Mariss Jansons en Thomas Hampson tijdens de repetitie |
AAA-serie
Oorsprong. Volkskunst als inspiratie
Mahler: Liederen uit Des Knaben Wunderhorn
Padding: Ick seg adieu
Copland: Liederen uit Old American Songs
Bartók: Concert voor Orkest
Thomas Hampson (bariton)
Mariss Jansons, Koninklijk Concertgebouworkest
Het Concertgebouw, Amsterdam
Een serie reguliere concerten markeert het afscheid van Mariss Jansons als chef-dirigent van het Koninklijk Concertgebouworkest. Maar juist in het reguliere schuilt de kracht van Jansons die gelukkig als conductor emeritus nog vaak zal terugkeren.
Hoewel de aanhoudende gezondheidsproblemen van Mariss Jansons al langer wezen op een afscheid van het Koninklijk Concertgebouworkest kwam het in april 2014 aangekondigde afscheid toch nog redelijk onverwacht. Zoals de afgelopen dagen in diverse publicaties al was te lezen, was zijn broze gezondheid niet meer te combineren met het leidinggeven aan zowel het KCO als het Symphonieorhester des Bayerischen Rundfunks. Jansons heeft daarbij zijn Beierse orkest voorrang gegeven schijnbaar omdat hij ze niet in de steek kon laten vanwege zijn tomeloze inzet voor een nieuwe concertzaal in München. Het wrange is dat inmiddels duidelijk is geworden dat ondanks de inzet van Jansons de nieuwe concertzaal er niet komt en Jansons ook nog eens heeft aangegeven dat zijn recente hartoperatie hem nieuwe energie heeft gegeven en hij mogelijkerwijs nu er niet voor had gekozen om één van de orkesten vaarwel te zeggen. Toch wie Jansons donderdag op het podium zag, kan zich niet aan de indruk onttrekken dat een dergelijke combinatie van orkesten - ook na de operatie - wat te veel van het goede is. Dan toch liever op je hoogtepunt vertrekken dan dat je - wat de afgelopen jaren al veelvuldig voorkwam - concerten moet afzeggen. Maar juist door de onverwachte aankondiging nadat het nieuwe seizoen al was ingevuld, zorgt er dus voor dat Jansons niet afscheid neemt met een groots en meeslepend afscheidsconcert, maar gewoon met een abonnementsconcert. Maar dan wel in de avontuurlijke AAA-serie waar klassiek en modern elkaar ontmoeten. In het achterhoofd de moeizame samenwerking tussen Jansons en Louis Andriessen bij de premiere van diens Mysteriën gaf dit afscheid op moderne leest nog een extra dimensie.
The Entertainer
Eigenlijk was het helemaal niet zo erg dat Jansons op deze wijze afscheid neemt. Want Jansons is voor het KCO niet verloren want net als Riccardo Chailly en Bernard Haitink is hij benoemd tot conductor emeritus. En aangezien zijn afscheid niet met "gedoe" gepaard gaat, zal hij eerder voor het KCO staan dan zijn voorgangers, waarbij de één (Chailly) pas in 2013 weer voor het KCO stond en de ander (Haitink) in 2014 aangaf - onder de huidige directie - niet meer met het KCO te willen optreden. Want Jansons is volgend seizoen al weer terug bij het KCO onder andere voor De Nationale Opera met Pique Dame van Tsjaikovski. En laten we wel wezen: met het Sterrenjubileum in 2013 ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan, heeft het groots feestconcert al plaats gevonden. Een concert waarbij Jansons goede vriend Thomas Hampson een grote rol speelde. Niet toevallig was Hampson ook nu weer van de partij en voorzag het concert van een persoonlijke en vriendschappelijke noot. Met heerlijke - doch erg Amerikaanse - uitvoeringen van selecties liederen uit Gustav Mahler Des Knaben Wunderhorn en Aaron Copland's Old American Song kreeg Hampson - uiteraard uitstekend begeleid door het KCO onder Jansons - het publiek plat. Is het ietwat gemaniëreerde vocale talent van Hampson niet altijd even toepasselijk voor Mahler (Das Irdische leven over een hongerend kind werd gezongen met de grootste kracht), maar is zonder meer gemaakt voor de Old American Songs van Aaron Copland (1910-1990). Het was daarom echt genieten bij die heerlijke liederen, vooral toen Hampson zich liet verleiden tot een extra Old American Song waarin de rasechte entertainer die hij is een ontzettende komische uitvoering gaf van I bought myself a cat. Dit lied dat doet denken aan de boerderij-versie van The Twelve Nights of Christmas gaf Hampson de mogelijkheid om zich vocaal in te leven in het geheel aan boerderijdieren. De lol op het podium en in de zaal spatte eraf.
