Herbert Blomstedt en het KCO: vakmanschap en tomeloze energie


Mendelssohn: Symfonie Nr. 3 'Schotse' 
Stenhammar: Mellanspel uit de cantate Sången
Brahms: Symfonie Nr. 1

Herbert Blomstedt, Koninklijk Concertgebouworkest
Concertgebouw, Amsterdam

In een volledig symfonisch programma toont Herbert Blomstedt dat hij een muzikale force of nature is. Zijn vakmanschap en tomeloze energie verleidde het Koninklijk Concertgebouworkest tot uitmuntende uitvoeringen van de Eerste Symfonie van Brahms, maar vooral de Schotse Symfonie van Mendelssohn. Met tussendoor nog een première voor het Koninklijk Concertgebouworkest.

Wanneer Herbert Blomstedt het podium betreedt kan je amper geloven dat deze bij de belangrijkste orkesten ter wereld geliefde dirigent inmiddels de 91 ruim is gepasseerd. Weliswaar komt hij - gelijk zijn bijna-leeftijdsgenoot Bernard Haitink (89) - van de zijkant op en laat hij de bekendste afdaling in de wereld van de muziek links liggen, maar de tred is nog altijd ferm en kwiek. Voor Blomstedt ook geen kruk op het podium: hij dirigeert staand en allesbehalve stationair. Daar waar de meesten al een kwarteeuw genieten van hun pensioen draait Blomstedt zijn hand niet om voor een nieuwe reeks concerten. Net als Bernard Haitink is hij een muzikale force of nature die zichtbaar energie van zijn werk krijgt en van geen ophouden weet. Zijn indrukwekkende carrière brachten hem tot het muzikale leiderschap van onder andere de San Francisco Symphony, de Staatskapelle Dresden en het eerbiedwaardige Gewandhausorchester Leipzig dat hem tevens tot eredirigent benoemde. Nu vult hij zijn tijd met gastdirecties bij de meest vooraanstaande orkesten van de wereld waaronder ons eigen Koninklijk Concertgebouworkest. Een zevendedagsadventist die niet repeteert op vrijdagavond of de sabbat (voor zevendedagsadventisten is de sabbat vrijdag), maar op die dagen zeker concerten leidt aangezien hij het daadwerkelijke concert niet als werk ziet. Wie Blomstedt op de bok ziet, kan dat alleen maar onderschrijven. Muziek is zijn plezier én zijn leven. Het is daarom niet verwonderlijk dat ter gelegenheid van zijn negentigste verjaardag - als onderdeel van een breed scala aan festiviteiten - Blomstedt een internationale tournee van 90 concerten ondernam. Dat plezier in combinatie met zijn tomeloze energie én vakmanschap maken al zijn concerten op voorhand de moeite waard.

De benchmark voor Mendelssohn
Holyrood Abbey
Hoewel de Eerste Symfonie van Brahms gisteravond het hoofdwerk van het concert met het Koninklijk Concertgebouworkest was, kwamen de kwaliteiten van Blomstedt misschien wel het beste naar voren in de uitvoering van de Derde Symfonie van Mendelssohn. De jong overleden Felix Mendelssohn-Bartholdy (1809-1847) heeft een oeuvre achtergelaten waar de energie maar vooral ook de schoonheid van afspat. Zijn 'Schotse' is niet zijn meest optimistische werk, daarvoor moet je juist bij de Vierde 'Italiaanse' Symfonie zijn, maar is weet als geen ander de tragische schoonheid van Schotland in muziek te vatten. Geïnspireerd door zijn bezoek aan Schotland - waar hij vriendschappen sloot met koningin Victoria en prins-gemaal Albert - kwamen de prachtige openingsnoten van de symfonie tot hem toen hij het Holyrood Palace in Edinburgh bezocht. De verhalen over de moord op Rizzio, de secretaris van Mary Queen of Scots, maakte grote indruk op hem. Maar het was de inmiddels tot ruïne vervallen abdij die onderdeel is van het paleis die hem verleidde tot de melodie die de alfa en omega van de 'Schotse' omvat. Een symfonie die hij na dat voortvarende begin pas jaren later zou afronden. In de vakkundige handen van Blomstedt komt de symfonie niet alleen als bij geen ander tot leven, maar komt ook het wezen van Schotland tot je. Zelden klonk deze symfonie overtuigender dan in de handen van Blomstedt die het Koninklijk Concertgebouworkest bewoog tot een magistrale uitvoering. Een uitvoering waar alles klopte. Het is niet verwonderlijk dat de opname van deze symfonie door Blomstedt maar dan met de San Francisco Symphony al jarenlang geldt als de benchmark-opname. Een opname van de uitvoering met het KCO zou daarbij meer dan welkom zijn.

Een primeur voor het KCO
Het zal niet verbazen dat de uitvoering van de Eerste Symfonie van Brahms onder leiding van Blomstedt niet minder indrukwekkend was. Met name de koraal in het laatste deel vormde een prachtige opmaat voor een meeslepend slot. Ook hier wist Blomstedt het KCO te verleiden tot helder en overtuigend spel en deed hij Brahms eer met een uitvoering uit het boekje. Een niet onaanzienlijke prestatie omdat dit programma van Mendelssohn en Brahms bepaald geen onbekend werk trof. Dan moet de uitvoering van goede huize komen om indruk te maken. En dat deed Blomstedt. Tegelijkertijd wist hij toch nog een primeur aan het programma toe te voegen. De in de Verenigde Staten geboren Zweed Blomstedt heeft een warme band met zijn thuisland die onder andere tot uiting komt in het feit dat hij een lange verbintenis heeft met het Göteborgs Symfoniker, het orkest waar hij in 1953 voor het eerst op de bok stond. Eind vorig jaar is een opname van het orkest onder Blomstedt verschenen met werken van de Zweedse componist Wilhelm Stenhammar (1871-1923). Deze Stenhammar was tevens dirigent, onder andere van het Göteborgs Symfoniker. Als hommage plaatste hij tussen de symfonieën van Mendelssohn en Brahms het intermezzo (Mellanspel) uit Stenhammar's cantate Sången, een kort maar krachtig orkestraal werk dat buitengewoon goed paste. Een werk dat niet eerder door het KCO was uitgevoerd en daarmee een primeur betrof. Met concerten als deze is het te hopen dat het vakmanschap en de tomeloze energie van Blomstedt nog jaren meegaat. Aan Blomstedt zelf zal het in ieder geval niet liggen. 

Een videoboodschap van de Berliner Philharmoniker ter gelegenheid van de 90e verjaardag van Herbert Blomstedt in 2017:


Gastdirigent Herbert Blomstedt leidt op 9, 10 en 11 januari 2019 het Koninklijk Concertgebouworkest in een programma van Mendelssohn, Stenhammar en Brahms. Deze bespreking is op basis van de uitvoering van woensdag 9 januari. 

Reacties