In de voetsporen van Robert Graves en Gore Vidal: 'Augustus' van John Williams


Het leven van de eerste en belangrijkste keizer van het Romeinse Rijk inspireerde John Williams tot de indrukwekkende roman Augustus. De inmiddels vijfentwintig jaar geleden overleden Amerikaanse schrijver die postuum aan populariteit heeft gewonnen, treedt daarmee overtuigend in de voetsporen van literaire grootheden Robert Graves en Gore Vidal. 

Enkele jaren geleden kon je om de naam John Williams niet heen. Niet de bekende componist van iconische filmmuziek zoals Star Wars, Indiana Jones en Jaws. Ook niet de John Williams die bekendheid geniet vanwege zijn (klassieke) gitaarspel. En al helemaal niet de gelijknamige Nederlandse televisiepresentator. De John Williams waar het hier om gaat, is de Amerikaanse schrijver John Edward Williams die een kwarteeuw geleden overleed. Een professor Engels aan de Universiteit van Denver die na zijn overlijden bekendheid zou krijgen door zijn werk als schrijver. De postume populariteit van John Williams (1922-1994) is vooral een Europese aangelegenheid waarbij  de Verenigde Staten - ondanks manmoedige pogingen van zijn (invloedrijke) fans aldaar -  nog altijd in afwachting is van zijn (grote) doorbraak. Zijn roman Stoner uit 1965 is het levensverhaal van William Stoner die zijn leven wijdt aan de (Engelste) literatuur en de liefde, maar uiteindelijk nooit verder komt dan de marge. De herontdekking van dit boek leidde tot nieuwe vertalingen, waaronder een Nederlandse, en een ongekende populariteit van John Williams bij de Nederlandse boekhandels. Vanwege dit succes mochten twee andere romans uit het (relatief beperkte) oeuvre rekenen op hernieuwde aandacht én een Nederlandse vertaling: Butcher's Crossing (1960) en Augustus (1972). In alle eerlijkheid: deze literaire hype is door mij waargenomen maar gelijktijdig aan mij voorbij gegaan. Zoals wel vaker hobbel ik achter een trend aan en kreeg ik Augustus recent van een zwager die er halverwege in was blijken steken. Een gelukkig toeval daar Augustus een roman naar mijn hart is en in de voetsporen treedt van twee van mijn literaire favorieten: I, Claudius van Robert Graves en Julian van Gore Vidal. 

De fascinatie voor Romeinse keizers
De keizers van het Romeinse Rijk blijken een onuitputtelijke fascinatiebron. Niet zo verwonderlijk aangezien het Romeinse Rijk qua duur, omvang en dominantie onovertroffen is in de wereldgeschiedenis. De Romeinse keizers stonden niet alleen aan het hoofd van dit wereldrijk, maar vormden een groep mannen die varieerden van briljant en wijs (zoals Augustus, Marcus Aurelius en Hadrianus) tot volstrekt gestoord en wreed (denk aan Caligula, Nero en Commodus). De Nederlandse historicus Fik Meijer had niet voor niets een bestseller met zijn Keizers sterven niet in bed (2002) waarin hij de laatste levensdagen van alle Romeinse keizers langsloopt. De titel is daarbij geen overdrijving: slechts een enkele keizer kwam geweldloos aan zijn einde. Het bijzondere is dat dit wel degelijk gold voor de eerste en wellicht grootste keizer van het Romeinse Rijk: Augustus (63 voor Christus - 14 na Christus). Geboren als Gaius Octavius was hij de achterneef van de grote Julius Caesar die door zijn militaire overwinningen het Romeinse Rijk fors uitbreidde én met zijn alleenheerschappij de basis legde voor de omvorming van de Romeinse Republiek naar het Romeinse Rijk dat nog ruim vier eeuwen zou voortbestaan. Een Rijk dat zelfs na de val in 476 nog tot 1452 zou voortleven als het Oost-Romeinse / Byzantijnse Rijk met Constantinopel als het nieuwe Rome. Deze Gaius Octavius zou de brute moord op zijn oudoom wreken. Dezelfde oudoom die hem postuum adopteerde als zoon en erfgenaam en daarmee gebeurtenissen in gang zette die leidden tot het definitieve einde van de Romeinse Republiek en - na een bittere periode van burgeroorlog die eindigde met de slag bij Actium en nadien de dood door eigen hand van Marcus Antonius (en diens koningin Cleopatra) - een periode van ongekende vrede en welvaart. Een periode waar talloze boeken - zowel fictie als non-fictie - over zijn geschreven en leidt tot een blijvende fascinatie. Een fascinatie die zich overigens niet alleen tot boeken beperkt, maar waarbij deze periode - op grandioze wijze - tot leven is gewekt door HBO met de serie Rome (2005-2007). Een fascinatie die dus ook niet voorbijgegaan is aan John Williams en hem inspireerde om Augustus via een roman tot leven te wekken. Een roman die bestaat uit een verzameling brieven, dagboekaantekeningen, memoires en reisverslagen van historische figuren rondom Augustus. Een boek dat eindigt met een lange (laatste) brief van Augustus zelf. Alles weliswaar fictief, maar wel gegrondvest in de kennis die wij hebben over deze belangwekkende periode en deze fascinerende man. 

