slecht) een enscenering ook wanneer de muzikale kwaliteit te wensen overlaat, is iedere productie dead in the water. Zeker bij de emotionele muziek die Puccini aan het papier toevertrouwd heeft. Gelukkig kan deze DNO-productie rekenen op een meer dan uitstekend spelend Residentie Orkest energiek geleid door de jonge Italiaanse dirigent Jader Bignamini die zijn DNO-debuut maakt. Een meer dan succesvol debuut een dag voordat het Nederlands Philharmonisch Orkest en De Nationale Opera bekend maken dat Lorenzo Viotti (29) de opvolger wordt van Marc Albrecht. Deze Madama Butterfly beleefde nog een droomdebuut: de Russische sopraan Elena Stikhina die overtuigend de rol van Butterfly gestalte gaf en - terecht - mocht rekenen op groot enthousiasme van het - overigens overmatig hoestende - premièrepubliek. Dat zegt overigens weinig over de kwaliteiten van de overige solisten die door de bank genomen meer dan uitstekend waren. De liefhebber van opera in het algemeen en De Nederlandse Opera in het bijzonder heeft het geluk dat het internationaal vermaarde operahuis op dit moment twee uitmuntende producties op de planken brengt: deze Madama Butterfly (tot 13 mei) en een nieuwe enscenering van Tannhäuser van Richard Wagner. Een muzikale hoorn des overvloeds. 


Van 23 april t/m 13 mei 2019 voert De Nationale Opera 'Madama Butterfly' van Giacomo Puccini uit. Deze recensie is op basis van de première op dinsdag 23 april 2019. Meer informatie en kaarten hier

Reacties