Ton Koopman en het klavecimbel centraal in het Kurhaus


Bach
Concert voor 3 klavecimbels en strijkers, BWV 1064
Concert voor 2 klavecimbels en strijkers, BWV 1060
Concert voor 3 klavecimbels en strijkers, BWV 1063

Vivaldi/Koopman
Concert voor 4 klavecimbels en strijkers, RV 567
Concert voor 4 klavecimbels en strijkers, RV 549

Vivaldi/Bach:
Concert voor 4 klavecimbels en strijkers, BWV 1065

Klavecimbel:
Ton Koopman, Tini Mathot, 
Patrizia Marisaldi, Edoardo Valorz

Ton Koopman, Amsterdam Baroque Orchestra
Kurhaus, Den Haag

Liefhebbers van oude muziek in het algemeen en de klavecimbel in het bijzonder konden afgelopen vrijdag hun geluk niet op. Met een concert volledig gewijd aan concerten voor klavecimbels van Bach en Vivaldi wist Ton Koopman zijn aanstekelijke enthousiasme voor het instrument over te brengen. Dat het concert plaats vond in de Kurzaal van het Kurhaus maakte het barokfeest compleet. 

Het klavecimbel is in meerdere opzichten een antiek instrument. De ontstaansgeschiedenis van het snaarinstrument met toetsen gaat terug naar de veertiende eeuw. Muzikaal wordt het instrument vooral geassocieerd met de muziek van grootheden zoals Bach, Mozart en Vivaldi. De opkomst van de piano heeft de populariteit van het klavecimbel danig doen afnemen. Werken die voor het klavecimbel waren geschreven, werden meer en meer uitgevoerd op het moderne equivalent. Het klavecimbel heeft in de twintigste eeuw echter een renaissance ondergaan met dank aan de opkomst van de beweging die pleitte voor authentieke uitvoering van muziek. Aangevoerd door muzikale grootheden zoals Nikolaus Harnoncourt (1929-2016) en Gustav Leonhardt (1928-2012) stonden zij voor een historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk zodat de componisten van toen de uitvoering van hun muziek vandaag nog zouden herkennen. Hierdoor ontstond opnieuw een markt voor antieke instrumenten, niet in de laatste plaats het klavecimbel. Deze uitvoeringspraktijk is inmiddels onlosmakelijk verbonden met de wereld van de klassieke muziek en beïnvloedt ook de uitvoeringspraktijk van grootschalige moderne orkesten zoals het Koninklijk Concertgebouworkest. Een belangrijke stem en voorganger in deze beweging is onze eigen Ton Koopman (1944) die met recht wordt gezien als één van de laatste grote pioniers op het gebied van de Oude Muziek. Een pionier die niet alleen aan de weg timmert met zijn Amsterdam Baroque Orchestra maar eerder dit jaar het Koninklijk Concertgebouworkest voorging in een verkwikkende uitvoering van de Matthäus-Passion van Bach. 

Musica Antica in het Kurhaus
De Kurzaal van het Kurhaus
Stichting Musica Antica da Camera biedt - met name in de Haagse regio - de historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk een podium. Afgelopen vrijdag betrof dit een buitengewoon bijzonder podium doordat niet alleen Ton Koopman en zijn Amsterdam Baroque Orchestra aantraden, maar ook nog eens op een unieke locatie: de Kurzaal in het Scheveningse Kurhaus. Het bekende badhotel heeft een roemruchte geschiedenis wat concerten betreft. De prachtige Kurzaal werd vroeger benut als concertzaal voor onder andere de zomerconcerten van het Haagse Residentieorkest. De zaal is door talloze beroemde musici bezocht, van Herbert von Karajan en Yehudi Menuhin tot aan de Rolling Stones. Die traditie keert langzamerhand terug door het jaarlijkse Festival Classique dat verkast is van de Hofvijver naar het Kurhaus. Met het optreden van Ton Koopman en zijn Amsterdam Baroque Orcestra doet Musica Antica ook een duit in het muzikale zakje. Een bomvolle Kurzaal stond afgelopen vrijdag daarom in het teken van het klavecimbel. Een instrument dat als begeleidend instrument inmiddels genoegzaam bekend is. Een programma met zes concerten voor klavecimbels leverde een forse bijdrage aan het opnieuw onder de aandacht brengen van het instrument als solo-instrument in plaats van alleen als begeleidend instrument. 

