© Concertgebouw
Korngold: Vioolconcert
Mahler: Symfonie Nr. 6
Wagner: 'Liebestod' uit Tristan und Isolde (toegift)
Hilary Hahn (viool)
Jaap van Zweden, Dallas Symphony Orchestra
Concertgebouw, Amsterdam
Met ijzersterke en fabelachtige vertolkingen van Mahler en Korngold zeggen Jaap van Zweden en zijn Dallas Symphony Orchestra een welgemeend Howdy y'all! tegen het Concertgebouw.
Sinds 2008 is Jaap van Zweden chef-dirigent van het Dallas Symphony Orchestra (DSO). Van Zweden viert grote successen in de Verenigde Staten en daarbuiten, maar wordt vooral in Dallas op handen gedragen. Deze recensent is enkele jaren geleden in het fantastische Dallas geweest waar een volledig Arts District met musea, een opera en de thuisbasis van het DSO, het Meyerson Symphony Center, is verrezen. En dit allemaal vrijwel volledig privaat gefinancierd. De hedendaagse J.R. Ewings van Dallas doen dus meer met hun oliegeld dan zich bezatten in de Oil Baron's Club. Durf kan men ze in Dallas niet ontzeggen.
En durf heeft het DSO ook: met een Amerikaans orkest één van de moeilijkste symfonieën van Mahler uitvoeren in een concerthal doordrenkt met Mahleriaanse historie. Met typische Texaanse swagger gaf het Dallas Symphony Orchestra met Jaap van Zweden op de bok een fabelachtig concert met uitvoeringen van het Vioolconcert van Korngold en de Zesde Symfonie van Mahler die het publiek tot extase brachten en het Concertgebouw op haar grondvesten deed schudden.
Het op voorhand overvolle concert ging optimaal van start met een prachtige uitvoering van het Vioolconcert van Erich Wolfgang Korngold (1897-1957). More corn than gold: zo betitelde een criticus van de New York Sun geestig, doch vernietigend dit Vioolconcert. En op de één of andere manier beweegt het werk van muzikaal wonderkind (en zoon van eminent Weens muziekcriticus Julius) Korngold zich immer in het schemergebied van de klassieke muziek. Hoewel zijn werk in veel opzichten vergelijkbaar is met de laat-Romantiek van Richard Strauss is hij altijd minder serieus genomen. Dit schijnt vooral te maken te hebben met het feit dat hij, gevlucht voor de Nazi-opmars vanuit Wenen naar de Verenigde Staten, zich in de oorlogsjaren verdienstelijk maakte als de toonaangevende filmcomponist van Hollywood. Na de oorlog en zijn terugkeer naar Wenen kreeg hij binnen de klassieke wereld geen voet meer aan de grond en is zijn reputatie sindsdien altijd wat halfslachtig geweest. Dit belette Hilary Hahn niet om virtuoos dit spannende en uitdagende vioolconcert ter hand te nemen. Daarbij werd zij subliem ondersteund door het DSO met een dirigent op de bok die uit eigen ervaring perfect weet wat een solist als Hahn nodig heeft. En bovendien weet hij wat het werk van Korngold nodig heeft: energie en een volvette Technicolor sound die bij het wegsterven van de laatste noot leidde tot de eerste welverdiende staande ovatie van de avond.
Daar waar veel dirigenten er nog wel eens voor kiezen om op een avond alleen de Zesde Symfonie van Gustav Mahler (1860-1911) te spelen, koppelt Van Zweden dit rustig aan een groter programma. Natuurlijk was deze Zesde (in de volksmond de Tragische) het absolute hoogtepunt van het programma. Van Zweden pakte bij het eerste unheimische deel, het marsachtige Allegro, flink uit. Met een straf tempo denderde dit deel onverbiddelijk naar een hoogtepunt. De interpretatie van Van Zweden leek meer aan te sluiten bij de emotionele Bernstein dan de rationale Haitink doch zonder ooit uit de bocht te vliegen. Na een spetterend begin, leek Van Zweden iets gas terug te nemen in het eveneens marsachtige Scherzo wat sommige dirigenten als derde deel programmeren (de wensen van Mahler zijn daar wat onduidelijk over). Rust werd gebracht door een lyrisch en doorvoeld Andante waarna een Finale volgde die het publiek van het Concertgebouw als vanzelf tot een tweede staande ovatie bracht.
Het DSO en Van Zweden namen terecht het grote applaus in ontvangst en beloonden dit, net als Hilary Hahn overigens, met een na zo'n programma weinig gebruikelijke toegift: de Liebestod uit Wagner's Tristan und Isolde. Een passend einde aan een fabelachtige avond.
Jaap van Zweden heeft (wederom) heel duidelijk zijn visitekaartje achtergelaten als up and coming dirigent. En de mannen en vrouwen uit Dallas laten zien dat hun stad meer is dan de gelijknamige serie met de Bourbon and branch-drinkende (met servetje!) en Hello Darlin!-roepende J.R. Ewing.
Dit concert is onderdeel van de (vijfde) Europese tour van het Dallas Symphony Orchestra. Van 8 tot 22 maart treedt het orkest onder Jaap van Zweden op in Amsterdam, Eindhoven, Wenen, München, Frankfurt en Hannover. Deze recensie is op basis van het concert in het Concertgebouw op 12 maart 2013.
Deze recensie is ook gepubliceerd op Het Goede Leven, het culturele katern van De Dagelijkse Standaard. Naast mijn eigen FerdiBlog recenseer ik regelmatig o.a. boeken en concerten op Het Goede Leven en geef ik mijn opinie over actuele (cultuur)politiek.
Reacties
Een reactie posten