Donald Trump én Bob Woodward zijn de weg kwijt


Het is inmiddels een traditie voor zittende presidenten: journalist Bob Woodward die het hart van de regering betreedt en vanuit een fly on the wall-positie genadeloos verslag doet. Na Bush 41, Clinton, Bush 43 en Obama is de gevreesde Woodward-karavaan bij de 45e president aanbeland. Helaas toont Fear. Trump in the White House aan dat zowel Trump als Woodward - in verschillende mate - de weg kwijt zijn.

Bob Woodward's nieuwste boek Fear. Trump in the White House bevestigt wat al zonneklaar is: het Witte Huis heeft een bewoner die ongeschikt is voor het belangrijkste ambt ter wereld. Het simpelweg volgen van Donald Trump - niet in de laatste plaats via Twitter - is al genoeg om tot die conclusie te komen. De bewijsvoering neemt daarbij steeds meer toe door de opeenvolgende insider accounts van journalisten, voormalige medewerkers en anderen die onderdeel zijn of waren van het krachtenveld van Washington DC, in Trump-speak: het moeras. Begin dit jaar afgetrapt door Fire and Fury waarin journalist Michael Wolff een genadeloos beeld schetst van het de vorming van het Witte Huis onder Trump na diens verkiezing in november 2016 tot en met het vertrek van Steve Bannon als opperstrateeg in de zomer van 2017. Hoewel Wolff een omstreden journalist is en er vraagtekens zijn over het waarheidsgehalte van het boek, resteert genoeg om te concluderen dat Trump simpelweg ongeschikt is als president. Dit beeld is verder ingevuld door tell all books van lieden die nog een appeltje met Trump te schillen hebben. Zie daar het verschijnen afgelopen voorjaar van A Higher Loyalty van James Comey, de door Trump ontslagen directeur van de FBI. En alsof het nog niet genoeg was kwam in de zomer Omarosa Manigault door met Unhinged. De voormalige deelnemer aan het Trump reality-programma The Apprentice die vervolgens opklom tot vertrouweling van Trump en met hem mee ging naar het Witte Huis. De titel van het boek zegt genoeg over de geestelijke staat waarin haar ogen Trump verkeert. Hoe dodelijk al deze ontboezemingen ook, het wachten was op een bijdrage van een serieuze door vrijwel iedereen gerespecteerde journalist. Op de omineuze datum van 11 september verscheen twee weken geleden Fear. Trump in the White House van Bob Woodward. De journalistieke sensatie van het jaar was aanstaande. Of toch niet?

De weg kwijt
Sinds Bob Woodward (1943) samen met collega Washington Post-journalist Carl Bernstein het Watergate-schandaal onthulde dat uiteindelijk tot het aftreden van Richard M. Nixon als President van de Verenigde Staten zou leiden, is hij de meest gerespecteerde journalist van zijn generatie. Daar waar Bernstein die status nooit heeft gehad c.q. relatief snel is verloren, straalt de ster van Woodward nog altijd. Het heeft hem ongekend invloedrijk gemaakt en hem de toegang gegeven die hij nodig heeft voor zijn journalistiek. Een journalistiek die zich de afgelopen decennia kenmerkt door een reeks fly on the wall accounts van de afgelopen Amerikaanse presidenten. Van onder andere The Commanders over de Bush-regering tijdens de Eerste Irak-oorlog en Bush at War en Plan of Attack over de regering van diens zoon na 9/11 en de oorlogen in Afghanistan en Irak. Maar ook Democraten zoals Clinton (The Agenda) en Obama (Obama's Wars) ontkwamen niet aan zijn strenge en gedetailleerde blik. Deze boeken worden gekenmerkt door een narratief waarbij Woodward verslag doet alsof je bij de betreffende president op schoot zit. Het geeft ongekend inzicht in de besluitvorming van belangwekkende kwesties. Niet jaren later, maar tijdens het betreffende presidentschap. Woodward heeft daarmee het genre van de duurzame instant-geschiedenis ontdekt en een plek in het Amerikaanse politieke landschap gegeven. Hoewel Fear absoluut een onthullende inkijk geeft in het Witte Huis van Donald Trump en een president toont die de weg kwijt is en verstrikt is geraakt in zijn eigen leugens, moet helaas ook geconstateerd worden dat Woodward zelf ook een beetje de weg kwijt is. 

Gebrek aan een narratief 
In tegenstelling tot zijn voorgaande boeken is van een duidelijk narratief in Fear geen sprake. Woodward rijgt allerhande episodes uit het Witte Huis aan elkaar zonder een duidelijk begin- en eindpunt. Het inferieure Fire and Fury had dat wat dit betreft beter voor elkaar: het begon en eindigde met Steve Bannon. Dit gebrek aan narratief is ook het gevolg van het feit dat hoewel Woodward met talloze insiders heeft gesproken de hoofdmoot toch vooral is gebaseerd op interviews met voormalig strateeg Steve Bannon, White House Staff Secretary Rob Porter, Directeur van de Nationale Economische Raad Gary Cohn en Trump's advocaat John Dowd. Allen zijn inmiddels vertrokken en het feit dat Woodward zo op hen leunt betekent dat het met name gaat over de oorlog die in het Witte Huis woedde tussen voor- en tegenstanders van vrijhandel en het Mueller-onderzoek naar onder andere samenzwering tussen Rusland en de Trump-campagne. Bijzonder daarbij is overigens ook dat bij tijd en wijle Woodward zichzelf naar voren schuift in zijn narratief naar aanleiding van een televisieoptreden om zo zijn eigen gezichtspunt te belichten. Een bijzondere keuze die afbreuk doet aan zijn normale aanpak. Zo is Woodward toch een beetje de weg kwijt geraakt en is Fear allesbehalve geslaagd. Desalniettemin blijft hetgeen hij naar voren brengt - met alle hierboven genoemde kanttekeningen - een dodelijke kenschets van het Witte Huis onder Trump. Een regering waarbij brieven en te ondertekenen presidentiële orders, onder andere door Porter en Cohn, letterlijk van zijn bureau worden weggehaald om ellende te voorkomen. Terecht stelt Woodward dat hier feitelijk sprake is van een coup d'état. Al mag je daar met zo'n instabiele president in de praktijk buitengewoon blij mee zijn. Tegelijkertijd zal Trump hoop putten uit dit boek omdat hieruit absoluut niet blijkt dat er sprake is geweest van collusion tussen de Trump-campagne en Rusland. Een stellingname die Woodward naar aanleiding van zijn boek ook in het publiek heeft aangenomen. Woodward stelt niet dat het niet heeft plaats gevonden, maar dat hij in zijn intensieve onderzoek geen enkel bewijs voor heeft gevonden. Hoewel dit zonder twijfel één van de minste, zo niet de minste van alle boeken van Woodward is en het door het fragmentarische karakter ook bepaald minder prettig leest, blijft het natuurlijk onweerstaanbare instant-geschiedenis. Helaas ditmaal niet de duurzame variant. Hét boek over de Trump-regering moet nog geschreven worden. Maar Woodward zal het commercieel in ieder geval niet deren: op de eerste dag werden al 750.000 exemplaren verkocht en binnen enkele dagen was een negende druk al nodig.

Lees hier de eerdere recensie van 'Fire and Fury. Inside the Trump White House' van Michael Wolff. 

'Fear. Trump in the White House' van Bob Woodward is 11 september 2018 verschenen. Een Nederlandse vertaling 'Angst. Trump in het Witte Huis' is tegelijkertijd door Prometheus uitgegeven. 

Reacties