Opera 18 september 2016: Mozart's Figaro (gelukkig) rechttoe rechtaan én vol humor


De Nationale Opera
Le Nozze di Figaro
(Wolfgang Amadeus Mozart, 1756-1791)

Alex Esposito, Figaro
Christiane Karg, Susanna
Eleonora Buratto, La Contessa di Almaviva
Stéphane Degout, Il Conte di Almaviva
Marianne Crebassa, Cherubino
Katharine Goeldner, Marcellina
Umberto Chiummo, Bartolo

David Bösch (regie), Patrick Bannwart (decor)
Eentje Nielsen (kostuums), Olaf Winter (licht)

Koor van De Nationale Opera
Ivor Bolton, Nederlands Kamerorkest
Nationale Opera & Ballet, Amsterdam


De nieuwe rechttoe rechtaan productie van de Nationale Opera onderstreept nog maar eens waarom Mozart's Le Nozze di Figaro zo vaak wordt opgevoerd. Door een kluchtige aanpak die verrassend humoristisch uitpakt, tekent regisseur David Bösch - geholpen door vooral de vrouwelijke solisten en het uitstekende Nederlands Kamerorkest - voor een plezierige uitvoering van deze klassieker. 

Een nieuwe productie van een klassieke opera is voor ieder operahuis altijd een heikele onderneming. Want wanneer trouw wordt gebleven aan het oorspronkelijke werk klinkt al snel het verwijt van conservatisme. Daarentegen heeft een moderne invulling het risico dat muziek en beeld niets meer met elkaar te maken hebben  waarmee afbreuk wordt gedaan en daardoor afbreuk doet aan de reden van een productie: het werk zelf. De Metropolitan Opera in New York - waar je bij wijze van spreken nog Vikinghelmen in Wagner's Ring tegenkomt - is een voorbeeld van het eerste. Onze eigen Nationale Opera is wat avontuurlijker ingesteld, maar weet in de regel een goede balans te vinden tussen eerbied voor het werk en de noodzaak om diepere lagen én een nieuw publiek voor opera aan te boren. Het feit dat het gezelschap zich mag tooien met de onderscheiding Opera Company of the Year 2016 én - ondanks de hoge toegangsprijzen - kan bogen op veelal uitverkochte zalen maakt duidelijk dat die meer avontuurlijke strategie de juiste is. Dit laat onverlet dat ook De Nationale Opera (en haar voorganger De Nederlandse Opera) wel eens een steekje laat vallen. Zo leek het op voorhand een goed idee om de drie Da Ponte-opera's van Mozart (Le Nozze di Figaro, Don Giovanni en Così fan tutte) in één duidelijke stijl - die van Jossi Wieler en Sergio Morabito - te ensceneren. Dit zou uiteindelijk Ingo Metzmacher - de chef van de toenmalige Nederlandse Opera - fataal worden. Na de première van die versie in 2007 en de herneming in 2011 heeft De Nationale Opera ervoor gekozen om de opera's opnieuw te ensceneren, maar ditmaal niet vanuit één visie. Het eerste resultaat hiervan was afgelopen seizoen te zien met een Don Giovanni waarbij de hoofdpersonen door regisseur Claus Guth letterlijk het bos in werden gestuurd. Een enscenering die ver af stond van het oorspronkelijke werk, maar wonderwel goed werkte en daardoor de vloek van 'het beddenpaleis' (de bijnaam van de vorige enscenering) ontliep. Dit seizoen staat de eerste van de opera's gebaseerd op een libretto van Lorenzo da Ponte op het programma: Le Nozze di Figaro. Een opera waarvan regisseur David Bösch juist kiest voor een rechttoe rechtaan productie die alle ruimte geeft aan de solisten én daarmee het werk zelf. 

