Terminale vertraging: 'Maar ik ben al thuis' van Elmer Schönberger



Elmer Schönberger blijft in Maar ik ben al thuis na een veelbelovend begin jammerlijk steken.

Op zijn website afficheert Elmer Schönberger (1950) zich als ‘schrijver, componist, musicoloog’. Bij het lezen van zijn nieuwste boek Maar ik ben al thuis is dat goed te merken. Schönberger kruipt in de huid van de alleenstaande muziekkopiist Ysbrand wiens geordende leven een dramatische wending neemt wanneer bij hem een dodelijke ziekte wordt geconstateerd en hij slechts nog een korte tijd te leven heeft. Dit brengt Ysbrand ertoe zijn leven radicaal om te gooien en te genieten. In deze ommezwaai komt Schönberger de componist en musicoloog om de hoek kijken. Ysbrand geniet met volle teugen van muziek en weet zelfs de stap te maken naar de componist met wie hij voor zijn herziene leven nauwelijks een band had: Gustav Mahler. De beschrijvingen van diens muziek door Ysbrand zijn raak getroffen. Evenzo treffend is Ysbrands ontdekking van de iPod. Luisterend naar zijn iPod ontdekt hij zijn thuisstad Amsterdam en krijgt iedere wijk in zijn beleving zijn eigen compositie c.q. soundtrack.

Ontgoocheling
Na deze muzikale omzwervingen neemt Schönberger de schrijver het verhaal weer over en volgen we Ysbrands zoektocht naar een partner. Via e-Dating krijgt dit vorm en al snel belandt Ysbrand in Mexico City waar zijn ontmoeting met de Mexicaanse Xuxu al snel een ontgoocheling blijkt. Bij de terugkeer naar Nederland knapt er iets bij Ysbrand en besluit hij zijn boarding pass te verscheuren en zich in de vertrekterminal te vestigen.

In dit niemandsland bouwt Ysbrand zijn nieuwe (beperkte) leven op en wordt het hele verhaal van zijn ontmoeting met Xuxu uit de doeken gedaan. Tegelijkertijd wordt de lezer geconfronteerd met zijn herinneringen aan zijn eerste en enige liefde Suus.

Zodra de schrijver Schönberger het verhaal overneemt van de componist en musicoloog, zakt het boek flink weg. De ‘avonturen’ van Ysbrand op het vliegveld verlopen in een tergend traag tempo en worden onderbroken door de flashbacks naar Xuxu en Suus. En hoewel deze vertelvorm al eerder succesvol is toegepast, doet het niets voor het verhaal dat Schönberger wil vertellen. De lezer blijft doorlezen in de verwachting dat het verhaal een ontwikkeling gaat doormaken, maar de lezer blijft – gelijk Ysbrand op het vliegveld van Mexico City – steken in een verhaal dat rustig stationair doorpruttelt.

Beproeving
Hoe meer het verhaal vordert hoe minder de lezer wordt aangespoord om door te lezen. Hoewel het boek nog geen 230 pagina’s telt, lijkt het veel langer en is het doorlezen op sommige momenten echt een beproeving en wordt de eindeloosheid van Ysbrands verblijf in de vertrekterminal (te) inzichtelijk. Een onverwacht einde met een ‘levensbericht’ over Suus zonder afronding van het verhaal van Ysbrand leidt slechts tot meer bevreemding.

Maar ik ben al thuis kan daarom moeilijk een succes genoemd worden. Het is Schönberger aan te raden het onderwerp van zijn volgende boek in verband te brengen met de componist en musicoloog Schönberger, want het beperkte deel van het boek dat hiermee in verband staat, schreeuwt om meer. De rest helaas niet.

Deze recensie is ook gepubliceerd op Het Goede Levenhet culturele katern van De Dagelijkse Standaard.  Naast mijn eigen FerdiBlog recenseer ik regelmatig o.a. boeken en concerten op Het Goede Leven en geef ik mijn opinie over actuele cultuurpolitiek.

Reacties