Beethoven: Symfonie Nr. 7
Mahler: Des Knaben Wunderhorn (selectie)
Matthias Gerne (bariton)
Manfred Honeck, Koninklijk Concertgebouw
Het Concertgebouw, Amsterdam
Het Koninklijk Concertgebouworkest speelt op safe met een weinig verrassend programma van Beethoven en Mahler. De Oostenrijks-Duitse combi van gastdirigent Manfred Honeck en bariton Matthias Goerne doen wat nodig is en leveren een solide, maar zeker geen memorabele uitvoering af.
De muziek van Beethoven en Mahler is tijdloos en vormt niet zonder reden een belangrijk deel van de concertprogramma's van de belangrijkste orkesten ter wereld. De kracht en oorspronkelijkheid van de symfonieën van Ludwig van Beethoven (1770-1827) inspireert nog steeds dirigenten om een volledige cyclus aan concertpubliek of cd toe te vertrouwen. Ook al zijn er inmiddels zoveel cycli uitgebracht dat het de vraag is wat een nieuwe cyclus eigenlijk nog toevoegt. Hetzelfde geldt voor de liederen van Mahler gebaseerd op Des Knaben Wunderhorn. Deze door Clemens Brentano en Achim von Arnim verzamelde Duitse volkspoëzie inspireerde Gustav Mahler (1860-1911) tot een reeks prachtige en melancholische liederen. Liederen die tevens de inspiratie vormden voor zijn Tweede, Derde en Vierde Symfonie waarbij een deel van de liederen impliciet (Des Antonius von Padua Fischpredigt) dan wel expliciet (Urlicht) onderdeel uit maken van die symfonieën. Waar deze liederen in de regel worden uitgevoerd door een sopraan en bariton kunnen de liederen ook door één zangstem worden uitgevoerd. De cd-uitvoering uit 2011 door Thomas Hampson met de Wiener Virtuosen is hier een voorbeeld van. Een orkest als het KCO staat bekend om de kwaliteit en kracht van haar uitvoeringen van Beethoven en met name Mahler dus zijn werken van deze twee componisten veelvuldig terug te vinden op de lessenaars in het Concertgebouw.
Weer Beethoven
De Zevende Symfonie is - vooral door het statige en treurige Allegretto - één van de meest populaire symfonieën van Beethoven en was de afgelopen jaren al veelvuldig te beluisteren bij het KCO met op de bok onder andere Iván Fischer en Bernard Haitink. Met de Oostenrijker Manfred Honeck heeft het KCO een gastdirigent die zijn strepen heeft verdiend bij het Pittsburgh Symphony Orchestra en thuis is in de muziek van Midden-Europa. Opvallend bij zijn aanpak is dat hij de Zevende Symfonie het noodlottige karakter van de Vijfde meegeeft in de uitvoering. Helaas combineert hij dit alles met een te snelle uitvoering van de al op zich zelf spetterende finale waardoor de finesse van het genie van Beethoven niet volledig tot recht komt. Daardoor levert Honeck een prima uitvoering af, maar van het KCO en ook Honeck zelf mag toch eigenlijk wel meer verwacht worden.
Weer Mahler
Hetzelfde leek ook aan de hand bij de uitvoering van elf van de Wunderhorn-liederen door bariton Matthias Goerne ondersteund door het KCO onder Honeck. De liederen bieden een prachtige combinatie van melancholische Middel-Europese weltschmerz met her en een der een flinke scheut ironie. Op de een of andere manier kwam dat er in de uitvoering niet geheel uit. Goerne is een goede bariton, maar in deze combinatie met Honeck bleek ook hier dat de kwalificatie 'solide zonder uitschieters' meer dan afdoende was. Daarbij is het opvallend dat een selectie van de Wunderhorn-liederen vorig jaar nog is uitgevoerd door het KCO tijdens de laatste reeks concerten door Mariss Jansons waarbij Thomas Hampson de honneurs waar nam. Wanneer het KCO kiest om een dergelijk 'veilig' combinatie te programmeren, moet de uitvoering spetteren en iets extra's brengen. Helaas was dit - zelfs op Valentijndsdag - niet het geval. Niets om je voor te schamen, maar zeker ook niet om over naar huis te schrijven.
Oordeel FerdiBlog: ***
Op 12 en 14 februari waren Manfred Honeck en Matthias Goerne te gast bij het Koninklijk Concertgebouworkest voor een programma van Beethoven en Mahler. Op 13 februari vormde de Zevende Symfonie tevens het hart van RCO Essentials. Deze recensie is op basis van de uitvoering op14 februari.
Reacties
Een reactie posten