Strauss (Johann II): Die Fledermaus
Thomas Sigwald - Gabriel von Eisenstein
Ulrike Steinsky - Rosalinde, siene Frau
Beate Ritter - Adele, ihr Stubenmädchen
Johanna Arrouas - Ida, ihre Schwester
Günter Haumer - Dr. Falke, Notar
Alexandra Kloose - Prinz Orlofsky
Mehrzad Montazeri - Alfred, ein Gesangslehrer
Heinz Fitzka - Iwan, Kammerdiener des Prinzen
Kurt Schreibmayer - Frank, Gefängnisdirektor
Franz Suhrada - Frosch, Gefängniswärter
Jeffrey Treganza - Dr. Blind, Advokat
Wiener Staatsballett
Nicholas Milton, Orchester, Chor und Komparserie der Volksoper Wien
Volksoper, Wenen
Hoewel Wenen als centrum van het Habsburgse Rijk (u weet wel: Franz-Joseph en Sissi) de grootste klassieke componisten binnen haar stadsgrenzen mocht verwelkomen, is Wenen juist ook bekend van de componisten met een meer frivole touch. Tussen alle monumenten, gedenkstenen en musea gewijd aan muzikale grootheden zoals Haydn, Mozart, Mahler en Bruckner door is er een andere muzikale ster die het Weense universum beheerst: walskoning Johan Strauss II (1825-1899). Zijn muziek, en dan vooral zijn walsen, zijn synoniem geworden voor ons beeld van Wenen en het leven in Oostenrijk. Een beeld dat overigens ieder jaar fors kracht wordt bijgezet met het traditionele Nieuwjaarsconcert van de Wiener Philharmoniker vanuit de Musikverein in Wenen dat een groot deel van de wereld op Nieuwjaarsdag aan de buis gekluisterd houdt.
Toch is Johann Strauss meer dan zijn walsen. Hij heeft ook een klein oeuvre aan operettes nagelaten waarvan Die Fledermaus (1874) verreweg het bekendste is. Nu is deze operette qua compositie en muzikale bezetting maar ook qua karakter- en verhaalontwikkeling bijna het genre ontgroeid. Niet voor niets werd Die Fledermaus enkele jaren geleden vol overtuiging door De Nederlandse Opera met groot succes geprogrammeerd. Deze eer was Die Fledermaus al in 1890 te beurt gevallen door het ten gehore brengen ervan door de Weense opera.
En wie even goed gaat zitten voor Die Fledermaus kan niet anders concluderen dat deze licht verhulde kritiek op de Weense society uit de tijd van Strauss een groot succes is met een wervelende ouverture en prachtige aria's waar menig getalenteerd zanger nog veel moeite voor moet doen om deze met goed gevolg over het voetlicht te brengen.
Toch komt Die Fledermaus pas echt tot zijn recht in de natuurlijke habitat: Wenen. En daarom bezocht ondergetekende de Volksoper in Wenen waar een echte Weense versie van Die Fledermaus werd opgevoerd. Geen desoriënterende modernistisch decor, gewoon het Wenen rond de fin-de-siècle met uitstekende zang met een volledig passende Weense tongval en acteren dat in een klucht niet zou misstaan (dit zou als een verhulde kritiek kunnen worden gelezen, maar is toch echt een compliment!).
Nu moet je niet elke avond naar een dergelijk Weens feestje gaan, maar deze Weense uitvoering van de huwelijksklucht van Gabriel en Rosalinde Eisenstein waarbij de eerste de gevangenis in moet vanwege belediging van een belastinginspecteur en de tweede wat aanrommelt met ene Alfred en hun kamermeisje Adele iedere smoes uit de kast trekt om naar een feestje te kunnen. Daarbij opereert op de achtergrond Dr. Falke, een goede vriend van Eisenstein, die hem terug probeert te pakken voor een gênant einde van een feestje waarbij Dr. Falke dronken werd achtergelaten op een bankje nog steeds verkleed als vleermuis. Dit tot grote hilariteit van de Weense bevolking. Uiteindelijk loopt via een scene in het Eisenstein-huis naar een feestje bij de decadente Prins Orlofsky waar Eisenstein en Dr. Falke alsmede Adele en de zich als Hongaarse aristocrate voordoende Rosalinde ook acte de présence geven. Uiteindelijk eindigt de operette in de gevangenis waar Eisenstein al had moeten zitten en wordt duidelijk dat een groot deel van de consternatie het werk van Dr. Falke is en daarom zijn wraak heeft voor Die Fledermaus-episode.
Inmiddels ben je dan ruim drie uur en twee pauzes verder en kun je alleen maar constateren dat Johan Strauss, Wenen, de Volksoper en Die Fledermaus 'füreinander bestimmt sind'!
Reacties
Een reactie posten