'You might very well think that...': een terugblik op 'House of Cards'

© BBC

Nothing lasts forever. Even the longest, most glittering reign must come to an end one day’. Zo startte in november 1990 de BBC-serie House of Cards. Deze woorden gesproken door conservatief parlementslid en Chiep Whip Francis Urquhart, kijkend naar een foto van de net als partijleider en premier gevallen Margaret Thatcher, vormde het startschot van een serie waarin de kijker getuige is van de meedogenloze beklimming door Urquhart van the greasy pole om uiteindelijk premier te worden. Deze iconische serie is nu door Netflix, een soort Amerikaanse digitale Videoland die zelf ook content verzorgt, voorzien van een remake in het hart van de Amerikaanse politiek, Washington D.C., met in de hoofdrol Francis Underwood gespeeld door Kevin Spacey. Helaas is deze remake (nog) niet in Nederland te zien, maar vormt deze wel de perfecte aanleiding om het succes en blijvende fascinatie van het origineel in ogenschouw te nemen.

In de vier delen die House of Cards nodig heeft om de opkomst van Urquhart te schetsen, wordt ook een inkijkje gegeven in de stand van de Britse politiek. Dat Urquhart namens de Conservative Party in het parlement zit, mag niet verbazen aangezien de Conservatieven, tot dat moment, de machtigste politieke partij van het Verenigd Koninkrijk vormden. Dit wordt onderstreept door het feit dat in 20e eeuw slechts twee partijleiders niet het premierschap bereikten: Austen Chamberlain aan het begin van de 20e eeuw en William Hague aan het einde ervan.

Tegelijkertijd hebben de makers ongelooflijk geluk gehad met de timing van de serie. Toen de serie in november 1990 uitkwam bleek het fictieve uitgangspunt van Thatcher’s val ook de realiteit. Juist deze uncanny coincidence gaf de serie een dermate realiteitswaarde dat vele kijkers zich wellicht zouden vergissen te denken dat er bijna sprake was van een documentaire over de Britse politiek in het algemeen en de Conservatieven in het bijzonder. En wat betreft de Britse politiek in het algemeen worden in House of Cards de omgangsvormen en handelswijzen in de politiek (veel) sterker aangezet, maar zeker niet zonder realiteitswaarde. Een mooi voorbeeld is hoe Francis Urquhart als Chief Whip omgaat met een parlementslid van zijn eigen partij die gesnapt is bij de hoeren en tegelijkertijd tegen wetgeving van de regering dreigt tegen te stemmen.


Het succes van House of Cards was op een gegeven moment zo groot dat Urquhart’s catchphrase om ontkennend iets te kunnen bevestigen, ‘You might very well think that, I couldn’t possibly comment’, ook in de echte House of Commons een gevleugelde uitdrukking werd.

Aan de andere kant is de serie niet heel erg realistisch over de status van de Conservatieven. Daar waar onder premier Urquhart de Conservatieven hun totale dominantie van de Britse politiek doorzetten tot ver in de 21e eeuw ging het de Conservatieven in de realiteit stukken slechter af. Na de vermorzeling van de natural party of goverment in 1997 zou Tony Blair, na William Hague, nog eens twee Conservatieve leiders, Iain Duncan Smith en Michael Howard, hun politieke graf in helpen. Pas met de opkomst van David Cameron en het dramatische premierschap van Blair’s opvolger Gordon Brown kwamen de Conservatieven weer aan de macht, maar dan slecht via met de Liberal Democrats gedeelde macht.‘How the mighty have fallen’ hoor je Urquhart al fluisteren.

Toch weet de serie elke keer weer de goede thematiek aan te stippen die de actualiteitswaarde verhoogt. In de tweede serie, To Play the King (1993), krijgt premier Urquhart het aan de stok met de troonopvolger die verdacht veel is geënt op prins Charles. In de derde serie, The Final Cut (1995), beleeft Urquhart zijn nadagen als premier en zijn queeste om langer premier te zijn dan Margaret Thatcher. Om zijn tanende positie te verstevigen gaat hij het avontuur van een buitenlandse oorlog aan waarvan, zoals iedere politicus weet, het effect onvoorspelbaar is. Het zou de voorbode zijn van thematiek die Tony Blair en zijn transatlantische buddy George w. Bush nog lang parten zou spelen.

Overigens wordt de serie gedragen en houdt deze zijn waarde door het onnavolgbare spel van de in 2007 overleden Ian Richardson. Francis Urquhart is een meedogenloze schurk, maar als kijker geniet je, zonder enige reserve, van zijn doortraptheid en de beheersing van het politieke spel. De niet van sympathie ontdane betiteling scoundrel is volledig op hem van toepassing. Niet voor niets levert de BBC-adapatie van het gelijknamige boek van voormalig Thatcher-adviseur Michael Dobbs een veel ‘sympathiekere’ Urquhart op die, in tegenstelling tot het boek, wel premier wordt en niet in schande zelfmoord pleegt. Deze alternate ending van de BBC zorgde ervoor dat Dobbs, met veel plezier, twee vervolgen op zijn boek kon schrijven die de zelfmoord van Urquhart gemakshalve maar over het hoofd zagen en zich aansloten bij de BBC-serie en niet zijn eigen boek.

Een kleine 18 jaar na dato is House of Cards nog steeds een onmisbare aanrader voor allen die ook maar enige interesse hebben in (Britse) politiek dan wel hoogwaardig TV-drama waarderen. Of de remake door Kevin Spacey dit kan benaderen is natuurlijk de vraag. Remakes van intens Britse onderwerpen zijn een hachelijk avontuur. De vreselijke Nederlandse politiek-correcte remake van Yes, Minister als het erbarmelijke ‘Sorry Minister’ is daar een sprekend voorbeeld van. Zou Spacey dezelfde weg volgen? ‘You might very well think that, I couldn’t possibly comment’.


Deze recensie is ook gepubliceerd op Het Goede Levenhet culturele katern van De Dagelijkse Standaard.  Naast mijn eigen FerdiBlog recenseer ik regelmatig o.a. boeken en concerten op Het Goede Leven en geef ik mijn opinie over actuele (cultuur)politiek.

Reacties