Een Slavische uitputtingsslag met de Bamberger Symphoniker


BankGiro Loterij Zomerconcerten 2019

 Dvořák: Vioolconcert
Smetana: Má vlast

Joshua Bell (viool)
Jakub Hrůša, Bamberger Symphoniker
Concertgebouw, Amsterdam

Jakub Hrůša brengt de Bamberger Symphoniker en daarmee het Amsterdamse Concertgebouw terug naar zijn eigen Tsjechische wortels met een programma gewijd aan Dvořák en Smetana. De muzikale vertolkers van de Tsjechische nationalistische trots kwamen - mede door violist Joshua Bell - tot hun recht. Desalniettemin was het - letterlijk - zomerse concert een uitputtingsslag. 

Het moge bekend verondersteld zijn dat het muzikale leven van Duitsland begenadigd is met een schier oneindig aantal muzikale ensembles van hoog niveau. Niet in de laatste plaats regionale orkesten zoals de Bamberger Symphoniker, een orkest dat weliswaar pas in 1946 is opgericht maar tot zijn voormalige chef-dirigenten onder andere Joseph Keilberth en Eugen Jochum mag rekenen en waar Herbert Blomstedt eredirigent is. Getuige een opgevangen gesprek in het Concertgebouw donderdagavond is het niveau van de Bamberger Symphoniker niet overal bekend. Een bezoeker vertelde in geuren en kleuren aan een andere bezoeker dat een vriendin besloten had dit concert niet te bezoeken daar ze een veelvuldig bezoeker was van het Concertgebouw en het niet de moeite waard vond om voor een "provinciaal orkestje" de gang naar het Concertgebouwplein te maken. Een uitspraak die vooral tekenend is voor de betreffende mevrouw en allerminst het orkest dat als thuishaven de Sinfonie an der Regnitz in Bamberg heeft en sinds 2003 zich tevens de Bayerischen Staatsphilharmonie mag noemen. Los van dit staaltje van ongeïnformeerd snobisme is de betreffende niet-bezoeker de grootste verliezer: een mooi concert heeft ze door haar instelling gemist. Een concert dat volop in het teken stond van de muzikale Tsjechische trots die tegelijkertijd ook een uitputtingsslag bleek. 

Een Tsjechisch orkest
De waarde van muziek voor ontluikende gevoelens van nationale soevereiniteit is bepaald geen onbekend fenomeen. Het was Finlandia (1899) van Jean Sibelius dat symbool werd voor de Finse onafhankelijkheid. Net als Sibelius zijn Antonin Dvořák (1841-1904) en Bedřich Smetana (1824-1881) componisten die via hun muziek een bijdrage leverden aan de (toekomstige) onafhankelijkheid van hun vaderland. Daar waar Sibelius in zijn leven de vrijheid van Finland meemaakte, bleef dit ideaal voor Dvořák en Smetana onbereikbaar. Pas na het einde van Oostenrijk-Hongarije in 1918 ontstond de onafhankelijke staats Tsjecho-Slowakije die door de Tweede Wereldoorlog zou worden bezet door Nazi-Duitsland om vervolgens tientallen jaren onder het juk van de Sovjet-Unie te komen. Na de val van de Muur in 1989 zou het land weer onafhankelijk worden vier jaar later gevolgd door de vreedzame ontmanteling waardoor in 1993 de Tsjechische Republiek ontstond. De geschiedenis van Tsjechië is nauw verweven met de Bamberger Symphoniker daar het orkest is opgericht door Duitse leden van de voormalige Deutsche Philharmonie in Praag en andere Duitse musici gevlucht uit onder andere Karlsbad en Silezië na de Tweede Wereldoorlog. Met het aantreden in 2016 van  de Tsjechische chef-dirigent Jakub Hrůša is deze band alleen maar versterkt. Hrůša volgde in 2016 Jonathan Nott op die grote indruk maakte door onder andere een hooggewaardeerde reeks opnames van de symfonieën van Gustav Mahler. Hrůša heeft zich sinds zijn aantreden juist toegelegd op opnames van muziek uit zijn vaderland zoals de Negende Symfonie van Dvořák en Má vlast van Smetana.

Een uitputtingsslag
Juist dat laatste werk nam Hrůša mee naar het Amsterdamse Concertgebouw waar zijn Bamberger Symphoniker optrad in het kader van de BankGiro Loterij Zomerconcerten. Een werk dat - vooral door het tweede deel Vltava - universeel bekend is. Smetana's vertolking van de rivier Vltava (beter bekend als de Moldau) komt niet alleen vaak terug in concertzalen, maar is ook terug te horen in reclames, in Nederland met name door de Bar le Duc-reclame van een groot aantal jaren terug. Het bijzondere aan Má vlast is dat enkele afzonderlijke delen met enige regelmaat worden uitgevoerd, maar dat het geheel zelden wordt geprogrammeerd. Dat heeft - afgaande op het concert van afgelopen donderdag - ook te maken met de duur van het gehele werk. Met een duur van circa een uur en een kwartier is het bepaald niet kort. Hoe prachtig de afzonderlijke onderdelen ook zijn (en daar zit ook nog wel wat verschil in), het is en blijft het een hele zit. Ondanks de uitstekende vertolking door de Bamberger Symphoniker. Een vertolking waar de rijkdom en zeggingskracht van de partituur door de strakke leiding door Hrůša evident werden. Het hielp daarbij overigens niet dat de Grote Zaal van het Concertgebouw onnodig warm was, vast de reden waarom gaandeweg de uitvoering plukjes bezoekers voortijdig het concert verlieten. Daarbij was een dieptepunt een mevrouw op het podium die tijdens de slotmaten klauterend over andere bezoekers het concert verliet. Was het zo'n kleine moeite om de airconditioning aan te zetten? Dat laat onverlet dat de Bamberger Symphoniker zich liet gelden als uitstekend orkest. Een indruk die voor de pauze al was gesetteld. Want toen was het Vioolconcert van Dvořák te horen. Een Vioolconcert dat weliswaar onderdeel is van het repertoire maar nooit de doorbraak heeft gehad zoals de vioolconcerten van Beethoven, Brahms, Tsjaikosvki en Mendelssohn. Een heerlijk werk dat in de handen van de Bamberger Symphoniker alleen maar aan kracht won, niet in de laatste plaats door het virtuoze optreden van Joshua Bell, de befaamde Amerikaanse violist die sinds enkele jaren de scepter zwaait over de Academy of St. Martin in the Fields. Zijn ietwat ielige toon vroeg in het begin wat gewenning, maar leidde uiteindelijk tot een overtuigende interpretatie waarbij een "provinciaal" orkest haar grote kwaliteit toonde. 

Een eerdere uitvoering van 'Má vlast' door de Bamberger Symphoniker onder Hrůša:


In het kader van de BankGiro Zomerconcerten trad de Bamberger Symphoniker op onder leiding van Jakub Hrůša en met medewerking van Joshua Bell op donderdag 18 juli 2019 op in het Amsterdamse Concertgebouw. 

Reacties