Koninklijk Concertgebouworkest
Bach meets Brahms
Bach: Cantate 'Nach dir, Herr, verlanget mich', BWV 150
Bach: Motet ' Jesu meine Freude', BWV 227
Bach: Motet ' Jesu meine Freude', BWV 227
Brahms: Symfonie Nr. 4
Judith van Wanroij, sopraan
Nederlands Kamerkoor
Daniel Harding, Koninklijk Concertgebouworkest
Het Concertgebouw, Amsterdam
Daniel Harding haalt het beste in het Koninklijk Concertgebouworkest naar boven in een heerlijk programma waar werken van Bach en Brahms elkaar ontmoeten. De vocale kwaliteit van het Nederlands Kamerkoor - zowel solistisch als in gezamenlijkheid - maakt het feest compleet.
Met een vierdelige reeks concerten Bach meets Brahms exploreren Iván Fischer en Daniel Harding de relatie tussen Johann Sebastian Bach (1685-1750) en Johannes Brahms (1833-1897). Niet vreemd aangezien Brahms een groot bewonderaar was van Bach en zich in zijn werk door hem liet beïnvloeden. Daarom worden de vier symfonieën van Brahms gekoppeld aan werken van Bach. Eerder deze maand trapte Fischer de serie af met de Tweede Symfonie van Brahms en een cantate en orkestsuite van Bach. Aan Harding de taak om de machtige Vierde Symfonie van Brahms samen te brengen met een cantate en motet van Bach. Harding is volgens het programmaboekje een graag geziene gast bij het Koninklijk Concertgebouworkest (KCO) en een eerder optreden van Harding tijdens de fameuze Mahler-serie waarbij over drie seizoenen alle symfonieën van Mahler door eminenten dirigenten werden gedirigeerd, liet hij in een uitstekende uitvoering van de Eerste Symfonie van Mahler al merken dat hij zonder problemen mee kan met 'de grote jongens'. Gelukkig bleek dit optreden dat beeld alleen maar te bevestigen waarbij kwaliteit van de uitvoering, maar juist ook de inherente kwaliteit van de gekozen werken en de samenhang er tussen een prachtig programma opleverden.
Van alle markten thuis
Hoewel de Matthäus-Passion al sinds jaar en dag op de lessenaars van het KCO is terug te vinden, komt het overige vocale werk er een stuk bekaaider vanaf. Wellicht heeft dit ook met de beperkte bezetting te maken die de cantates en motetten van Bach nodig hebben, maar toch is het jammer dat Bach minder snel op de lessenaar terug te vinden is dan Mahler, Bruckner of Beethoven. Met deze serie wordt dat gemis natuurlijk goed gemaakt en de cantate Nach dir, Herr, verlanget zich en het motet Jesu meine Freude geven een mooi beeld van de vroege en latere Bach. Over cantate nr. 150 is zelfs wat twijfel geweest of het aan Bach moet worden toegeschreven, maar er zijn genoegd bewijzen om er van uit te gaan dat dit het werk van Bach is. Wel overigens werk uit een tijd toen Bach niet kon beschikken over goede musici wat zich vertaalt in een beperkte bezetting en het schrijven voor een koor van beperkte mogelijkheden. De link naar de Vierde Symfonie van Brahms is overigens daarbij een zeer directe: de finale van Brahms' symfonie is gebaseerd op het basismotief van de cantate. Een cantate die wonderschoon werd uitgevoerd door het Nederlands Kamerkoor dat - naast sopraan Judith van Wanroij - zich zowel solistisch als als geheel uitstekend kwijtte van dit werk. Opvallend daarbij is dat Harding ook als koordirigent zeer bedreven is en dus van alle markten thuis is. In het motet kwam dit opvallend naar voren aangezien het - op de basso continuo na - een a capella werk is. Ook hier kwam de collectieve en individuele kwaliteiten van het Nederlands Kamerkoor sterk naar voren.
Een symfonie boordevol ideeën
Geïntimideerd door de muzikale grootsheid van de symfonieën van Beethoven zou Brahms pas op latere leeftijd het aandurven om zich te wagen aan de symfonie. Zijn Eerste Symfonie werd een ongekwalificeerd succes en Brahms zou uiteindelijk vier symfonieën componeren die overlopen van de (muzikale) ideeën. Zijn laatste en voor velen favoriete Vierde Symfonie is de culminatie van zijn symfonische stijl: alleen al het prachtige eerste deel kent zoveel thema's en ideeën dat het op zich al rechtvaardigt om uitgewerkt te worden tot een symfonie. De connectie met het werk van Bach voor de pauze versterkte de muzikale gelaagdheid van deze symfonie, maar vooral ook door de visie van Harding die het KCO noopte tot een prachtige en voorbeeldige uitvoering. Het KCO speelde met momenten van grote schoonheid waarbij Harding vooral ook oog had voor de spanningsopbouw van de verschillende delen. En hoewel Harding de opening van de symfonie een tikkeltje trager nam dan bijvoorbeeld de legendarische opname van deze symfonie door de Wiener Philharmoniker onder Carlos Kleiber en de recent evenzo geslaagde opname door Riccardo Chailly met het Gewandhausorchester wist Harding - live! - dezelfde kwaliteit te benaderen. Met dit concert heeft Harding wederom zijn kwaliteiten getoond en een prachtige bijdrage geleverd aan het nu al geslaagde KCO-project Bach meets Brahms.
Oordeel FerdiBlog: ****½
Iván Fischer en Daniel Harding brengen in het kader van 'Bach meets Brahms' de werken van Bach en Brahms samen door vier concerten met het Koninklijk Concertgebouworkest. Een cantate en motet van Bach in combinatie met de Vierde Symfonie van Brahms is het tweede concert in de reeks en is uitgevoerd op 23 en 25 oktober 2015. Deze recensie is op basis van de uitvoering op 25 oktober.
Reacties
Een reactie posten