Op reis met het geheugenpaleis. 'De ommegang' van Jan van Aken


Vijf jaar na het succes van De afvallige is Jan van Aken terug met opnieuw een lijvige avonturenroman. Ditmaal niet tegen de achtergrond van het late Romeinse Rijk, maar de Middeleeuwen in het algemeen en het Concilie van Konstanz in het bijzonder. De ommegang is een bijzondere roman waar het uitstekende geheugen van Isidorus van Rillington de hoofdrol speelt. 

Jan van Aken (1961) en de historische roman zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Sinds in 2000 Het oog van de basilisk verscheen, levert Van Aken om de zoveel tijd een nieuwe roman af in telkens een net iets andere historische setting. Bij het grote publiek - en ondergetekende - beleefde hij zijn doorbraak met het vijf jaar geleden verschenen De afvallige. Een buitengewoon omvangrijke roman die zich afspeelt rondom twee keerpunten in de geschiedenis van het late Romeinse Rijk: het kortstondige keizerschap van Julianus (331 - 363) en de Slag bij Adrianopel (378). Het keizerschap van Julianus betekende de laatste opleving van het heidense geloof. Julianus - bekend als Apostata ("De Afvallige") - poogde de opkomst van het Christendom te keren en het polytheïsme nieuw leven in te blazen. Zijn mysterieuze dood tijdens een veldtocht tegen aartsvijand Perzië luidde het voortijdige einde in van zijn bewind en maakte de weg vrij voor de definitieve zege van het geloof in één god. Vijftien jaar later zou de desastreuze nederlaag tegen de Goten bij Adrianopel het begin vormen van het einde van het West-Romeinse Rijk. Een slag waarbij ongehoord veel Romeinen het leven lieten inclusief keizer Valens. Tegen deze achtergrond schreef Van Aken een prachtige avonturenroman die terecht grote populariteit van lezers en recensenten genoot. Inmiddels zijn we vijf jaar verder en bestormt Jan van Aken opnieuw de boekhandels met De ommegang. Wederom een historische roman die zich niet afspeelt tegen de achtergrond van beroemde gebeurtenissen zoals De afvallige, maar een blik werpt op de late middeleeuwen in het algemeen en het Concilie van Konstanz (1414-1418). 

Architect en medicus
De ommegang is vooraleerst het fictieve verhaal binnen een historische correcte context van een selfmade man: Isidorus van Rillington. Als baby te vondeling gelegd wordt hij verzorgd door de poortwachter van een verlaten klooster in het middeleeuwse Engeland. Een klooster dat door God en vrijwel iedereen verlaten is en nog altijd gebukt gaat onder de groteske verliezen die de pest daar en in de rest van Europa teweeg heeft gebracht. Voor Isidorus blijkt het desalniettemin een godsgeschenk wanneer zijn adoptievader hem in aanraking brengt met de (beperkte) kennis die het klooster ter beschikking staat: boeken. Kennis die alsmaar verder wordt uitgebreid wanneer Isidorus op latere leeftijd de kloosterbibliotheek opnieuw in gebruik neemt. Zo bouwt hij aan een basis waar hij de rest van zijn leven plezier zal hebben.  Een basis die gebaseerd is op een tweetal werken: een boek over de werking van het geheugen en een boek over architectuur. Met dank aan het eerste boek wordt Isidorus in staat gesteld alle kennis die hij vanaf dat moment opdoet op te slaan in zijn hoofd ware het een groot geheugenpaleis. Het tweede werk dat met dank aan het eerste boek integraal onderdeel wordt van zijn geheugen stelt hem in staat om alle architectuurkennis op te slaan. Kennis die hem inspireert de grootste architect van zijn tijd te worden. Tegelijkertijd heeft hij inkomsten nodig om zijn droom te verwezenlijken en slaat meteen de benodigde kennis om arts te kunnen zijn op. Gewapend met zijn geheugenpaleis gaat Isidorus het avontuur tegemoet en zal met pieken en dalen zijn ultieme droom najagen: een groots gebouw creëren dat kan wedijveren met de creatie in zijn hoofd. 

Bouwer van kathedralen?
Zijn avonturen brengen hem tot - bijna letterlijk - het einde van de wereld en weer terug. Een reis die aan de lezer verteld wordt door de hoofdpersoon. Het grootste deel van het boek bestaat uit een raamvertelling waarbij de in een gevangenis verkerende Isidorus zijn levensverhaal vertelt aan een zwijgende en naamloze medegevangene. Een medegevangene die net zo goed de lezer zelf kan zijn. Deze raamvertelling wordt afgewisseld met korte fragmenten van zijn reis naar Konstanz in de periode dat het Concilie daar plaats vond. Een reis waarbij hij bij toeval een oude vriend uit zijn verleden en diens dochter treft. Een verleden dat bepaald niet gevrijwaard is van een schaduwkant. Het Concilie van Konstanz was de belangrijkste bijeenkomst in het Christendom en was vooral bedoeld om een geloofscrisis te beslechten aangezien op dat moment maar liefst drie pausen zich als plaatsvervanger van God op Aarde zagen. Sigismund, Koning van Duitsland en later keizer van het Heilig Roomse Rijk was de aanstichter van het Concilie en de reden dat het plaats vond in de Duitse stad Konstanz, aan de grens met het hedendaagse Zwitserland. Een stad die bepaald niet kon bogen op een kathedraal die recht zou doen aan de belangwekkende gebeurtenissen waar Konstanz het toneel voor vormde. In de stad waar Isidorus vriendschap sluit met de aartsbisschop lijkt zijn droom om een kathedraal te bouwen uit te komen. Een droom die lang in de maak was en hem verre reizen en grootse en meeslepende avonturen heeft doen doorstaan. Avonturen waarbij hij zich altijd heeft kunnen verlaten op zijn geheugenpaleis. De ommegang is dermate rijk en omvangrijk dat het niet mogelijk, maar vooral niet wenselijk is om het samen te vatten. Laat daarbij voorop staan dat liefhebbers van de historische roman, maar ook een avonturenverhaal goed aan hun trekken komen. Zelfs wanneer deze Isidorus minder sympathiek is dan op het eerste gezicht lijkt en Van Aken de lezer stiekem met een - soort van - open einde achterlaat. 

Lees hier de eerdere recensie van 'De afvallige' van Jan van Aken. 

'De Ommegang' van Jan van Aken is eind februari verschenen en wordt uitgegeven door Querido. Tevens als eBook beschikbaar. 

Reacties