Nationale Opera
Manon Lescaut
(Giacomo Puccini, 1858-1924)
Eva-Maria Westbroek, Manon Lescaut
Stefano La Colla, Renato des Grieux
Thomas Oliemans, Lescaut
Alain Coulombe, Geronte di Ravoir
Alessandro Scotto di Luzio, Edmondo
Andrea Breth (regie)
Martin Zehetgruber (decor)
Koor van De Nationale Opera
Alexander Joel, Nederlands
Philharmonisch Orkest
Nationale Opera &
Ballet, Amsterdam
De Nationale Opera zet haar Puccini-cyclus
voort met ditmaal de opera die Giacomo Puccini voor het eerst wereldfaam
bezorgde: Manon Lescaut. Met niemand minder
dan Eva-Maria Westbroek in de hoofdrol kan het eigenlijk niet mis gaan. Hoewel
Westbroek schittert en begeleid wordt door een geweldig spelend Nederlands
Philharmonisch Orkest, valt er op de enscenering van Andrea Berth het nodige af
te dingen. Maar voor wie van Puccini houdt, kan met een gerust hart de gang
naar Amsterdam maken.
De
liefhebber van de opera’s van Puccini is de afgelopen jaren (meer dan) goed
bediend door de Nationale Opera/de Nederlandse Opera. Zelf bewaar ik goede
herinneringen aan La Bohème twee
seizoenen geleden, maar vooral een indrukwekkende Turandot uit 2010 met een sprankelend Rotterdams Philharmonisch
Orkest onder leiding van Yannick Nézet-Séguin. Daar waar in 2010 Puccini’s
laatste (en niet voltooide) opera centraal stond, is het nu de beurt aan
Puccini’s derde opera Manon Lescaut (1893).
De opera die Puccini’s doorbraak betekende en een reeks startte van louter
succesnummers. Maar belangrijker dan de constatering dat Manon Lescaut de voortzetting van de Puccini-cyclus vormt, is de
terugkeer van Eva-Maria Westbroek bij de Nationale Opera. Want de enige echte
operaster van Nederlandse bodem is ongetwijfeld één van de belangrijkste
redenen om naar Amsterdam af te reizen. Puccini, Westbroek en de Nationale
Opera zijn geen vreemden voor elkaar. In 2009 vormden zij al een gouden trio
met een door critici geprezen uitvoering van La fanciulla del West. En in Manon
Lescaut is dat niet anders. Westbroek weet haar publiek te betoveren en
geeft – hoewel ze toch echt niet door kan gaan voor de 18-jarige Manon Lescaut
– de verschillende emoties die Manon tijdens de opera doormaakt telkens met een
voltreffer gestalte. Daarbij moet zonder meer gesteld worden dat Des Grieux, de
geliefde van Manon, op evenzo geweldige wijze wordt vertolkt door Stefano La
Colla. La Colla komt wat betreft zonder moeite in de buurt van het enthousiasme
dat het publiek voor Westbroek tentoonspreidt. Ten slotte is er nog het
Nederlands Philharmonisch Orkest dat – aangejaagd door de vrij onbekende maar
zeer competente dirigent Alexander Joel (1971) – de muziek van Puccini laat
schitteren. Een volvette doch transparant Technicolor-geluid
is de perfecte begeleiding voor de krachtige stemmen van Westbroek en La Colla.
Alleen Alessandro Scotto di Luzio’s Edmondo wist zich bij de start niet
helemaal boven het orkest uit te werken hoewel dit gaandeweg de uitvoering ook
geen probleem meer was.
Loszingen
De
ingrediënten voor een perfecte Manon
Lescaut lijken zich daarmee te hebben aangediend. En in veel opzichten is
dit ook een zonder meer memorabele uitvoering ware het niet dat er op de
enscenering en daarmee de regie van Andrea Berth het nodige valt af te dingen.
