Fabio Luisi en Vesko Eschkenazy in repetitie (Fotografie: Renske Vrolijk) |
Honegger: Rugby, mouvement symphonique
Lalo: Symphonie Espagnole
Saint-Saëns: Symfonie Nr. 3 "Orgel-symfonie"
Vesko Eschkenazy (viool), Leo van Doeselaar (orgel)
Fabio Luisi, Koninklijk Concertgebouworkest
Het Concertgebouw, Amsterdam
Fabio Luisi toont pit en temperament in een publieksvriendelijk concert met werk van louter Franse componisten. Maar het orgel van het Concertgebouw is uiteindelijk de grote ster.
Het Amsterdamse Concertgebouw beschikt niet alleen over een wereldberoemde akoestiek, maar het gebouw zelf en natuurlijk de Grote Zaal zijn ook van een bijzondere schoonheid. Voor een dirigent moet het al een hoogtepunt (en ook soms beangstigend) zijn om de treden naar het podium af te dalen. Dat is toch een andere binnenkomer dan bij vrijwel alle andere concertzalen ter wereld. Imposant middelpunt van die Grote Zaal is natuurlijk het orgel. Een orgel dat bij de opening van het Concertgebouw in 1888 nog de grote afwezige was. Een benefietconcert en loterij zorgden in 1890 voor genoeg fondsen om het orgel bij orgelbouwer Michael Maarschalkerweerdorgel te bestellen. Vandaar dat het orgel van het Concertgebouw ook bekend is onder de naam Maarschalkerweerdorgel. En hoewel het orgel onontkoombaar is voor iedere bezoeker van het Concertgebouw wordt deze maar relatief weinig gebruikt. Afgelopen donderdag was het echter zover en kon organist Leo van Doeselaar helemaal los gaan met de beroemde Orgelsymfonie van Camille Saint-Saëns (1835-1921).
Een Italiaanse uitvoering
Maar het was niet alleen Saint-Saëns wat de klok sloeg, ook zijn minder bekende landgenoten Arthur Honegger (1892-1955) en Edouard Lalo (1823-1892) gave acte de présence. Dit volledig Franse programma van het Koninklijk Concertgebouworkest is in handen gesteld van de Italiaanse dirigent Fabio Luisi (1959). Deze voormalige chef-dirigent van onder andere de Staatskapelle Dresden en de Wiener Symphoniker en huidig chef van de Opera en Philharmonia Zurich is geen onbekende voor het KCO. In de Mahler-serie van het KCO over drie seizoenen tekende Luisi voor Das Lied von der Erde en Totenfeier. Luisi geeft aan zijn concerten immer een heerlijk Italiaanse temperament mee wat vaak leidt tot uitvoeringen met pit en vaart zonder op souplesse in te binden. Een goed voorbeeld hiervan was zijn afscheidsconcert bij het Wiener Symphoniker vorig jaar (zie hier voor de recensie). En ook in dit bij uitstek Franse programma kreeg een echt Italiaanse uitvoering waar pit in zat.
Minder bekend
Het Maarschalkerweerdorgel |
Het hoogtepunt van dit concert kon niet anders dan na de pauze zijn. Niet alleen is de Derde Symfonie van Saint-Saëns - beter bekend als de Orgelsymfonie - een publiekslieveling maar dus ook een uitgelezen moment om het Maarschalkerweerdorgel uit de mottenballen te halen. Dit laat onverlet dat het programma voor de pauze ook niet onaardig was. Het symfonische werk Rugby van Honegger is eigenlijk onderdeel van een symfonisch drieluik waarbij de drie onderdelen als separate onderdelen zijn geschreven en derhalve vaak ook apart worden uitgevoerd. Rugby (1928) is Honegger's geslaagde poging om extreme fysieke inspanning in muziek uit te beelden. Honegger's moderne en bij vlagen atonale en contrapuntische compositie slaagt daar goed in en floreert juist bij de voortvarende aanpak van Luisi. Gelijk Rugby is ook de Symphonie Espagnole (1874) van Lalo een echt showpiece. Daarbij zet de naam de luisteraar op het verkeerde been want deze symfonie met Spaanse invloeden is toch echt een vioolconcert waarbij Vesko Eschkenazy, concertmeester van het KCO, zijn kunnen flink kon etaleren. En dat deed hij met succes wat leidde tot enthousiaste reacties vanuit de zaal en het bijna obligate toegift: volksmuziek uit zijn thuisland Bulgarije. Overigens was het publiek dermate onbekend met dit vijfdelige werk dat na elk deel werd geapplaudisseerd. Vervelend en niet zozeer omdat het niet hoort, maar wel om de reden waarom het niet hoort: het verstoort de eenheid van een muziekstuk.
De wereld van Saint-Saëns
Een euvel dat zich gek genoeg ook voordeed tussen de delen van de Orgelsymfonie van Saint-Saëns. Blijkbaar was een groot deel van het publiek voor het eerst in een concertzaal tot ergernis van deze en andere vaste concertbezoekers. En dan niet uit een misplaatst snobisme, maar wel vanwege de beleving van een muziekstuk. Overigens leidde bij dit specifieke concert het te laat betreden van de podiumplaatsen door een grote groep tot de zeldzame situatie dat Fabio Luisi voor het starten van het eerste stuk eerste enkele minuten moest wachten tot deze groep zat dan wel - er was te weinig plek - verwijderd was van de trap. Gelukkig was al deze onnodige hinder niet terug te horen in de spectaculaire uitvoering van één van Saint-Saëns' meest bekende werken en een goed voorbeeld van zijn muzikale wereld. Een stemmig en "donker" (macaber!) begint culmineert in een burn down the house-hoogtepunt waarbij Saint-Saëns de organist - in dit geval Leo van Doeselaar - vol op het orgel laat gaan tot groot jolijt van iedere luisteraar. Ook hier paste de dirigeerstijl van Luisi uitstekend waarbij hij oog bleef houden voor de details en de rol van de piano - in kenmerkende Saint-Saëns-stijl, denk daarbij aan Aquarium uit Le Carnival des Animaux - en alles liet samenkomen in een heerlijke climax.
Het Koninklijk Concertgebouworkest onder leiding van Fabio Luisi voert op 15, 16 en 18 mei een volledig Frans programma uit met werken van Honegger, Lalo en Saint-Saëns. Deze recensie is op basis van de uitvoering op 15 mei 2014.
Reacties
Een reactie posten