Mozart: Vioolconcert Nr. 3
Bruckner: Symfonie Nr. 2
Isabelle van Keulen (viool)
Mario Venzago, Nederlands Philharmonisch Orkest
Het Concertgebouw, Amsterdam
Mario Venzago verlaat gebaande paden en presenteert Bruckner als lichtvoetig, terwijl hij Isabelle van Keulen alle ruimte geeft om te stralen in Mozart.
Wanneer een dirigent zijn huis en levensverzekering verpandt om de opera's van de onbekende Zwitserse componist Othmar Schoeck (1886-1957) aan het publiek bekend te maken, heb je te maken met een gek of een liefhebber. Gelukkig voor de muzikale wereld is Mario Venzago (1948) allesbehalve gek, maar een groot liefhebber van muziek. Een liefhebberij die zich niets gelegen laat aan conventie. Een hang tegen de conventie niet om te shockeren maar om componisten en hun muziek te dienen. In het muzikaal café dat het Nederlands Philharmonisch Orkest regelmatig voorafgaand aan hun concerten organiseert, gaf Venzago een inkijk in zijn denken over Bruckner. Een visie die er op neer komt dat hij Bruckner niet speelt als een "Duitse tank" maar lichtvoetig als een kamerorkest. In datzelfde muzikale café geeft Venzago ook hoog op van de kwaliteiten van violiste Isabelle van Keulen en hun artistieke partnerschap. En ook voor deze uitspraken geldt dat het niet uitspraken zijn van een gek, maar een liefhebber want er volgde een prachtig concert met een stralende Van Keulen in Mozart en dan toch echt die lichtvoetige Bruckner!
Een opera vol verrassingen
Isabelle van Keulen |
Hoewel Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) zich op latere leeftijd vooral zou toeleggen op de piano als zijn favoriete soloinstrument zijn de vioolconcerten uit zijn jeugd ook een uiting van zijn muzikale genialiteit. Zijn vijf vioolconcerten schreef hij in 1775 in een tijd dat hij - in opdracht - tevens schreef aan een opera. En juist dat operakarakter - later nog terug te horen in werken als Cosi Fan Tutte en Le Nozze de Figaro - is evident in zijn Derde Vioolconcert. Een vioolconcert dat in de woorden van Venzago lichtvoetig is en vol verrassingen zit. Venzago benadrukt de lichtvoetigheid door een sprankelend tempo te hanteren en daarmee de sfeer van een intiem kamerorkest te onderstrepen. Daarbij krijgt Isabelle van Keulen - bekend van haar artistieke partnerschap met Ronald Brautigam en als jurylid van Maestro - alle ruimte om kraakhelder en met plezier te soleren. De lofuitingen "intelligent", "vernieuwend" en "technisch goed" van Venzago over Van Keulen zijn zonder meer van toepassing op deze uitvoering. Enige minpunt is dat dit kleinschalige werk niet helemaal geschikt is voor de Grote Zaal van het Concertgebouw: een kleinere zaal zou de intimiteit versterken en voorkomen dat het werk - zeker voor de achterste rijen en het balkon - wat wegvalt.
Een opera van een organist
Anton Bruckner (1824-1896) is geen onbekende voor Venzago. Met de eind 2014 verschenen cd-opname van de Vijfde Symfonie van Bruckner heeft Venzago - met wisselende orkesten waaronder zijn eigen Northern Sinfonia en Berner Symphonieorchester - voor CPO zijn Bruckner-cyclus afgesloten. Venzago's visie op de uitvoering van Bruckner is veelal gelijk: Bruckner 'by way of a German tank' is voor hem een onbegaanbare weg. Ook zal je in zijn Bruckner-uitvoeringen geen vibrato tegenkomen. Een vibrato dat pas in 1906 is ontstaan en nu permanent onderdeel uit maakt van de uitvoeringspraktijk van strijkers. Voor Venzago zijn religie en volksdansen de basis voor het werk van Bruckner en moet hij niets hebben van de veelgehoorde kenschets dat Bruckner eigenlijk de symfonische Wagner is. Op de symfonieën 7 en 8 na is er niets van Wagner in het werk van Bruckner te horen. Dat laat voor Venzago onverlet dat Bruckner wel degelijk opera is, maar dan de religieuze variant met Bijbelse figuren in de hoofdrol. Dit laatste punt lijkt wat twijfelachtig omdat Bruckner - vanwege zijn achtergrond als organist - vooral een compleet eigen symfonische wereld heeft gecreëerd die onvergelijkbaar is. Het moet daarbij gezegd worden dat Venzago's aanpak niet altijd tot resultaat leidt aangezien de verschillende delen van zijn Bruckner-cyclus verdeeld zijn ontvangen. Zijn visie op de Tweede Symfonie - een opname met zijn Northern Sinfonia - is overigens een regelrechte hit, juist door zijn afwijkende visie. Op de een of andere manier leent de Tweede Symfonie zich voor een lichtvoetige kamerorkest-aanpak. Waarbij overigens lichtvoetig moet worden gelezen als 'lichtvoetig voor Bruckner', iets wat voor menigeen nog best als zwaar en groots orkestraal zal worden gezien. Een afwijkende visie die overigens een perfecte compagnon vormt voor de meer traditionele uitvoeringen van deze symfonie. Het zal daarom niet verwonderen dat de opname van Venzago - naast de klassiekere en legendarische uitvoering door de Wiener Symphoniker onder Carlo Maria Guilini - mijn favoriete opname is.
Perfecte spanningsopbouw
En het fijne aan de uitvoering van gisteravond is dat hoewel Venzago aantreedt met het grotere Nederlands Philharmonisch Orkest de sfeer van de opname perfect benadert. Het orkest volgde de visie van Venzago totaal waarbij - gezien het tempo - echt wel het nodige van het orkest wordt gevraagd, maar dit ook soeverein gaf. De vele pauzes in deze symfonie die de organist in Bruckner kenmerken zijn voorbodes van wat nieuws en vergen daarom van orkest én publiek concentratie en nieuwsgierigheid. Iets wat Freud als een "extreme vorm van Schubert" betitelde. Orkest en publiek speelden hun rol met verve en gaven Venzago de mogelijkheid om een prachtige en lichtvoetige uitvoering van de Tweede Symfonie neer te zetten waarbij in ieder deel telkens sprake was van een perfecte spanningsopbouw waarbij elke finale ook echt zo aanvoelde. Een spanningsopbouw begeleid door het grote enthousiasme van Venzago die zijn beweeglijkheid van ineenduiken tot springen omzette in aanwijzingen die door het orkest met plezier en resultaat werden opgevolgd. Een heerlijk concert dat wat mij betreft mag leiden tot het vaker uitnodigen van de muziekliefhebber Mario Venzago.
Oordeel FerdiBlog: ****½
Op 28 februari en 1 maart 2015 zijn dirigent Mario Venzago en violiste Isabelle van Keulen te gast bij het Nederlands Philharmonisch Orkest met een programma van Mozart en Bruckner. Deze recensie is op basis van de uitvoering van 28 februari.
Reacties
Een reactie posten