De Romantische uitersten van Mendelssohn en Bruckner


Mendelssohn-Bartholdy: Pianoconcert Nr. 2
Bruckner: Symfonie Nr. 4

Bertrand Chamayou (piano)
Marc Albrecht, Nederlands Philharmonisch Orkest
Concertgebouw, Amsterdam

De lichtvoetigheid van Mendelssohn heeft weinig gemeen met de zwaarmoedigheid van de symfonieën van Bruckner. Toch brengt Marc Albrecht beide componisten samen in een concert van Romantische uitersten met een bijzondere hoofdrol voor de virtuositeit van pianist Bertrand Chamayou. 

Slechts vijftien jaar schelen componisten Felix Mendelssohn-Bartholdy (1809-1847) en Anton Bruckner (1824-1896), maar gezien de grote verschillen tussen beide muzikale grootheden had er net zo goed honderd jaar tussen kunnen zitten. In niets lijken deze componisten op elkaar. De onzekere Bruckner leefde een lang maar beperkt leven in een wereld die voor hem niet veel groter was dan Wenen en Sankt Florian nabij Linz. Hij zou zijn leven wijden aan God en muziek terwijl zijn echte succes pas ruim na zijn dood kwam. Het leven van Mendelssohn is volstrekt spiegelbeeldig. Bij leven al muzikaal succesvol reisde deze telg uit een rijke Joodse familie door Europa waarbij Schotland hem inspireerde tot zijn Schotse symfonie en Hebriden-ouverture. Het leverde hem tevens een ontmoeting en kennismaking met Koningin Victoria op. Overmand door verdriet vanwege de dood van zijn geliefde zuster Fanny overleed de overwerkte componist op jonge leeftijd aan een hersenbloeding. Deze totaal verschillende levens zijn ook terug te horen in de muziek van beide componisten. De werken van Mendelssohn kenmerken zich door een vrolijke virtuositeit die bol staat van de Romantiek en tegelijkertijd niet gespeend zijn van dramatiek en weemoed. Muziek die in de regel snel tot Mendelssohn kwam en aanstekelijk is. De muziek van Bruckner en dan met name zijn symfonieën zijn daar praktisch het tegenovergestelde van. Zijn devotie dreef Bruckner tot het componeren voor 'dem lieben Gott'. Een God die geëerd wordt door immense symfonieën die een compleet eigen klankwereld hebben gebaseerd op zijn langjarige werkzaamheden als organist. Ongemakkelijke overgangen en massieve klanken gaan hand in hand met momenten van contemplatie en innemende schoonheid. Critici begrepen Bruckner lang niet altijd waardoor de onzekere componist continu bleef sleutelen aan zijn composities en van de meeste symfonieën diverse edities bestaan. Muziek die tegelijkertijd pas na zijn dood echt aan populariteit won. Ook daar een verhaal van uitersten: waar de muziek van de Joodse Mendelssohn in het Derde Rijk verboden was, werden de symfonieën van Bruckner veelvuldig geprogrammeerd. Gelukkig zijn beide componisten heden ten dage veelvuldig te beluisteren alhoewel zelden in één programma.

Een virtuoze solist voor virtuoze muziek
Voor Marc Albrecht, chef-dirigent van het Nederlands Philharmonisch Orkest, vormt dat geen beletsel om beide componisten in één programma samen te brengen. Het niet bijster bekende Tweede Pianoconcert van (1837) van Mendelssohn trapt het concert af. Een heerlijk virtuoos en zorgeloos werk dat Mendelssohn componeerde tijdens zijn huwelijksreis. Het glorieuze openingsthema is typisch Mendelssohn en is de aftrap voor een heerlijke wisselwerking tussen orkest en pianist. Liefhebbers van met name zijn Italiaanse symfonie (de Vierde) komen zeker aan hun trekken aangezien dit werk - weliswaar in mineur - geschreven hetzelfde optimisme overbrengt. Sowieso was Mendelssohn zeer trouw aan zijn eigen klankwereld waardoor zijn werken zeer herkenbaar en daarmee verbonden met elkaar zijn. Dit heerlijke pianoconcert is meer dan toevertrouwd aan de Franse pianist Bertrand Chamayou. Chamayou - die zijn debuut in de Grote Zaal van het Concertgebouw maakte - wist zijn virtuositeit op heerlijke wijze ten dienste stellen van het muzikale idioom van Mendelssohn. Hij toonde zich daarbij als een pianist zonder opsmuk die met plezier gebruik maakt van de mogelijkheden die Mendelssohn hem biedt. Dit alles geholpen door een harmonieus samenspel met het uitstekend spelende Nederlands Philharmonisch Orkest onder leiding van Marc Albrecht. Een toegift kon niet uitblijven. De transcriptie voor piano door Liszt van Mendelssohn's lied Auf Flügeln des Gesanges - door een andere concertbezoeker luid en foutief geïdentificeerd als een sonate van Schumann - zorgde voor een passend slot voor het eerste deel van dit concert.

De klankwereld van Anton Bruckner
Na de pauze de volstrekt andere klankwereld van Anton Bruckner. Marc Albrecht is - sinds zijn aantreden in 2011 bij het Nederlands Philharmonisch Orkest en De Nationale Opera - gestaag bezig met een Bruckner-cyclus. Een cyclus waar hij minder tijd voor heeft met het recente én onverwachte nieuws dat hij zijn contract niet verlengt en daarom per 2020 vertrekt bij zowel het Nederlands Philharmonisch orkest als De Nationale Opera om zich verder te kunnen richten op zijn internationale carrière. Erg jammer aangezien Albrecht - zowel bij het orkest als de opera - imponeert. Niet in de laatste plaats wanner het componisten betreft uit (de nadagen van) de Duits-Oostenrijkse Romantiek: Richard Wagner, Gustav Mahler, Richard Strauss en Anton Bruckner. De Vierde Symfonie van Bruckner is daarom in goede handen bij hem. Een werk dat als bijnaam 'Romantische' kreeg, maar zeker niet in de klassieke betekenis van het woord. Het is - zoals alle symfonieën van Bruckner - een omvattend werk dat leunt op de koralen ware het orkest een orgel en (soms ongemakkelijke) overgangen. Een compositie die om hard werken vraagt van orkest en dirigent om de rode draad vast te houden en inzicht te bieden in de klankwereld van Bruckner. Een symfonie die bovenal veel vraagt van met name de koperblazers, de hoorns voorop. Hoorns die - zeker de eerste maten - nogal onzeker en weifelend startten en daarmee weinig goeds leken te voorspellen voor het verdere verloop van de symfonie. Gelukkig bleken dit slechts opstartproblemen en volgde een voorbeeldige uitvoering waarbij met name het Scherzo en het slot van het laatste deel perfect werden uitgevoerd. En daarmee een waardig einde van een concert van uitersten waar veel te genieten viel.

Op 16 en 18 juni dirigeert chef-dirigent Marc Albrecht het Nederlands Philharmonisch Orkest en solist Bertrand Chamayou in een programma van het Tweede Pianoconcert van Mendelssohn en de Vierde Symfonie van Bruckner. Meer info en kaarten bestellen hier

Reacties