Klavecimbel centraal
Ton Koopman en Tini Mathot
Met maar liefst zes concerten voor twee, drie of vier klavecimbels stond zowel letterlijk als figuurlijk het klavecimbel centraal. Het zal daarbij niet verrassen dat het werk van Johann Sebastian Bach (1685-1750) daarbij een grote rol speelt. Zoals terecht in zijn biografie vermeld wordt, staat de loopbaan van Ton Koopman als organist, klavecinist, dirigent en onderzoeker voor het grootste deel van diens muziek en is Bach het epicentrum van zijn werk en leven. Van de drie concerten die Ton Koopman c.s. ten gehore brachten, is BWV 1060 de meest aansprekende. Overigens ook de bekendste aangezien deze als BWV 1060a vaak te horen is in een versie waar de hobo de hoofdrol heeft. Naast deze concerten voor klavecimbels en strijkers van Bach was ook die andere barokke grootheid en Bach-tijdgenoot Antonio Vivaldi (1678-1741) prominent vertegenwoordigd. Maar de betreffende werken waren door Vivaldi niet oorspronkelijk voor klavecimbel gecomponeerd. De bewerkingen van de concerten die Koopman op het programma heeft staan, zijn van de hand van Bach en enkele onbekend gebleven componisten waarbij Koopman een handje heeft geholpen. Hoewel het klavecimbel een kenmerkend geluid heeft waar vast niet iedere concertbezoeker (volledig) gecharmeerd van zal zijn, bewees dit concert dat het intrigerend instrument is dat een dergelijke hoofdrol zeker kan dragen. Opvallend daarbij was dat de werken van Vivaldi wat vrolijker waren en daarmee beter leken te passen bij dit instrument. Zeker omdat een collectief van klavecimbels - afhankelijk van de orkestratie - kunnen leiden tot een 'muur van geluid'. Bijzonder daarbij is dat het juist de concerten van Vivaldi waren waar vier klavecimbels acte de présence gaven. Niet helemaal verwonderlijk aangezien het voor Bach de mogelijkheid bood om zijn leerlingen, waaronder zijn talrijke kinderen, podiumervaring op te laten doen. Het was daarmee een bijzonder gezicht om in de Kurzaal vier klavecimbels op een rij te zien. Net als Bach heeft Koopman het voor de bezetting dichtbij huis gezocht: zijn vrouw Tini Mathot en twee oud-leerlingen Patrizia Marisaldi en Edoardo Valorz. Het enige jammer daarbij is dat het geluid van het klavecimbel het meest tot recht komt wanneer de solist naar de zaal kijkt. Daarmee wordt het zicht op de vingers en daarmee de toets ontnomen. Gezien de getoonde virtuositeit was het natuurlijk fascinerend geweest om dat te zien. Het enthousiasme dat uit de grimas en hoofdbewegingen van de solisten - met name Ton Koopman - sprak, gaf gelukkig ook een goed beeld. Een bijzonder concert op een unieke locatie met een apart instrument. 

Lees hier de recensie van de uitvoering van de Matthäus-Passion eerder dit jaar door het KCO onder Ton Koopman.

Stichting Musica Antica da Camera organiseert jaarlijks in de Haagse regio tal van concerten en biedt daarmee een podium voor Oude Muziek. In dat kader vond op vrijdag 19 oktober 2018 in het Kurhaus het enige Nederlandse concert plaats van een klavecimbel-tournee van het Amsterdam Baroque Orchestra onder leiding van Ton Koopman. 

Reacties