Wiener Staatsoper
Nabucco
Giuseppe Verdi (1813-1901)
Plácido Domingo, Nabucco
Anna Smirnova, Abigaille
Marian Talaba, Ismaele
Dmitry Belosselskiy, Zaccaria
Zoryana Kushpler, Fenena
Chor der Wiener Staatsoper
Jesús López-Cobos, Orchester der Wiener Staatsoper
Wiener Staatsoper, Wenen
Plácido Domingo en Anna Smirnova imponeren in Verdi's Nabucco van de Wiener Staatsoper, maar de enscenering zeer zeker niet.
De Wiener Staatsoper is zonder twijfel één van de beroemdste operahuizen van de wereld en parel in de muzikale kroon van Wenen. Het huidige gebouw symboliseert zowel de vernieuwing van het keizerlijke Oostenrijk - als onderdeel van de aanleg van de Ringstraße in 1861- én als symbool van de herwonnen vrijheid van Oostenrijk door de heropening van de Staatsoper na de grotendeelse vernietiging ervan tijdens de Tweede Wereldoorlog. Naast symbool van Oostenrijk is het ook het visitekaartje van de muzikale toppositie die Wenen wereldwijd bekleedt. Muzikaal directeur van de Staatsoper is van oudsher één van de meest gewilde muzikale topfuncties in de wereld. Huidig muzikaal directeur is de Oostenrijkse dirigent Franz Welser-Möst die daarmee de opvolger is van grootheden als Claudio Abbado, Herbert von Karajan, Karl Böhm en Clemens Krauss, maar ook van dirigerende componisten zoals Gustav Mahler en Richard Strauss. Een positie die de bekleder ervan, zeker in vroege tijden, ook diep ongelukkig kon maken door het politieke machtsspel dat zich rondom de Staatsoper ontvouwde. Zeker Gustav Mahler heeft er geen gelukkige tijd doorgebracht hoewel zijn artistieke resultaten legendarisch zijn.
De eerste "echte" Verdi
De tijden zijn veranderd en de Wiener Staatsoper is nu vooral het toneel van muzikale hoogstandjes waarbij - in tegenstelling tot onze eigen De Nationale Opera - een gevarieerd schema van voorstellingen in een gemiddelde week de revue passeren. Als voorbeeld dient bijvoorbeeld de twee weken vanaf eind april waarbij niet alleen Nabucco van Verdi, maar ook Der Rosenkavalier van Richard Strauss, Norma van Bellini en Faust van Gounod zijn opgevoerd. En tussendoor ook nog wat ballet. Dat is andere koek dan de werkwijze in Nederland waarbij één productie goed wordt ingestudeerd en daarna een kleine maand op de planken staat.
Binnen dit wisselende programma vormt Verdi's Nabucco een uitzondering. Enerzijds omdat met Nabucco de muzikale stijl van Giuseppe Verdi pas echt tot wasdom kwam en daarmee de eerste "echte" Verdi is, maar vooral omdat de titelrol in handen is van de bij leven al legendarische Plácido Domingo (1941). Deze Spaanse tenor is een superster in de wereld van de opera en kent een indrukwekkende en zeer uitgebreide discografie. Vooral in de opera's van Verdi is Domingo wereldberoemd en is zijn roem ook artistiek gezien terecht, hoewel er ook wel degelijk kritiek is op de ontwikkeling van zijn stem en de (te) uitgebreide lijst aan titelrollen die hij voor zijn rekening neemt.
Domingo en Smirnova domineren, de enscenering niet
Die kritiek strekt zich niet uit tot Domingo's uitvoering van de titelrol in Nabucco waarbij hij zowel de euforie als de ondergang en uiteindelijke morele herstel van koning Nabucco in diens strijd tegen de Joden fantastisch weet te treffen met een stem die nog altijd klinkt als een klok. Juist de momenten in de opera waar Nabucco de hoofdrol heeft, waren de absolute hoogtepunten. Variërend van de triomferende intocht van Nabucco in de Tempel van Solomon, de last stand van de Joden tot het bezingen van zijn eigen val als koning door de hand van zijn dochter Abigaille (die overigens de dochter van een slaaf blijkt te zijn) tot zijn herstel als monarch nadat hij zijn ogen geopend heeft voor de enige echte God en daarmee in het reine komt met de Joden en zijn geweten. Daarbij wordt Domingo vakkundig bijgestaan door Anna Smirnova die het doortrapte, maar ook gevoelige van Abigaille weergaloos weet neer te zetten. Dit alles onder uitstekende begeleiding van het Chor uni Orchester der Wiener Staatsoper onder uitstekende muzikale leiding van Jesús López-Cobos. De uitvoering, zeker ook van het veelvuldig door Verdi ingezette Bühnenorchester, was volgens het boekje hoewel op sommige momenten de muzikale aanvoering wel wat meer pit had mogen hebben. Iets wat in de standaardopname van Nabucco van Riccardo Muti bijvoorbeeld wel te horen is.
Enige dissonant in het geheel was de enscenering die - zeker in voor de operaliefhebber die het spektakel van De Nationale Opera is gewend - nogal kaal en nietszeggend was. Wat regisseur Günter Krämer ermee wilde zeggen was, althans voor ondergetekende, niet duidelijk. Veelal leek het erop dat plaats van handeling een niet nader gespecificeerd Zuid-Amerikaanse dictatuur is waar Nabucco als een soort pater familias de scepter zwaait en de Joden veelal iets weg hadden van Dwaze Moeders. Blijkens onderstaand interview met Domingo is hij zelf ook niet bijster enthousiast over deze moderne setting en had wat hem betreft ook het traditionele decor van stal gehaald mogen worden. Hoewel een moderne setting echt iets kan toevoegen, is de meerwaarde van deze enscenering niet evident. Daarbij wel aangetekend dat het zicht van ondergetekende niet maximaal was aangezien deze opera al maanden uitverkocht was, maar een dag ervoor (gelukkig) nog enkele kaartjes waren, maar dan wel (letterlijk) vijf hoog achter. Overigens een overkomelijk ongemak om voor het eerst de pracht en praal, maar vooral het muzikale topniveau van de Wiener Staatsoper te kunnen beleven. Een topniveau dat vooral te danken was aan de imponerende bijdrage van Plácido Domingo en Anna Smirnova!
Een Weens verslag van Plácido Domingo's zegetocht als 'Nabucco':
De trailer van dezelfde productie van 'Nabucco' door de Wiener Staatsoper, maar toen nog zonder Domingo:
'Nabucco' van Verdi wordt opgevoerd door de Wiener Staatsoper op 1, 4, 7, 10, 14, 18 en 22 mei. Deze recensie is op basis van de uitvoering op 4 mei 2014.
Reacties
Een reactie posten