De Nationale Opera
Gurre-Lieder
Arnold Schönberg (1874-1951)
Burkhard Fritz, Waldemar
Emily Magee, Tove
Anna Larsson, Waldtaube
Markus Marquardt, Bauer
Wolfgang Ablinger-Sperrhacke, Klaus Narr
Sunnyi Melles, Sprecher
Koor van De Nationale Opera
KammerChor des ChorForum Essen
Marc Albrecht, Nederlands Philharmonisch Orkest
Het Muziektheater, Amsterdam
Marc Albrecht en de Nationale Opera zetten
een wonderschone 'Gurre-Lieder' van Schönberg neer, maar de enscenering roept
meer vragen op dan het beantwoordt.
Hoewel dirigenten een ongekende hoeveelheid
muziek tot hun beschikking hebben om uit te voeren, is de de Heilige Graal van
de (klassieke) muziek een exclusieve club. Als je als dirigent echt meedoet heb
je natuurlijk de symfonieën van Beethoven op je naam staan en als het even
kan ook Der Ring des Nibelungen van Richard Wagner op je palmares staan. Mahler
en Bruckner ronden de wensenlijst over het algemeen af. Maar dan is er altijd nog een muziekstuk waar veel
dirigenten naar snakken om live uit te voeren: de Gurre-Lieder van Arnold
Schönberg (1874-1951). De fascinatie ligt niet alleen in de muziek, maar ook de
onwerkelijke schaal die nodig is om de Gurre-Lieder op te
voeren. Bij de premiere in 1913 in de Musikverein te Wenen waren maar liefst
757 musici en koorleden betrokken. Nu kan het ook wel een tandje minder, maar
de productie van De Nationale Opera die dinsdag ten einde liep
telt nog steeds het gigantische aantal van 235. Chef-dirigent van De Nationale
Opera Marc Albrecht zal zich zeer gelukkig hebben geprezen dat hij in de
mogelijkheid is gesteld om Gurre-Lieder uit te voeren.
En dan ook nog eens voor het eerst in een enscenering door Pierre Audi van dit
van oorsprong concertante muziekstuk. De bofkont!
Deense wortels
Schönberg - tijdgenoot van Mahler en
grondlegger van de twaalftoonsmuziek en daarmee het modernisme in de klassieke
muziek - vond zijn inspiratie voor 'Gurre-Lieder' in de poëzie van de Deense
schrijver Jens Peter Jacobsen (1847-1885). Deze Jacobsen baseerde
zich op het Deense plaatsje Gurre, ooit de vesting van de Deense koning
Waldemar IV. Schönberg legt daarbij niet de focus op de overwinningen en de
pracht en praal van Waldemar, maar diens tragische (verboden)
liefdesgeschiedenis met Tove. Zijn koningin laat zijn geliefde Tove vermoorden
waardoor het leven van Waldemar gitzwart wordt en alleen de dood en de
mogelijke hereniging in de hemel met Tove troost biedt. Schönberg
gebruikt dit gegeven om een orkestraal
liedfestijn op te tuigen dat door de nadruk op twee solisten (Waldemar en Tove
uitstekend vertolkt door Burkhard Fritz en Emily Magee) in de verte wat weg heeft van Mahler's
'Das Lied von der Erde'. Ondanks de enorme bezetting die Schönberg voorschrijft
is een groot deel van Gurre-Lieder bijna intiem te noemen, maar wanneer
Schönberg los gaat
met koor en orkest dan is dat een epische en magistrale ervaring. Daarbij luidt
Schönberg de Romantiek in de muziek passend uit, want hoewel hij Gurre-Lieder afrondde toen hij zich zelf al muzikaal verder had ontwikkeld richting het modernisme, is
zijn (toenmalige) Romantische idioom leidend. Dit alles leidde tot de voor
Schönberg zelf verdrietige conclusie dat hij roem vergaarde met een stuk dat
uiteindelijk niet stond voor zijn baanbrekende werk ten faveure
van het modernisme.
Vervreemdend en verwarrend
'Gurre-Lieder' is altijd concertante
uitgevoerd en zo ook bedoeld door Schönberg, maar schaal, verhaal en muziek
zijn zonder meer schatplichtig aan de opera. Dit heeft Pierre Audi geïnspireerd
om - voor het eerst! - Gurre-Lieder te ensceneren en op te
voeren in het Muziektheater. En het moet gezegd: de enscenering, bestaande uit
een oude fabriekshal en fantasierijke kostuums waaronder de permanent met een
grote ballon getooide Klaus Narr (vertolkt door Wolfgang Ablinger-Sperrhacke)
is oogstrelend. En toch werkt het in combinatie met de tekst en het statische
karakter van 'Gurre-Lieder' wat vervreemdend. Het sowieso niet altijd te volgen verhaal wordt door de enscenering nog wat
verwarrender doch. Desalniettemin is een dergelijke opvoering een must-see.
Zowel vanwege de enscenering alsmede het zeldzame feit zelf dat Gurre-Lieder wordt opgevoerd. Opvallend was overigens wel dat bij deze
laatste uitvoering van de reeks zich wat (kleinschalige) technische mankementen
voordeden en een enkele keer het muzikaal ook niet helemaal lekker liep. Dit
laat onverlet dat het Nederlands Philharmonisch Orkest
onder leiding van Marc Albrecht een uitmuntende uitvoering ten gehore brachten.
Niet in de laatste plaats door het immer geweldige Koor van de Nationale Opera.
Door de laatste scene waar muziek, koor en enscenering tot
een perfect hoogtepunt samenkwamen zorgden dat de problemen met de enscenering
vergeven, doch niet vergeten werden.
'Gurre-Lieder' van Schonberg is door de
Nationale Opera van 2 t/m 23 september 2014 uitgevoerd. Deze recensie is op
basis van de laatste opvoering op 23 september.
Reacties
Een reactie posten