Berth kennen we nog van een – als we de kritieke mogen geloven – controversiële enscenering van Verdi’s Macbeth bij de Nationale Opera. Ook nu
zet ze de boel op stelten door de vier aktes die Manon Lescaut rijk is en plaats vinden in achtereenvolgens Amiens,
Parijs, Le Havre en Amerika weer te geven als de herinneringen van een in een
Amerikaanse woestijn stervende Manon. Met haar geliefde Des Grieux aan haar
zijde. Hoewel een innovatieve benadering, blijft het de vraag waarom je zo wil
loszingen van de oorspronkelijke bedoelingen van componist en librettist.
Hoewel wat betreft het libretto Puccini het ook allemaal niet zo goed wist
aangezien hij meerdere librettisten heeft versleten tijdens de totstandkoming
van deze opera. Berth kiest ervoor om de diverse akten in een woestijnomgeving
te laten plaats vinden om het uitgangspunt van herinnering kracht bij te zetten.
Een slapende Manon vergezeld van een eveneens slapende Des Grieux moeten dit
uitgangspunt verder duidelijk maken. Gelukkig is de Nationale Opera zo
verstandig geweest om bij de synopsis van het verhaal dit (afwijkende)
uitgangspunt in een paar regels uit te leggen. Het feit dat dit nodig is, maakt
duidelijk dat deze visie allesbehalve
gelukkig is.
Pijn aan de ogen
Het
gekke aan deze keuze is dat je zou denken dat iedere akte start met een
slapende Manon en Des Grieux, maar dit is alleen zo bij de eerste akte waar
Manon – samen met haar broer en de rijke oude Geronte di Ravoir – arriveert in
Amiens. Zij ontmoet daar de student Des Grieux en valt hopeloos voor hem. Ze
besluiten samen te vluchten, maar worden achtervolgd door Di Ravoir. In de
tweede akte blijkt dat Di Ravoir – bijgestaan door de broer van Manon –
succesvol was in zijn jacht op Manon en inmiddels haar tot zijn trofee heeft
maakt terwijl Manon geniet van zijn rijkdom. Toch blijft ze denken aan Des
Grieux en helpt haar broer haar om ze weer samen te brengen. Ook dit gaat mis:
Manon treuzelt te lang om haar sieraden op haar vlucht mee te nemen en ze wordt
gearresteerd door de politie die door haar oude minnaar is gealarmeerd. Zowel
bij de dramatische climax van de eerste akte (de vlucht) als de tweede akte (de
arrestatie) kiest Berth voor een totaal gebrek aan dramatiek bij deze
gebeurtenissen die in een soort slow
motion en telkens gesymboliseerd door één figuur (in plaats van een massa
aan personages) plaats vinden. Wellicht als een soort vertaling van het feit
dat deze gebeurtenissen voor Manon een droom zijn, maar echt werken doet het
niet. De derde en vierde akte zijn daarentegen wel gebaat bij de aanpak van
Berth. Want de simpele enscenering van Le Havre waar Manon – veroordeeld tot
deportatie – zich bevindt, is krachtig.
En dan tenslotte die vierde dramatische akte: Des Grieux is Manon gevolgd in
haar deportatie naar Amerika en in een woestijn zijn ze eindelijk samen, maar
sterven zij ook gezamenlijk. Niet alleen is de enscenering van de woestijn hier
zeer passend, maar wordt handig gebruik gemaakt van het schelle licht van
diezelfde woestijn. Want de vierde akte start met een prachtig instrumentaal
intermezzo waardoor de zaal in duisternis gehuld is. Zodra het doek opgaat voor
de finale doet het – juist door het duister – schelle licht pijn aan de ogen en
geeft daarmee een extra dimensie aan de dramatiek. Zo eindigt Manon Lescaut alsnog op een wijze waar
alle elementen – voor dat moment althans – in evenwicht met elkaar zijn.
Van 10 t/m 31 oktober
2016 voert De Nationale Opera ‘Manon Lescaut’ van Puccini op. Deze recensie is
op basis van de slotuitvoering op 25 oktober 2016.
Reacties
Een reactie posten