Moeilijk te lezen man
Een weliswaar fascinerende maar ook moeilijk 'te lezen' man. Waar de bravoure bij Julius Caesar je tegemoet komt, is Augustus in de overlevering - en zeker in de roman van John Williams - een vaak moeilijk te peilen en zeer rationele verschijning. Door de diversiteit aan 'historische' bronnen levert Williams een complexe roman af die een indringend beeld schetst van de persoon Augustus en de gebeurtenissen vanaf het moment dat hij door Caesar op een voetstuk wordt geplaatst tot het moment dat hij kom te overlijden. Enige kennis van de Romeinse geschiedenis in het bijzonder en de diverse gebeurtenissen die cruciaal zijn voor de omvorming van republiek naar keizerrijk en daarmee breder dan alleen Augustus is daarbij wel handig. In die zin is het lezen van zowel een biografie van Augustus (bijvoorbeeld die van Adrian Goldsworthy) in combinatie met dit boek helemaal geen gek idee. De literaire stijl van Williams is zeer aansprekend waarbij hij ondanks het grote aantal personages en de verschillende perspectieven en vertelvormen de rode draad van het leven van Augustus ferm in vizier houdt. Een leven dat omgeven is door twijfel en in het teken staat van een coming of age. De vertelvorm die Williams hanteert is daarbij niet uniek. Ditzelfde geldt voor het onderwerp. Robert Graves ging hem met I Claudius (1934) en Claudius the God and his Wife Messalina (1935) al voor. Deze fictieve autobiografie van Keizer Claudius is nog altijd het lichtend voorbeeld van dit genre en was tevens de basis voor evenzo legendarische BBC-serie I Claudius met een onnavolgbare Derek Jacobi als de stotterende Claudius wiens leven strekte van de Augustus tot Nero. Ook tijdgenoot Gore Vidal beriep zich op de eigen stem van zijn hoofdpersoon en diens tijdgenoten in zijn roman Julian (1964) over de laatste 'afvallige' keizer Julianus die poogde de dominantie van het Christendom te keren en het Romeinse Rijk terug te brengen naar de klassieke verering van meerdere goden. Met Augustus kan John Williams zich zonder meer voegen in het pantheon van deze literaire grootheden en voegt daar zijn eigen stem - en die van Augustus - aan toe. 

Lees hier de recensie van 'Julian' van Gore Vidal. 

'Augustus' van John Williams is voor het eerst in 1972 verschenen. De Nederlandse vertaling door Edzard Krol voor Lebowski Publishers is in 2014 verschenen. 

Reacties