Met deze liederen van Mahler en Copland werd recht gedaan aan het thema van deze AAA-serie Oorsprong. Volkskunst als inspiratie. Want de volkspoëzie van Des Knaben Wunderhorn van Clemens Brentano en Achim von Arnim inspireerde Mahler terwijl Copland uiteenlopende Amerikaanse volksliederen als zijn uitgangspunt nam. Het goede aan de AAA-serie is dat het onderdeel is van een breder festival waar diverse culturele instellingen hun krachten samenvoegen. Dit concert werd daarom gecombineerd met een inleiding door de zangeres Nynke Laverman die - in haar eigen worden - bekend staat als de Fryske fado zangeres, maar zich inmiddels ook gewijd heeft aan de volksmuziek van Mexico en Mongolië. Laverman hield een interessant betoog over de waarde van volkskunst en sloot af met één van haar laatste nummers begeleid door een aantal leden van het KCO.
Volksmuziek als redding van de klassieke muziek
Een mooie opmaat voor het daadwerkelijke concert waarbij werk van Bëla Bartók (1881-1945) natuurlijk niet kon ontbreken. Want als geen andere componist - met uitzondering van gelijkgestemden zoals Zoltán Kodály - belichaamt Bartók de samensmelting van volks- en klassieke muziek. Een queeste die voor hem de redding van de klassieke muziek betekende en weerwoord tegen de allesoverheersende Romantiek. Zijn verzameling van volksliederen uit Midden-Europa vormde de basis voor zijn muzikale stijl. Zijn prachtige Concert voor Orkest uit 1945 en tevens één van zijn laatste werken is een perfecte weergave van zijn stijl en een prachtig orkestraal werk om het talent van Jansons en de kracht van het KCO te onderstrepen. Want juist in dit soort complexe werken is bij Jansons in goede handen. Als geen ander weet hij dynamiek, transparantie en muzikaliteit samen te voegen tot de unieke KCO-klank. Juist in dergelijk werk - en minder dan in modern werk - laat Jansons zijn grote klasse zien. En met deze heerlijke uitvoering van het Concert voor Orkest sloot Jansons het concert op geweldige wijze af. Om overigens en passant - in weerwil van Louis Andriessen - tijdens het concert te laten horen dat moderne klassieke muziek misschien niet zijn grote affiniteit heeft, maar geef hem de wereldpremière van Martijn Padding's Ick zeg adieu en ook daar toont Jansons zijn grote kwaliteiten. Want dit werk - in opdracht van het KCO speciaal voor het afscheid van Jansons gecomponeerd en gebaseerd op een anonieme melodie uit het Middeleeuwse Antwerpen - paste perfect in het programma en markeerde op luchtige en bijna komische wijze het afscheid van Jansons. Een afscheid dat orkest, publiek en critici de komende jaren ongetwijfeld zullen voelen, want vrijwel alles wat Jansons heeft gedaan was van dermate hoge kwaliteit dat het KCO er alleen maar beter op is geworden en zijn opvolger Daniele Gatti nog een flinke klus heeft te klaren om in de schaduw van Jansons te kunnen staan. Gelukkig tot ziens en niet vaarwel Mariss!
Oordeel FerdiBlog: *****
Eén van de vele hoogtepunten van het chef-dirigentschap van Mariss Jansons de afgelopen 11 jaar, de Tweede Symfonie van Gustav Mahler:
De concerten in de AAA-serie op 19 en 20 maart 2015 markeren het einde van het chef-dirigentschap van Mariss Jansons bij het Koninklijk Concertgebouworkest. Na een periode van 11 jaar aan het muzikale roer bij het KCO wordt Jansons 'conductor emeritus'.
Reacties
Een reactie posten