Het Theater van de Lach van John Lanting
In een aantal recensies van deze nieuwe enscenering klonk enige teleurstelling door over deze aanpak, maar juist daarom werkt deze uitvoering zo goed. Le Nozze di Figaro is bovenal een klucht waarbij een kluwen aan personages en onderlinge relaties gediend is bij een heldere enscenering wil het publiek het spoor niet bijster te raken. Hoewel gebaseerd op Le Mariage de Figaro van Pierre Beaumarchais is het maatschappijkritische karakter - mede met het oog op de toen geldende censuur in het Habsburgse Wenen - ingeruild voor een romcom avant la lettre. Centraal staat het aanstaande huwelijk van Figaro en Susanna. Beide tortelduifjes zijn in dienst van de graaf en gravin van Almaviva. De graaf is een ongegeneerde womanizer die gaandeweg spijt krijgt van het opgeven van het aloude 'recht van de eerste nacht', terwijl zijn vrouw almaar ongelukkiger wordt door het gedrag van haar man van wie zij - ondanks alles - toch nog houdt. Tegelijkertijd is er ook voor Figaro een kaper op de kust in de vorm van Marcellina die hem geld heeft geleend op voorwaarde van een huwelijk. Zij wordt ondersteund door Doktor Bartolo die weer een amoureus verleden met haar heeft. Een verleden dat gaandeweg de opera duidelijk wordt en weer impact op Figaro heeft. Dan is er ook nog de jongensachtige page Cherubino (gezongen door een vrouwelijke sopraan) die menig vrouwenhart sneller doet kloppen en daarmee de toorn van de graaf over zich heeft afgeroepen. Hoewel de verwikkelingen vier aktes nodig hebben en een gemiddelde Nozze ruim drie uur duurt, is het werk van Mozart perfect in balans. Een balans die gedijt bij de interpretatie van David Bösch en de uitvoering door De Nationale Opera. Een uitvoering die bij tijd en wijle doet denken aan het Theater van de Lach van John Lanting. En klucht in de waarachtige zin van het woord dus. 

Vrouwen aan kop
Een eenvoudige 'rommelige' enscenering geeft de solisten én het libretto alle ruimte en krijgt daarbij opvallend hoorbaar de lachers op de hand. Een niet alledaags verschijnsel bij het publiek van Nationale Opera & Ballet. Het helpt daarbij dat de teksten van Da Ponte ook ruim twee eeuwen later tot de verbeelding spreken, maar ook de uitstekende komische timing van de solisten. Opvallend daarbij is overigens wel dat de vrouwelijke solisten - met de gravin van Eleonora Buratto en Marianne Crebassa's Cherubino voorop - duidelijk beter zingen dan de mannelijke. Hoewel Stéphane Degout's graaf zakkerig genoeg is om geloofwaardig te zijn en het bekoort dat de Figaro ook daadwerkelijk niet onknap is, zijn personage komt onvoldoende uit de verf. Zoals gebruikelijk bij Mozart-opera's door De Nationale Opera is het Nederlands Kamerorkest weer present om op lichtvoetige, maar overtuigende wijze de prachtige muziek van Mozart tot leven te wekken. Ze worden daarbij meer dan adequaat geleid door gastdirigent Ivor Bolton die hevig gesticulerend maar desondanks met genoeg precisie zijn wensen aan het orkest weet over te brengen. Dat Bösch trouw blijft aan Da Ponte en Mozart betekent overigens niet dat hij ook volledig kiest voor de Habsburgse mores van die tijd. Want - zoals verwacht mag worden bij een opera buffa - eindigt het voor eigenlijk alle betrokkenen in een happy end. Zelfs dus voor de vervelende graaf die wordt teruggenomen door de gravin. Dat laat Bösch niet helemaal over zijn kant gaan: de gravin zet hij van haar meest geëmancipeerde kant  neer door haar in de slotscène - met behulp van een jachtgeweer - de graaf te laten zien wie de baas is. En ook de invulling van beroepsroddelaar Don Basilio die als een roze versie van Ad 'Toppop' Visser het podium betreedt en onmiddelijk plaats kan nemen bij RTL Boulevard laat zien dat een getrouwe weergave tevens uiterst modern kan zijn. 

De Nationale Opera verzorgt - o.a. via de eigen Facebook-pagina - een livestream van de laatste uitvoering van 27 september die tevens daarna nog zes maanden hier terug te zien is. 



Van 6 t/m 27 september 2016 voert De Nationale Opera 'Le Nozze di Figaro' uit met medewerking van het Nederlands Kamerorkest onder leiding van gastdirigent Ivor Bolton. Deze recensie is op basis van de uitvoering op 18 september. 

Reacties