In Twee Steden vormen Rome en Constantinopel als concurrerende centra voor de wereldlijke en geestelijke macht van het Romeinse Rijk een mooie aanleiding voor Fik Meijer om de geschiedenis van het Romeinse Rijk vanuit een ander perspectief te belichten.
Sinds Keizers sterven niet in bed in 2001 uitkwam heeft Fik Meijer, tot 2007 hoogleraar Oude Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam, de perfecte toon gevonden om de Romeinse geschiedenis onder de aandacht van een breed publiek te brengen. Het aardige daarbij is dat Meijer altijd aanleiding vindt om die geschiedenis vanuit een ander perspectief te beschrijven. En hoewel je je soms af kunt vragen hoeveel perspectieven Meijer nog kan vinden om zonder in (verbelende) herhaling te vervallen die geschiedenis te beschrijven, is het natuurlijk niet vreemd dat een geschiedenis die reikt van de het ontstaan van de stad Rome in 753 voor Christus tot het definitieve einde van het Oost-Romeinse (Byzantijnse) Rijk met de val van Constantinopel in 1453 aanleiding geeft tot een gestage reeks boeken. Na onder andere gladiatoren, Vercingetorix, wagenrennen, het Imperium van Rome, integratie en discriminatie in de Romeinse wereld en helden en heldinnen neemt Meijer nu de hoofdsteden van het Romeinse Rijk onder de loep. Want hoewel Rome immer centraal had gestaan in het Romeinse Rijk en haar rijkdom, omvang en betekenis door geen enkele stad ook maar benaderd werd, verscheen in 330 een nieuwe ster aan het firmament: Constantinopel. Want keizer Constantijn die afrekende met het heidense Romeinse verleden en Christendom als de nieuwe staatsreligie omarmde besloot tevens om in 330 Constantinopel uit te roepen tot nieuwe hoofdstad van het Romeinse Rijk. En zo ontstond een concurrentie tussen beide steden die Meijer als uitgangspunt neemt voor zijn nieuwe blik op het rijke Romeinse verleden.
Een nieuwe hoofdstad voor een nieuwe tijd
Het is niet verbazingwekkend dat Meijer de relatie tussen beide steden als uitgangspunt neemt. Juist in hun verbonden geschiedenis en de symboliek ervan komt veel terug dat van belang is voor de geschiedenis van de Romeinen. De omvorming van het oorspronkelijk Griekse Byzantium tot nieuwe hoofdstad van het Romeinse Rijk vernoemt naar keizer Constantijn is een belangwekkende gebeurtenis geweest in de geschiedenis. Niet alleen omdat de natuur van het Romeinse Rijk tegelijkertijd veranderde naar een christelijke natuur, maar ook omdat Constantinopel gunstiger gelegen was om de dreiging vanuit het Oosten beter tegen te kunnen gaan. Want Rome lag al lang niet meer centraal voor de nieuwe uitdagingen waar het Romeinse Rijk voor stond. Ook Diocletianus (244-311) zag dit en stelde tijdens zijn keizerschap dat duurde van 284 tot 305 een Tetrarchie in waarbij het rijk in tweeën werd gedeeld om bestuurd te worden door een viermanschap met verschillende hoofdsteden. Maar met de instelling van Constaninopel als nieuwe hoofdstad veranderde voor het eerst de positie van Rome daadwerkelijk. En hoewel Constantinopel niet kon tippen aan de glorie van Rome hebben opvolgers van Constantijn, en dan met name Theodosius II en Justinianus, dermate veel aan het aangezicht van Constantinopel veranderd dat het nieuwe Rome gelijk kwam te staan aan het oude Rome en zelfs op een aantal punten overtrof. Niet voor niets staat Meijer in dit boek - naast de loop van de Romeinse geschiedenis - uitgebreid stil bij de fysieke veranderingen die beide steden hebben ondergaan.
Geestelijke en wereldlijke macht
Fik Meijer |
Maar nog belangrijker dan het aangezicht van beide steden was de strijd om wereldlijke en geestelijke macht. Daar waar de keizers waren, was ook de macht en verbaast het niet dat de wereldlijke macht - ondanks de aanwezigheid van de Senaat en symboolfunctie van de macht van de Romeinen - stilaan volledig verdween uit Rome en een plek vond in Constantinopel. Tegelijkertijd vond Rome - onder aanvoering van de pausen - zich opnieuw uit als het geestelijke hoofdstad van de wereld. En hoewel er vanuit Constantinopel veel pogingen zijn gedaan om deze geestelijke macht ondergeschikt te maken aan zowel de keizer en Patriarch in Constantinopel trok Rome aan het langste einde. Een uitkomst die tot de dag van invloed gezien Rome's centrale rol binnen de Rooms-Katholieke kerk. Ook de geopolitieke ontwikkelingen van deze op het oog concurrerende steden hebben hun sporen achtergelaten, want hoewel het Oost-Romeinse Rijk nog bijna duizend naar na de val van het West-Romeinse Rijk in 476 door zou gaan, viel Rome ten prooi aan diverse invallen. Invallen die grote sporen van vernielingen achterlieten en een metropolis van een miljoen inwoners op haar hoogtepunt terugbracht naar een verlaten spookstad met slechts enkele tienduizenden inwoners. En zo leek de concurrentie tussen beide steden in het voordeel van Constantinopel uit te vallen, maar dat gaat voorbij aan de symbolische, geestelijke en wereldlijke waarde van Rome. Want Constantinopel als hoofdstad van het resterende Romeinse Rijk bleef haar oog houden op het oude Rome. Net als broers en zussen concurreerden Rome en Constantinopel met elkaar, maar de familieband zorgde dat de één niet zonder de ander kon. Niet voor niets zijn tal van pogingen gedaan om Rome en Italië weer binnen de Romeinse invloedssfeer te krijgen. Alleen door toedoen van keizer Justinianus (482 tot 565) die van 527 tot diens dood regeerde en zijn generaal Belisarius kon het Romeinse Rijk weer echt zo genoemd worden door Italië en Rome te heroveren. Waarmee Rome overigens geen rol van betekenis kreeg als bestuurlijk centrum, die rol was weggelegd voor het noordelijker en het door moerassen omgeven en daardoor makkelijker te verdedigen Ravenna.
De Zuil van Phocas
Meijer eindigt zijn boek over de zustersteden tegen wil en dank in het op het oog willekeurige jaartal 608. In dat jaar erkende keizer Phocas de geestelijke dominantie van Rome en gaf de pausen het heidense Pantheon als nieuwe christelijke kerk (waarmee het Pantheon tot op de dag van vandaag voor ons allen behouden is gebleven). Tegelijkertijd werd uit dankbaarheid op het aloude Forum Romanum voor het laatste een nieuw bouwwerk toegevoegd: de Zuil van Phocas. Rome zou uiteindelijk voor de Oost-Romeinen volledig verloren gaan en zo gedwongen hun eigen Byzantijnse weg te gaan.
Oordeel FerdiBlog: ****
'Twee Steden. Opkomst van Constantinopel. Neergang van Rome (330-608)' van Fik Meijer is in 2013 uitgegeven door Athenaeum - Polak & Van Gennip. Bestellen kan hier.
Reacties
Een reactie posten