Een creatieve triomf over een statisch oratorium. 'Juditha Triumphans' van De Nationale Opera


De Nationale Opera
Juditha Triumphans
(Antonio Vivaldi, 1678-1741)

Gaëlla Arquez, Juditha
Teresa Iervolina, Holofernes 
Vasilisa Berzhanskaya, Vagaus
Polly Leech, Abra
Francesca Ascioti, Ozias
Gloria Giurgola, Puella Judaica

Floris Visser (regie), Alex Brok (licht)
Dieuweke van Reij (decor en kostuums)

Koor van De Nationale Opera
Andrea Marcon, La Cetra Barockorchester Basel
Nationale Opera & Ballet, Amsterdam

Vivaldi's enige resterende oratorium inspireert De Nationale Opera tot een geënsceneerde uitvoering. Hoewel het verhaal weinig om het lijf heeft en het geheel daarom van nature statisch is, is regisseur Floris Visser er in geslaagd een aansprekend verhaal te vertellen. 

Hoewel Le quattro stagione nog altijd het werk is dat de muzikale nalatenschap van de Italiaanse componist Antonio Vivaldi (1678-1741) markeert - niet in de laatste plaats als liftmuziek of een 'gezellig strijkje' bij een feestje - is daar de afgelopen jaren verandering in gekomen. Met grote dank aan de Vivaldi Edition van Naïve. In samenwerking met de Biblioteca Nazionale di Torino die vrijwel alle handschriften van Vivaldi in bezit heeft, is Naïve aan het begin van deze eeuw gestart om alle werken op te nemen. Hierdoor is de waardering van Vivaldi als allround componist sterk toegenomen, waaronder door zijn opera's. Als onderdeel van zijn oeuvre schreef Vivaldi ook een viertal oratoria waarvan er slechts één bewaard is gebleven: Juditha Triumphans. Het betreft een allegorisch oratorium in Latijn gebaseerd op het Bijbelboek Judith. Generaal Holofernes onderneemt op last van de Assyrische koning Nebukadnezar een strafexpeditie tegen Israël. De stad Bethulia is daar het slachtoffer van en staat op het punt om ingenomen te worden. De Joodse weduwe Judith vraagt Holofernes om clementie. Hij wordt verliefd op haar, nodigt haar uit voor een diner en valt - met dank aan overmatig drankgebruik - in een diepe slaap. Judith benut deze buitenkans om hem te onthoofden en keert als overwinnaar terug naar Bethulia. Het inspireerde Caravaggio tot zijn bekende schilderij Judith onthoofdt Holofernes (1598-1599). En ruim honderd jaar later inspireerde het Vivaldi tot het schrijven van een groots oratorium. 


Van de nood een deugd maken
De acties van powergirl avant la lettre Judith inspireren blijkbaar nog altijd aangezien De Nationale Opera aanleiding heeft gezien om het oratorium te ensceneren en op deze wijze op te nemen in de programmering. Voor deze enscenering is de hulp ingeroepen van regisseur Floris Visser die inmiddels een behoorlijke palmares heeft opgebouwd. Niet in de laatste plaats door zijn buitengewoon creatieve ensceneringen voor De Nederlandse Reisopera. Zijn echte doorbraak was in 2015 met zijn regie van Gluck's Orphée et Eurydice. De Nederlandse Reisopera beschikt - in markante tegenstelling tot De Nationale Opera - over beperkte middelen en in 2015 was het gezelschap bepaald armlastig. Van de nood een deugd maken is echter aan de Reisopera én Floris Visser zeer wel besteed en leidde tot een ingetogen en inventieve productie die terecht volop in de prijzen viel. Visser keerde in 2017 terug met een geslaagde La Traviata van Verdi en maakte tegelijkertijd zijn debuut bij De Nationale Opera met Fortress Europe. Dat is blijkbaar goed bevallen aangezien Visser gevraagd is om het oratorium van Vivaldi te regisseren. Opvallend is dat Visser ook hier van de nood een deugd weet te maken. Ditmaal vormen de middelen geen nood, maar wel het feit dat Juditha Triumphans nogal een statistisch geheel is. Het verhaal heeft weinig om het lijf en de vele declamatorische en eindeloos herhalende aria's helpen ook niet bepaald bij het verzinnen van een aansprekende enscenering. Los van het feit overigens dat er muzikaal veel te genieten valt, met name in de delen voor koor, de schoonheid van een aantal aria's en de energieke muzikale begeleiding. De instrumentele delen doen daarbij vaak denken aan Vivaldi's Gloria dat de Italiaanse meester in dezelfde periode componeerde. 


Zwartboek ontmoet Bijbelboek
Visser plaatst de (beperkte) handelingen in een door oorlog geruïneerde stad die door de centrale ruïne van een koepel doet denken aan de gebombardeerde Frauenkirche in Dresden. Dat is niet zo vreemd aangezien Visser de Joodse Judith een sprong in de tijd laat maken naar nazi-Duitsland met Holofernes in de rol van een Duitse generaal. Een generaal die niet alleen de kunst van de onderdrukking verstaat, maar ook kunst steelt, waaronder - hoe toepasselijk - het eerder genoemde schilderij van Caravaggio. Zwartboek ontmoet het Bijbelboek Judith als het ware. Een passende vondst die verder benut wordt door de ruïne telkens te laten draaien en deze actie enerzijds te benutten om scènewisselingen te laten ontstaan én continue beweging te suggereren. Op deze wijze wordt het statische oratorium daadwerkelijk een geënsceneerde opera. En het moet gezegd dat deze werkwijze het werk zeer ten goede komt. Het is knap hoe zo een echt verhaal ontstaat waardoor het oratorium meer diepte krijgt. Met name in de eindeloze herhalingen tijdens aria's is dit van grote meerwaarde. Volledig voorbij gaan aan het statische karakter is overigens niet mogelijk daar is het bronmateriaal te beperkt voor en loopt de productie - die inclusief pauze de drie uur bereikt - op een enkel moment tegen grenzen. Maar dat Visser c.s. het maximale bereiken mag hier tevens uit afgeleid worden. De productie wordt daarbij geholpen door een energiek spelend La Cetra Barockorchester Basel onder leiding van Andrea Marcon dat debuteert bij De Nationale Opera. Het orkest en de dirigent zijn Vivalid-specialisten en dat is te horen. Opvallend was wel dat wanneer de violen niet tutti speelden op momenten het geluid wat iel en ongemakkelijk klonk. De solisten Gaëlla Arquez (Judith), Teresa Iervolino (Holofernes) en Vasilisa Berzhanskaya (Vagaus) lieten zich zowel muzikaal als in hun rol op goede wijze gelden. Voor de bijrollen, met name één van de rebellenleiders gold dit met name op muzikaal vlak een stuk minder helaas. Ondanks de beperkingen van een statisch oratorium hebben De Nationale Opera en Floris Visser eruit gehaald wat er in zit en is Juditha Triumphans - alleen al door het heerlijke decor - een creatieve triomf. 


Van 26 januari t/m 7 februari 2019 voert De Nationale Opera 'Juditha Triumphans' van Antonio Vivaldi uit. Deze recensie is op basis van de première op zaterdag 26 januari. Meer informatie en kaarten hier

Reacties