Een warm én indrukwekkend pleidooi voor Benjamin Britten's War Requiem


Britten: War Requiem

Elena Stikhina, sopraan
Mark Padmore, tenor
Michael Volle, bariton

Groot Omroepkoor, Vlaams Radiokoor
Nationaal Kinderkoor

Gianandrea Noseda, Koninklijk Concertgebouworkest
Concertgebouw, Amsterdam

Het imposante War Requiem van Benjamin Britten is - zeker op het eerste gehoor - niet bepaald toegankelijk en wordt - in Nederland althans - relatief zelden uitgevoerd. Een indrukwekkende en gebalanceerde uitvoering door het Koninklijk Concertgebouworkest onder leiding van (inval)dirigent Gianandrea Noseda blijkt de beste pleitbezorger voor dit prachtige oratorium.

Het zit het Koninklijk Concertgebouworkest de laatste tijd bepaald niet mee. Het gedwongen en veelbesproken vertrek van chef-dirigent Daniele Gatti heeft diepe wonden geslagen en blijft een schaduw werpen op het Amsterdamse orkest. Gelukkig heeft het orkest inmiddels een behoorlijke reeks dirigenten bereid gevonden om Gatti's concerten over te nemen: van eredirigent Bernard Haitink tot mogelijke opvolgers van Gatti zoals Roth, Van Zweden en Harding. Gelukkig heeft het orkest - los van de concerten met de chef-dirigent - altijd een groot aantal gastdirecties met de meest prominente dirigenten van dat moment. Een daarvan is Gatti's voorganger: de geliefde Mariss Jansons. Aan het begin van dit nieuwe seizoen zou hij zijn oude orkest voorgaan in het War Requiem van Benjamin Britten. Bijna een maand voordat de concertreeks zou plaats vinden, volgde het nieuws dat Mariss Jansons heeft moeten afzeggen en dat in Gianandrea Noseda een vervanger was gevonden. Wederom blijken gezondheidsproblemen ten grondslag te liggen aan dit besluit. Helaas een voor Jansons bekend fenomeen en één van de redenen waarom zijn afscheid van het Koninklijk Concertgebouworkest (KCO) eerder kwam dan gedacht. Ook zijn concerten met het Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks in deze periode worden door vervangers uitgevoerd. Aan dit orkest is Jansons overigens nog altijd als chef-dirigent verbonden. Normaal zou het publiek - zeker in deze onzekere tijd - zich bekocht mogen voelen met deze dirigentenwisseling. In het geval van de bij het KCO debuterende Gianandrea Noseda is daar geen sprake van. Niet in de laatste plaats door zijn verbondenheid met dit werk dat in het Amsterdamse Concertgebouw resulteerde in een memorabele uitvoering.

Wilfred Owen en de klassieke dodenmis
De kathedraal van Coventry
Benjamin Britten (1913-1976) is een voorman van de moderne klassieke muziek in het Verenigd Koninkrijk en tegelijkertijd één van de meest bekende Britse componisten. Een combinatie die zelden voorkomt en dus veel zegt over de plek die Britten in het muzikale leven heeft verworven. Niet alleen was hij tijdens zijn leven een beroemde componist, maar zijn werk wordt nog altijd veelvuldig uitgevoerd. Van zijn Vioolconcert tot zijn meest bekende opera Peter Grimes. In de jaren zestig werd hij gevraagd een werk te componeren ter gelegenheid van de hernieuwde inwijding van de kathedraal van Coventry die tijdens de Tweede Wereldoorlog verwoest was. De kathedraal is overigens nooit in de oude luister hersteld, maar is een combinatie van nieuwbouw en behoud van de resten na een verwoestend bombardement. In 1962 volgde de première van het War Requiem, een oratorium voor koor, orkest en drie solisten. Hoewel het War Requiem een gevolg is van de Tweede Wereldoorlog droeg de pacifistische Britten het werk op aan vier vrienden die omkwamen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het oratorium volgt daarbij de indeling van een klassieke dodenmis, maar de Latijnse teksten zijn aangevuld met gedichten van Wilfred Owen (1893-1918). Owen was één van de belangrijkste dichters tijdens de Eerste Wereldoorlog die op treffende wijze het leed en de ellende van oorlog wist te verwoorden. De samensmelting van Latijn en de directheid van Owen's woorden werkt bevreemdend, maar haalt tegelijkertijd een barrière neer.

Groots opgezet, kleinschalig van karakter
Gianandrea Noseda
Een barrière die in beginsel ook lijkt te ontstaan door de muzikale krachten die nodig zijn om het War Requiem ten gehore te brengen. Voor deze uitvoering heeft het Koninklijk Concertgebouworkest diep in de buidel moeten tasten. Naast drie solisten zijn voor deze uitvoering de gecombineerde krachten van het Groot Omroepkoor, het Vlaams Radiokoor én het Nationaal Kinderkoor nodig. Bijzonder genoeg betekent deze grootse opzet niet dat het een massief werk is. Het War Requiem kent een intense klankkleur maar is bepaald niet operatesk zoals bijvoorbeeld het Requiem van Verdi. Deels komt dit door het moderne muzikale idioom van Britten dat - zeker wanneer het werk voor het eerst gehoord wordt dan wel een luisteraar niet bekend is met Britten - even wennen is. Maar grotendeels is dit het gevolg van het feit dat de muzikale krachten die Britten vraagt voor de uitvoering van het oratorium alleen tijdens het slotdeel (Libera Me) samen komen. Tot dat moment wisselen de musici, koren en solisten zich telkens af waarbij de koren het Latijnse deel van het oratorium voor hun rekening nemen en de solisten de teksten van Owen. Met solisten Elena  Stikhina, Michael Volle en Mark Padmore werkte dit meer dan voorbeeldig. Met name de inbreng van Mark Padmore was meer dan treffend. Niet alleen vanwege de overtuiging die hij in zijn bijdrage wist te leggen, maar vooral door een stemgeluid dat toch zeer doet denken aan Peter Pears, niet alleen de levenspartner van Benjamin Britten, maar vooral zijn muze én belangrijkste toetssteen voor alle solisten die het werk van Britten ter hand nemen. Bijzonder daarbij was dat Gianandrea Noseda een bijzonder goede keuze is gebleken om Jansons te vervangen. Ondanks het feit dat Noseda niet eerder met het KCO heeft gewerkt, wist hij een uitmuntende balans te vinden tussen koren, orkest en solisten. Het kleinschalige en directe maar vooral ook verhalende karakter van het War Requiem kwam goed uit de verf. Niet geheel verbazingwekkend aangezien Noseda de nodige ervaring met dit werk heeft en aan de basis stond van een goed ontvangen recente (live-)opname met het London Symhpony Orchestra op het eigen LSO Live-label. Noseda kon daarbij rekenen op een orkest dat toch net een klasse beter is in een concertzaal met een betere akoestiek en koren waar werkelijk waar niets op af te dingen is. Zo ontstond een warm én indrukwekkend pleidooi voor het War Requiem van Benjamin Britten.

Op 11, 12 en 14 oktober 2018 leidt Gianandrea Nosedo het Koninklijk Concertgebouworkest in het War Requiem van Britten. Deze recensie is op basis van de uitvoering op 11 oktober 2018.  

Reacties